Met studenten naar Iona, een pelgrimage 2008
Met studenten naar Iona:
een pelgrimage
Froukien Smit
Gepubliceerd in: Speling, Tijdschrift voor bezinning, september 2009, jrg. 61, nr 3, p. 47-52 www.speling.nl
artikel downloaden PDF: ionapelgrimagespeling.pdf (pdf, 94 kB)
Wat ben ik blij met deze pelgrimage en alle bijzondere, warme ontmoetingen. Ik heb ontzettend genoten van het land en alles wat we gedaan en beleefd hebben; zelfs werken vond ik leuk. Wat ik steeds terug zag komen was loslaten, ontvangen en delen. Loslaten/achterlaten wat zwaar is. Ontvangen van God en ‘community’, gemeenschap, om heel te worden. En delen/geven van liefde, kwaliteiten, energie aan mens, dier en land om je heen. En doe dit door het lopen van je eigen pad, vertrouwend, waardoor het vanzelf gaat; een labyrint, geen doolhof. Zo heb ik deze week (steeds meer) geleefd.
Deze woorden komen uit het reisverslag van één van de deelnemers aan een reis naar het Schotse eiland Iona. Vanuit de Studentenkerk in Nijmegen ben ik twee keer met een groep studenten naar Iona geweest, in 2002 en 2008. Tien dagen lang waren we weg van huis: twee dagen reizen per boot, trein en bus, zes dagen op het eiland als gast van de Iona Community en twee dagen terug.1
Pelgrims
Een pelgrimage noemt de studente deze reis. Voor haar en de anderen was de tocht anders dan een vakantiereis, doordat ze niet alleen voor het plezier (dat ook!) meegingen, maar ook naar inzicht en inspiratie zochten.
Dat het woord pelgrimage valt, heeft mede te maken met de geschiedenis van Iona. Vanaf de zesde eeuw, toen de Ierse monnik Columba het eerste klooster op Iona stichtte, is het eiland een centrum geweest van waaruit het christelijk geloof door reizende pelgrim-monniken is verspreid over Schotland en daarbuiten. In de loop der eeuwen hebben vele pelgrims ook de omgekeerde beweging gemaakt, naar dit afgelegen eiland dat in het Engels wel ‘a thin place’ wordt genoemd, een plaats waar hemel en aarde elkaar lijken te raken.2
In de vorige eeuw zijn de verlaten ruïnes van een dertiende-eeuws benedictijns klooster weer opgebouwd. In deze abdij en het bijgebouw, het MacLeod Center, ontvangt de oecumenisch christelijke Iona Community nu moderne ‘pelgrims’, zo’n 60 tot 100 per week, zowel individuen als groepen; naast Schotten ook gasten uit andere landen.
De Iona Community
De abdij werd herbouwd door werkloze arbeiders en predikanten-in-opleiding, onder leiding van ds. George MacLeod, die in 1938 de Iona Community stichtte. MacLeod wilde niet alleen het samenleven en -werken van theologen en arbeiders stimuleren, maar ook de kerk opnieuw betrekken bij het alledaagse leven. Hij wilde dat Iona een plaats zou worden waar mensen hun geloof konden vernieuwen en beter toegerust zouden raken om te werken aan een rechtvaardige en vreedzame wereld.
Tijdens het verblijf van een week worden de gasten ondergedompeld in de spiritualiteit van de Iona Community en van het eiland zelf. Dagelijks is in de abdij een ochtend- en een avondviering, er worden gespreks- en zangbijeenkomsten gehouden, er is ruimte voor creatieve activiteiten en tijd om op het eiland rond te wandelen, alleen of samen met anderen. Iedereen deelt in de huishoudelijke taken en er wordt gezamenlijk gegeten.
De activiteiten en de verzorging van de gasten zijn voor het grootste deel in handen van enkele leden van de gemeenschap, die voor ten hoogste drie jaar op het eiland wonen, en de vele vrijwilligers die voor korte of langere tijd op Iona verblijven en die zich verwant voelen met de idealen van de gemeenschap.
