Zoek in de site...

Zelfdoding, zelfmoord, suïcide

Zelfdoding, suïcide, zelfmoord

Bijna elk jaar is er wel een student of medewerker van de universiteit die een einde aan zijn leven wil maken. Dat loopt soms uit op een confrontatie met de dood die onherroepelijk is en deze zelfgekozen dood is dan ook de meest radicale keuze die je kunt maken. Er is geen weg terug. Voor naasten, familieleden en vrienden, voor medestudenten en collega’s komt dit vaak als een shock, zeker als niets deed vermoeden dat deze dood in de lucht hing. Soms is iemand langer depressief en loopt hij of zij met plannen rond om een einde te maken aan het leven. Ouders, partners, vrienden die heel dichtbij staan weten ervan maar staan ook soms machteloos als eenmaal het besluit is gevallen om aan het leven een einde te maken.
Maar waar wordt een einde aan gemaakt? Aan het ‘leven’? Welk leven, wat voor soort leven en hoe heftig moet de pijn en het lijden zijn aan dit leven dat niets tegen de aanstaande dood opweegt: geen familiebanden, geen toekomstverwachting, geen hoopvollere gebeurtenissen die nog zullen aanbreken. Je kunt als buitenstaander, letterlijk buiten de depressie staande, niet in het hoofd kijken van iemand die dit door moet maken. Je staat niet in zijn of haar schoenen. Iedereen staat tenslotte in zijn eigen schoenen en daarom kan het verschil van beleving en waardering van het leven mijlen ver uit elkaar liggen. Ik vermoed dan ook dat het in principe niet een afweging is tussen houden van je dierbaren en blijven leven én kiezen voor de dood wat dan impliciet inhoudt dat je liefde voorbij is. Met de dood houdt liefde op, jij kunt als degene die er een eind aan maakt niet meer van iemand houden want je bent er niet meer, maar degenen die van jou houden stoppen hier niet mee. Alleen is het object van hun liefde een herinnering geworden, niet meer echt tastbaar als persoon van vlees en bloed.
Maar is het een confrontatie met de dood, met jouw dood als je van plan bent er een einde aan te maken, als je het gevoel hebt dat niets en niemand meer kan helpen, kan redden en dat je eigenlijk hopeloos verloren bent en dat de dood de enige uitkomst is? De dood blijft zolang je leeft ook een soort van abstractie. De grens tussen leven en dood is een absolute en zolang we leven hebben we hier geen echt idee van. Ik vermoed dat alles wat we over de dood kunnen zeggen als een vorm van ervaring eerder fantasie is dan werkelijkheid want je hebt het niet meegemaakt en als je het dan echt meemaakt kun je er niet meer over vertellen en is er niemand, is er niets meer dat nog kan beleven en ervaren. Dus de dood kun je niet ervaren. De dood zelf is absoluut on-ervaarbaar. Als een niet te bevaren rivier.
Maar de tijd daarvoor ken je wel en die tijd kan je toeschijnen als een hel, een weg ten dode want dat is dan de enige weg die nog ergens toe leidt. De dood is dan een afscheid van dit leven en een redding uit dit leven. Is deze keuze voor de dood een gevolg van een afweging? Een andere dan die van houden van en niet meer houden van? Wat wordt er dan afgewogen, waarmee zijn de schalen van de weegschaal gevuld? Of is deze hele metafoor vals, verkeerd, fout gewoon en is er niets af te wegen. Is de uitkomst gewoon: dood. Dat is het dan. Dood, is het enige antwoord, de enige weg.
Zelfdoding klinkt nog vriendelijk, je doodt jezelf. Zelfmoord, suïcide, wat het zelfde is, klinkt al veel gemener, crimineler. Moord is tenslotte een categorie uit het strafrecht. Je leven in eigen hand nemen, het leven dat je zonder je toestemming als het ware is toegevallen teruggeven, er een einde aan maken omdat je dit geschenk niet meer kunt aanvaarden, niet meer kunt verdragen. Ik zoek naar woorden en naar ingangen om deze ervaring stem te geven. Je ertoe verhouden, er mee om leren gaan, met wat er op je pad komt, het een naam geven, weten dat het bestaat en er iets mee doen in plaats van negeren, doen alsof het niet bestaat, daar gaat het om. Door te benoemen waar je mee zit, wat je dwars zit, waar je aan lijdt kan er misschien toch wat licht in de donkerte schijnen. Maar nu lijkt het al meteen of daarmee een uitweg is geschapen. Als je alles zwart ziet, zonder licht, zonder hoop, is het idee dat er licht kan schijnen in je donkerheid wellicht absurd want je merkt er niets van. Of je geest duwt elk sprankje hoop weg, je geest heeft zijn kaarten gezet op het einde, de oplossing, het definitieve pad ten dode. En hoe je dierbaren hierover denken en wat ze zullen meemaken na je dood, je wilt het niet weten. En het weegt niet op tegenover jouw huidige lijden.
