Zoek in de site...

Kwetsbaar (2019)

Herdenking overledenen Radboud Universiteit 4 november 2019

Studentenkerk

roos herdenking

Thema: Kwetsbaar

Ik heb geen wortels

dan in het licht.

(H. Andreus)

Muziek vooraf

Welkom

Beste mensen, welkom in deze viering waar wij op deze campus stil staan bij onze dierbare overledenen van afgelopen jaar: medewerkers en studenten. Weggevallen uit ons leven. Te snel, te vroeg. Levens afgebroken – gestopt door de hand van de dood. Kwetsbaar – dat is wat wij zijn als stervelingen, een zachte huid, botten die ons dragen en stevigheid verlenen, en vochtig vlees, organen en water – een vergankelijk lichaam, een vergankelijk bestaan. Als we plotseling ziek worden, of slachtoffer bij een ongeluk, blijkt hoe kwetsbaar we zijn, hoe broos ons lichaam, hoe wankel onze gezondheid. We willen wel, we proberen wel ons leven vastigheid, zekerheid, een bepaalde manier van hardheid te geven, zodat we stormen kunnen doorstaan, maar ieder van ons weet hoe fragiel en broos een mens kan zijn. Als wij bij het bed staan van een dierbare met nog weinig dagen te leven. In het ziekenhuis of in het hospice, als de kanker is uitgezaaid en geen kuur meer helpt. Dan is er alleen nog zorgzaam wachten, het laatste geven aan liefde wat je kunt, zwijgen, weten dat dit het einde is. De dichter Herman de Coninck schreef over het gedicht dat weet heeft van het einde:

Het is hard zwijgen, een gedicht.

grafsteen die luistert naar wat erin is gegrift.G

Letters die luisteren tot ze vol regen staan

Herman de Coninck

Gedichten waar de dood centraal staat, gedichten als een poging om het on-begrijpbare, niet te vatten bestaan van de dood te duiden, waar dit bestaan wordt verkend terwijl je zover ervan af staat omdat je de eigen dood niet hebt meegemaakt in je eigen bestaan want anders zou je hier nu niet staan, niet bestaan. Gedichten die kwetsbaar als de woorden zelf de sprong wagen, om iets over deze dood te zeggen, om zo, als een poging, troost te bieden, troost aan wie achterbleven. Er zijn veel vormen van poëzie, veel manieren om de dood te duiden, de dood een plaats te geven onder de levenden. In het boek “Het laatste anker. 300 gedichten over dood en wat troost uit de hele wereld” wordt gesproken over stenen gedichten. Grafmonumenten, al sinds de mensheid, hunnebedden, piramides, stenen graven voor koningen en voor gewone stervelingen, zij leggen getuigenis af – zij zijn een soort van stenen gedicht. Grafkunst, ontwerpen om de dierbare overledene in ons geheugen vast te houden, om de sporen die hij naliet te herinneren. Woorden gegrift in steen, gevuld met water na een regenbui. Woorden ook die wij uitspreken in een lied, een gebed, een tekst. Zo proberen wij elkaar te troosten, te steunen, de afgrond van de dood die als een kloof in ons leven oprijst, te overbruggen. Een afgrond die de verbinding tussen ons en de dierbare overledenen abrupt heeft verbroken. We hebben slechts nog herinnering, we hebben woorden, we hebben beelden en gedachten. Daar moeten we het mee doen. Maar hoe kwetsbaar we ook zijn, hoe fragiel ons leven, ons evenwicht, in die kwetsbaarheid kunnen we elkaar ook ondersteunen, kunnen we elkaar bevestigen, vasthouden, bemoedigen, troosten. Daarvoor zijn we vanavond bij elkaar. We steken lichtjes aan, We noemen de namen van onze dierbaren, we stellen hen present. Mogen we getroost worden, mogen we kracht vinden, en mogen we steun vinden bij elkaar. Dat wens ik ons aan het begin van deze viering. Heel veel sterkte.

Lied: Dans nos obscurités

Taizé, Jacques Berthier

Als alles duister is,

ontsteek dan het vuur dat nooit meer dooft.

Namen en lichtjes

Wij noemen de namen van onze dierbaren die zijn overleden en steken een lichtje aan. Daarna worden alle bezoekers uitgenodigd om ook een lichtje aan te steken.

Stilte….

Muziek

Lied: Kindle a flame                                             Iona, c. John L. Bell

Kindle a flame to lighten the dark

and take all fear away.

Gedicht

Eddy van Vliet, dichter, overleden op 5 oktober 2002 schreef, toen hij wist dat zijn leven afgelopen was, het volgende gedicht.

Dood. Heb geen angst. Talm niet

voor mijn deur. Kom binnen.

Lees mijn boeken. In negen van de tien

kom je voor. Je bent geen onbekende.

Hou mij niet voor de gek met kwalen

waarvan niemand de namen durft te noemen.