Het overgrote deel van de ongeveer 240 leden van de gemeenschap woont niet op het eiland; zij leven een gewoon bestaan op de plek waar ze wonen. Ze vormen een wijdverbreide gemeenschap van mensen uit verschillende kerkgenootschappen in Groot-Brittannië en daarbuiten, die zich aan elkaar verplicht hebben om dagelijks te bidden en bijbel te lezen, tegenover elkaar verantwoording af te leggen over het gebruik van geld en tijd, regelmatig bij elkaar te komen en actief te zijn in de strijd voor gerechtigheid en vrede.3
Gemeenschap
De Iona Communy heeft het ervaren van gemeenschap, hoe tijdelijk ook, hoog in het vaandel staan. Eén van de eerste dingen die de studenten noemen als het over de reis naar Iona gaat, zijn de diepgaande ontmoetingen, zowel met de groepsgenoten als met medegasten, vrijwilligers en leden van de gemeenschap. Wat hen in het bijzonder raakte was de gastvrije, open en positieve sfeer: iedereen werd aangesproken op zijn of haar kracht en op wat hij of zij te geven had, ongeacht maatschappelijke positie, leeftijd of kerkelijke binding.
Het sprak de studenten aan dat de vieringen steeds door anderen werden voorbereid en geleid. Dat kon evengoed de kokkin zijn als een bezoekende predikante, of zelfs studenten uit onze groep, vanuit de gedachte dat ieders gaven tellen. ‘Het voelde niet alsof we te gast waren; wijzelf met elkaar vormden de kerk.’
De filosofie van gemeenschap kreeg ook praktisch vorm. Samen eten was belangrijk en er werd ruim de tijd voor genomen. Vanuit de gedachte dat ‘dienen een bijzondere manier van delen is’, was bij iedere maaltijd een ander groepje mensen aan de beurt om het eten op te dienen en de tafelgenoten te bedienen. Verschillende studenten noemden het een bijzondere ervaring om bediend te worden en zo te leren niet alleen te geven, maar ook te kunnen ontvangen. Het sprak hen aan dat de huishoudelijke taken die iedereen moest vervullen werden gezien als een manier van elkaar ‘dienen’.
Bij al die nadruk op gemeenschap ging het gevoel van vrijheid niet verloren. Er was een behoorlijk druk programma, maar de sfeer was niet verplichtend. ‘We werden wel uitgenodigd om naar de kerkdiensten te komen, maar ze zeiden erbij dat je vrij was om je eigen keus te maken. Ik ben de eerste dagen niet gegaan, want ik heb niet zoveel met kerk. Maar juist omdat ze me vrij lieten, kon ik mijn weerstand loslaten en ging ik later toch. En dat deed me goed.’
Wel hadden sommige studenten die zelf niet (zo) kerkelijk waren moeite met de grote vanzelfsprekendheid van kerk en geloof en de ‘binnenkerkelijke’ taal en spiritualiteit. Het is voor mij dan ook de vraag of de Iona Community in staat is voldoende tegemoet te komen aan en in te spelen op de vragen van ‘zoekende’ en ‘geseculariseerde’ mensen.
De humor en speelsheid in de spiritualiteit van Iona waardeerden de studenten zeer. Een voorbeeld was de opdracht om ons, bij wijze van afsluitend gebed, na een copieuze maaltijd uit te rekken en ‘thank you, God’ te zeggen. ‘Door het plezier en de creativiteit ontdekte je spelenderwijs wat echt belangrijk is. Je voelde je soms even als een kind, een kind van God.’
Het eiland
Niet alleen de mensen, ook de ruige natuur op het eiland, de vele pasgeboren lammetjes, de soms woeste zee met haar prachtige kleuren, de heldere sterrenhemel, de altijd aanwezige, vaak stevige wind deden iets met de studenten. ‘Alles is er stoer en stevig: de abdij, de grote stenen Keltische kruisen, zelfs de prullenbakken. Dat doet iets met je geloof: Iona is een plaats waar je kracht aan ontleent. Dit eiland zet je met beide benen op de grond; het geeft je vertrouwen vanuit een stevige basis.’
Verder had het feit dat het eiland een afgelegen en afgebakend gebied is zijn uitwerking. ‘Als jongere ben je voortdurend bezig je plaats te bepalen en keuzes te maken, je levensrichting te zoeken. Daar op die 1 bij 4 kilometer kon je alleen wandelen, naar de kerk gaan en met andere mensen praten; dat was het. De eenvoud en het afgebakend zijn hielpen mij om dichter bij mijzelf te komen. De essentie van je leven komt dan als vanzelf naar de oppervlakte.’ ‘Iona was voor mij een plek waar ik alleen maar hoefde te zijn; zijn met de natuur en zijn met de mensen.’