Toch geloof ik in het gesprek, ik geloof in het benoemen van wat je tegenkomt en waar je mee zit. Ik geloof in feedback, in communicatie, in een open houding. Autonomie is een groot goed en de keuze om je autonomie helemaal in te zetten om een einde aan je leven te maken gaat niet voorbij als je erover durft te praten. Als je in een gesprek precies die autonomie en precies dit lijden en je keuze voor een uitweg ter sprake durft te brengen. Dood kun je altijd nog, hierna als je dat absoluut wilt. Maar waarom niet erover praten, je pijn aan het licht brengen en delen met een ander die begrip voor je toont en die je niet meteen veroordeelt. Geloofsopvattingen en oordelen zijn leuk en aardig maar als vanuit die houding niet serieus met jou gesproken wordt over wat je bezig houdt en waarom je zo denkt en denkt te moeten handelen kunnen die beter niet meespreken want daar heb je niets aan. De gesprekspartner met aangetrokken remmen vanuit zijn eigen idee van wat kan en mag is geen ‘open minded’ persoon en dan moet je ook nog met hem of haar het gevecht aan over een denkbeeldig gelijk. Dat schiet niet op. Natuurlijk zijn er genoeg pastores/kerken waar je wel terecht kunt. (Zelf heb ik een aantal negatieve ervaringen op dit terrein, vandaar)
Het mooie van de dood is dat hij voor iedereen komt. Alleen is niet altijd eerlijk verdeeld wie er dan ook ten prooi aan valt. Maar dat is een puur menselijke overweging gestoeld op een verwachting die iets anders van het leven verwacht dan een vroege en daarmee ‘oneerlijke’ dood. Het menselijk perspectief kleurt altijd ons denken en daarom kunnen we niet onbevooroordeeld spreken en handelen. We zelf zijn altijd in het geding en daarmee onze verwachtingen en ons perspectief op het leven. Maar wie ben ik om voor iemand te beslissen of het leven wel of niet de moeite waard is? Ik kan alleen maar voor mezelf kiezen, mijn weg en mijn keuzes beargumenteren en me ertoe verhouden, ze benoemen, ze duiden en ze voorleven. Uit eigen ervaring weet ik van heel dichtbij hoe het is om iemand aan de de dood, een zelfgekozen dood te verliezen. Ik weet ook wat er daarna gebeurt, met de achterblijvers. De vragen, de gedachten, het malen, noem maar op. En het antwoord blijft uit. Het meest gruwelijk vind ik persoonlijk niet het lijden van de achterblijvers. De grootste pijn doet mij de gedachte aan de eenzaamheid van de persoon die gekozen heeft voor zijn of haar dood en de stap die dan ook in die eenzaamheid definitief wordt gezet. Daarvoor is kracht nodig, heel veel kracht en heel veel doorzettingsvermogen. Is het een vorm van koppigheid, niet meer willen afwijken van die weg? Ik ben het soms geneigd te geloven, maar de keuze maken in eenzaamheid en sterven in eenzaamheid vind ik het allerergste. Zeker als daarvoor niet open en eerlijk gesproken kon worden, namen gegeven konden worden aan de pijn die eraan vooraf ging. Wie weet als dat gesprek wel zou zijn aangegaan, als de betrokkenen het tot het laatste moment niet hadden weggeduwd uit angst, onmacht, onkunde, het niet waar willen hebben omdat het idee te gruwelijk is, wat zou er dan gebeurd zijn. Die vragen spoken door mijn hoofd en blijven door mijn hoofd spoken. Waarschijnlijk zo lang ik leef. Maar ik neem dat graag op mij want ook dat hoort bij het leven: het afscheid van hen die je heel dierbaar zijn en als ze zijn overleden is er meer dan herinnering die hen in leven houdt. Jouw liefde, jouw verdriet, wat ik een vorm van gestolde liefde noem, of is ze vloeibaar, komt hier aan het licht, elke dag weer als je moet denken aan wat er gebeurde, als je gedachten in beslag worden genomen door deze absolute en radicale keuze voor een zelfgekozen einde. Daar moet je als achterblijver het dan maar mee doen. Lege handen. Handen opgeheven ten hemel en uit de hemel komt geen antwoord. Maar dat maakt me niet pessimistischer. Niet minder vol in het leven staand. Over veel heb je geen zeggenschap en veel loopt anders dan je zou willen. Zoals ik al zei, de dood komt voor iedereen, de goeden en de slechten, de dood is voor ieder mens het absolute einde. Of er een leven hierna is, in een andere vorm, een andere dimensie? Ik zou het niet weten en de gelovige tradities geven wel antwoorden maar of ze uitkomen? Daarom vind ik het hier en nu, het geven van een naam aan de dingen, het gesprek over je pijn, je lijden de manier om je tot het leven te verhouden. Als je dat niet aandurft, niet kunt, doe je jezelf tekort. Dat is het begin van sterven, levend dood gaan. Dat gun je niemand. Daarom sta ik altijd open voor een gesprek, ongeacht de uitkomst, ongeacht de keuzes die eruit volgen. En natuurlijk kun je ook mijn collega's terecht.

John Hacking
18 augustus 2015

Zeige deine Wunde