Leg mij niet in een bed tussen kwijlende

kinderen die van ouderdom niet weten wat ze zeggen.

Klop mij geen geld uit de zak

voor nutteloze uren in chique klinieken.

Veeg je voeten en wees welkom.

Eddy van Vliet

Lied: Wat ik gewild heb

  1. Huub Oosterhuis, m. Antoine Oomen

Wat ik gewild heb

wat ik gedaan heb

wat mij gedaan werd

wat ik misdaan heb

wat ongezegd bleef

wat onverzoend bleef

wat niet gekend werd

wat ongebruikt bleef

al het beschamende

neem het van mij.

En dat ik dit was en geen ander -

dit overschot van stof van de aarde:

dit was mijn liefde.

Hier ben ik.

Lezing: Lucas 7, 36-48 (NBG)

Een der Farizeeën nodigde Hem om bij hem te komen eten; en Hij kwam in het huis van de Farizeeër en ging aanliggen. En zie een vrouw, die in de stad als zondares bekend stond, bemerkte, dat Hij aan tafel was in het huis van de Farizeeër. En zij bracht een albasten kruik met mirre, en zij ging wenende achter Hem staan, bij zijn voeten, en begon met haar tranen zijn voeten nat te maken en droogde ze af met haar hoofdhaar, en kuste zijn voeten en zalfde ze met de mirre. Toen de Farizeeër, die Hem genodigd had, dat zag, zeide hij bij zichzelf: Indien deze profeet was, zou Hij wel weten, wie en wat deze vrouw is, die Hem aanraakt: dat zij een zondares is. En Jezus antwoordde en zeide tot hem: Simon, Ik heb u iets te zeggen. Hij zeide: Meester, zeg het.

Een schuldeiser had twee schuldenaars. De een was hem vijfhonderd schellingen schuldig, de ander vijftig. Toen zij niet konden betalen, schonk hij het hun beiden. Wie van hen zal hem dan het meest liefhebben? Simon antwoordde en zeide: Ik onderstel, hij, aan wie hij het meeste geschonken heeft. Hij zeide tot hem: Gij hebt juist geoordeeld. En Zich naar de vrouw wendende, zeide Hij tot Simon: Ziet gij deze vrouw? Ik ben in uw huis gekomen; water voor mijn voeten hebt gij Mij niet gegeven, maar zij heeft met tranen mijn voeten nat gemaakt en ze met haar haren afgedroogd. Een kus hebt gij Mij niet gegeven, maar zij heeft, van dat Ik binnengekomen ben, niet opgehouden mijn voeten te kussen. Met olie hebt gij mijn hoofd niet gezalfd, maar zij heeft met mirre mijn voeten gezalfd. Daarom zeg Ik u: Haar zonden zijn haar vergeven, al waren zij vele, want zij betoonde veel liefde; maar wie weinig vergeven wordt, die betoont weinig liefde.

Overweging

Wat bezielt deze vrouw om zich te begeven in dit figuurlijk hol van de leeuw? Al die minachtende, afkeurende, veroordelende blikken! Wat bezielt deze vrouw om zich in het hol van de leeuw te wagen om maar bij Jezus te zijn? Kon ze niet even wachten op een meer gelegen moment?

Deze vrouw weet dat Jezus op weg is naar Jeruzalem en gezien de vijandigheid van menigeen tegen Jezus – m.n. van de kant van de religieuze autoriteiten – neemt deze vrouw duidelijk een voorsprong in het geval het ergste scenario bewaarheid wordt: Jezus zal gearresteerd worden, veroordeeld, gegeseld en bespot, door de straten van de stad gesleept worden en sterven aan een kruis tussen criminelen. Zouden familie en vrienden nog wel de kans krijgen om Hem de laatste eer te bewijzen, zijn lichaam te wassen en te balsemen en te begraven?

En kijk: het is niet het lichaam van Jezus dat ze gaat wassen en balsemen, maar een begin is in ieder geval gemaakt: de voeten.

Het wassen en balsemen van een dood lichaam is een groot goed – het is samen met het gebed – de laatste eer en dienst die men een dierbare overledene nog kan bewijzen!

Het moge duidelijk zijn: Jezus gaat deze vrouw aan het hart! Onverschillig is ze zeker niet…integendeel! Het feit dat ze Jezus’ voeten met haar eigen tranen wast en met haar haren afdroogt en dat ze zijn voeten inwrijft met balsem en kust, doet intimiteit gevoelen. Hier is sprake van liefde…van geloof…van hoop!

Deze drie – geloof, hoop en liefde – zijn tegelijkertijd kwetsbaar en sterk: deze vrouw heeft zich kwetsbaar moeten opstellen – blootgesteld dat ze was aan die afkeurende en veroordelende blikken van al die mannen die daar, in het huis van Simon, voor de maaltijd aan tafel aanlagen – en tegelijkertijd zien we een sterke vrouw die dit alles voor lief neemt, haar enige focus zijnde Jezus.