Daarnaast raakte de verbondenheid met oude tijden de studenten. ‘Alles is hier oud, de abdij, de ruïnes, zelfs het gesteente van het eiland zelf; het is een plaats met geschiedenis – dat geeft me een soort oergevoel, een gevoel van verbondenheid.’
Vieringen
Het op de Keltische spiritualiteit gebaseerde concrete, aardse en lichamelijke van de Iona Community komt tot uitdrukking in de liederen, de gebeden en de inhoud van de vieringen.4 De gemeenschap besteedt veel aandacht aan de vieringen, zowel qua inhoud als qua vormgeving. Zo werd bij een viering over ons omgaan met de schepping een prachtig mozaïek van materiaal uit de natuur op de vloer van de abdij gelegd.
Enkele leden van de gemeenschap zijn vrijgesteld voor het componeren en verzamelen van liederen uit de hele wereld die aansluiten bij hedendaagse mensen. Voor de studenten waren en zijn die liederen een bron van inspiratie. Wat hen aansprak in de liederen en teksten was de gewone taal, de heldere, aan het dagelijks leven ontleende beelden, de vrolijke en gemakkelijke melodieën die toch niet te populair zijn, de vrouwelijke beelden voor God en de humor. Daarbij gaf het bezig zijn met geloof in een andere taal nieuwe perspectieven. ‘Door de symbolen die ze gebruikten, maar ook doordat het in het Engels was, kon ik meer met bepaalde dingen, zoals de Drie-eenheid (‘the Trinity of love’) of de Heilige Geest (die altijd vrouwelijk werd aangeduid), dan anders.’
De studenten maakten een vergelijking met Taizé, waar een aantal van hen eerder was geweest. De Taizé-liederen en vieringen met de herhaald gezongen korte teksten en de lange stiltes vonden ze meditatiever, terwijl ze de Iona-liederen en vieringen als concreter ervoeren en meer gerelateerd aan het dagelijks leven. ‘In Taizé luiden de klokken en dan ga je bidden. Op Iona is bidden en geloven helemaal verweven met alles wat je doet.’ Daarnaast ervoeren ze Taizé als meer op het individu gericht en Iona meer op de gemeenschap. ‘In sommige Taizé-liederen die we op Iona zongen hadden ze ‘ik’ veranderd in ‘wij’; dat vond ik mooi.’
Een dienst die met name indruk maakte was de ‘healing service’, waarin het ging om het helen van de gebrokenheid in het persoonlijk leven en in de wereld. Na gebeden voor allerlei mensen en conflictsituaties, kon een ieder die dat wilde naar voren komen en samen met anderen in een kring knielen. Daarna kreeg je een hand op hoofd en schouder en werd er gebeden om genezing van alles wat je schaadt en om heelwording van ’body, mind and spirit’, lichaam, geest en ziel. Het bijzondere was dat de kring van mensen die de handen oplegde bestond zowel uit mensen die daartoe aangewezen waren als uit wie dat maar wilde van de aanwezigen. Zo kon je het ene moment degene zijn die knielde en vervolgens degene die een hand oplegde. Ook hier speelde het idee van de gemeenschap en de gaven van allen weer een rol: ‘de gemeenschap als geheel heelde de persoon als geheel’.
Verbondenheid met de wereld
Terwijl het eiland zeer afgelegen is, ervoeren de studenten er de verbondenheid met de wereld als iets bijzonders. Het internationale gezelschap, de dagelijkse gebeden voor concrete mensen en gemeenschappen elders in de wereld, de liederen uit andere continenten, de aandacht voor vragen van vrede en gerechtigheid en de ecologisch verantwoorde maaltijden riepen haast automatisch op tot aandacht voor de ander. ‘Er werd op Iona niet expliciet een boodschap meegegeven, zo van: je moet wat doen aan de problemen in de wereld. Maar je leefde in verbondenheid met andere mensen, ook ver weg, en met de natuur en daardoor ging je je vanzelf afvragen wat je daar in je eigen leven mee doet. Er is wel een boodschap, maar die is impliciet, die wordt geleefd; mij sprak dat erg aan.’
Loslaten en ontvangen
Hoezeer de ontmoetingen ook centraal staan voor de Iona Community, er is tevens aandacht voor ‘het gaan van je eigen pad’, waarbij loslaten en ontvangen belangrijke thema’s zijn. Tijdens de ‘pelgrimstocht’ over het eiland onder leiding van twee leden van de gemeenschap werd ons op een strand vol stenen gevraagd een steen uit te zoeken, te bedenken wat je achter je wilde laten en de steen met die gedachten vervolgens in zee te gooien, terwijl je een tweede steen mocht meenemen met iets dat je juist wilde vasthouden. Op een andere dag maakten we aan het zandstrand een labyrint van schelpen, zeewier en zand, dat we vervolgens liepen: erin met de handpalmen naar beneden om het negatieve los te laten, in het midden de handen tegen elkaar of geheven om God te danken, eruit met de handpalmen naar boven als teken voor het ontvangen. Beide rituelen waren voor de meesten een ontroerende en betekenisvolle ervaring.
Bij een aantal studenten groeiden vertrouwen en innerlijke rust tijdens het verblijf en ook geloof in God. ‘Ik heb mezelf ontmoet in de ontmoeting met anderen. Er was door het drukke programma bijna geen tijd voor mezelf, maar toch ging ik vreemd genoeg met meer innerlijke rust naar huis.’ ‘Het was een plek waar ik God mocht ontmoeten in geborgenheid, vertrouwdheid en liefde tussen en in de mensen.’
Thuiskomst
Wat deze ‘pelgrimage’ op de lange termijn in het leven van de studenten betekent, vind ik moeilijk te peilen. Ik heb de indruk dat vooral de sfeer, de liederen, het delen, loslaten en ontvangen, en het ‘compleet mezelf mogen zijn’ nog doorwerken.
Concreet hebben na terugkomst beide groepen een zondagse viering in de Studentenkerk verzorgd, waarin ze hun ervaringen deelden. Een deel van de tweede groep heeft nog een jaar lang maandelijks een Iona avondgebed in de Studentenkerk gehouden en we hebben met de hele groep een ‘mini-pelgrimage’ in de stijl van Iona georganiseerd. Eén studente uit de eerste groep was zo gegrepen door Iona dat ze nog verschillende malen als vrijwilligster is teruggeweest. In beide groepen zijn vriendschappen ontstaan, maar de groep als geheel is niet blijven bestaan. Dat komt vermoedelijk – naast de drukte in de levens van studenten - doordat we op Iona zelf nauwelijks als groep optrokken.We waren daar deel van de grotere gemeenschap en hadden niet zo veel momenten waarop we met alleen onze groep iets samen deden.
De twee reizen hebben doorgewerkt in de Studentenkerk. Studenten uit beide groepen zijn na de reis (meer) betrokken geraakt bij de activiteiten en een soort nieuwe kerngroep geworden. In de zondagse vieringen worden af en toe liederen uit Iona gezongen en in ‘studentendiensten’ worden elementen uit de liturgie van Iona verwerkt.
‘Als echte pelgrims hebben we Iona weer verlaten en losgelaten, maar we nemen wel iets mee om door te geven.’ We zijn terug op pad gegaan met de mooie zegen die we vaak zongen en met ons meedragen: ‘diepe vrede kome over je, Gods vrede groeie in je.'
Noten:
1. Dit artikel is gebaseerd op de reisverslagen van de twee groepen, individuele verslagen en gesprekken met enkele studenten. De citaten komen zowel uit de verslagen als de gesprekken.
2. Zie voor de geschiedenis van Iona: Gerke van Hiele (redactie), Aanwezig onderweg, Keltisch-christelijke spiritualiteit voor vandaag, Kampen 2005, met name p. 33-40.
3. Zie voor de Iona Community en de Keltische spiritualiteit waar zij op gebaseerd is behalve bovengenoemd werk o.a. Ian Bradley, Keltische spiritualiteit, Een oud geloof met perspectieven voor de toekomst, Zoetermeer 1993. Zie ook www.iona.org.uk.
4. De Wild Goose Resource Group van de Iona Community heeft veel liturgisch materiaal en liederen uitgegeven in het Engels. In het Nederlands zijn onder andere verschenen: Peter Millar, Op weg met Iona, Meditaties voor geïnspireerd leven, Kampen 2008; Gerke van Hiele en Teun Kruijswijk Jansen (samenstellers), Liederen en gebeden uit Iona & Glasgow, Kampen 2003; Nederlandse Iona Groep, René Silvis en Dirk Strasser (eindredactie), Opstaan!, meer liederen uit Iona, Glasgow en de rest van de wereld, Kampen 2008 en Anneke Oppewal-Korbijn, Liturgische bouwstenen, Gorinchem 2003.
foto's gemaakt door Marije, een van de deelneemsters aan de tocht.