Als wij in deze gebedsviering onze dierbare overledenen gedenken, dan mag ik hopen dat eenieder kwetsbaar durft te zijn – wellicht niet zozeer  ten overstaan van anderen – maar eerst en vooral kwetsbaar ten overstaan van uzelf door u bloot te stellen aan die pertinente vraag: waar is nu mijn dierbare overledene?

Er is zoveel in onze tijd dat ons dwingt om sterk te zijn. Deze Bijbelpassage heeft ons willen laten zien dat als je je níet kwetsbaar wilt opstellen er ook géén ruimte vrij komt voor de liefde. Doordat deze Simon de vrouw minachtte en Jezus voor dom verslijt, doet hij deze vrouw en ook Jezus te kort – en uiteindelijk ook zichzelf – want klaarblijkelijk ontbreekt het hem totaal aan de mooiste eigenschap van een mens: de liefde.

We kunnen religie als iets doms wegzetten, maar daarmee doe je anderen en zeker ook jezelf te kort! Ik weet niet tot in details wat en waar onze overledenen zijn – dat is mijn kwetsbaarheid  die ik echter toelaat opdat tegelijkertijd er ruimte ontstaat voor de liefde die mij doet hopen dat de dood niet het laatste woord heeft en het geloof mij woorden en beelden kan reiken die mij doen dromen van een thuis komen voor onze dierbare overledenen op een plek waar ze volop leven.

Je kwetsbaar opstellen door de dood niet weg te wimpelen – in de zin van “dood is dood” en “we gaan over tot de orde van de dag” – maar juist door je de vraag te durven stellen – in al je kwetsbaarheid – “Waar zijn ze, mijn dierbare overledenen?” En als je dán durft te dromen – met al de liefde die je hart vermag – zul je de hemel zien!

Jezus heeft Simon de ogen geopend door hem te bemoedigen zich vooral kwetsbaar op te stellen, ruimte gevend aan de liefde door die vrouw – en wij onze dierbare overledenen – het mooiste, het beste toe te wensen.

Waar droomt u van voor uw dierbare overledenen? Wat geeft u de liefde in voor uw dierbare overledenen? Wat en waar wenst u dat ze zijn?

Amen.

Nijmegen, 4 november 2019

Dr. Jos Geelen C.R.L., RK-studentenpastor

Lied: Korn, das in die Erde

  1. Frankrijk, 15e eeuw t. Jürgen Henkys

Korn, das in die Erde, in den Tod versinkt,

Keim, der aus dem Acker in den Morgen dringt.

Liebe lebt auf, die längst erstorben schien:

Liebe wächst wie Weizen, und ihr Halm ist grün.

Über Gottes Liebe brach die Welt den Stab,

Wälzte ihren Felsen vor der Liebe Grab.

Jesus ist tot. Wie sollte er noch fliehn?

Liebe wächst wie Weizen, und ihr Halm ist grün.

Im Gestein verloren Gottes Samenkorn,

Unser Herz gefangen in Gestrüpp und Dorn –

Hin ging die Nacht, der dritte Tag erschien:

Liebe wächst wie Weizen, und ihr Halm ist grün.

Gedicht

De dichter Czeslaw Milosz werpt een anker uit in de zee van de dood. Elk gedicht is als het ware een poging om vaste grond te vinden, een ankerplek, een houvast tegen alle dood in. In het gedicht ‘De zin’ komt dit tot uitdrukking:

De zin

-Wanneer ik dood zal zijn, zie ik de voering van de wereld.

De achterkant, voorbij de vogel, berg, zonsondergang,

de ware betekenis, die om ontcijfering vraagt.

Waar geen overeenstemming was, zal overeenstemming zijn.

Wat buiten elk begrip viel, zal begrepen worden.

-maar als de wereld nu geen voering heeft?

Als de lijster op de tak geen enkel teken is,

alleen een lijster op een tak, als de dagen en de nachten

elkaar volgen zonder zich te bekommeren om een zin

en er op aarde niets is buiten deze aarde?

-Zelfs al zou het zo zijn, dan nog blijft het woord,

dat eens door vergankelijke lippen werd gewekt,

en zal het rennen, rennen, een onvermoeibare koerier,

over insterstellaire velden, door wentelende galactica’s

en protesteren, roepen, schreeuwen.

Czeslaw Milosz

Lied: Wem kan segla förutan wind?

Zweeds volksliedje, zetting Gunnar Erikson

Wie kan zeilen zonder wind?

Wie kan zonder riemen roeien?

Wie kan afscheid nemen van zijn vriend

zonder dat er tranen vloeien?

Ik kan zeilen zonder wind.

Ik kan zonder riemen roeien.

Maar ik kan geen afscheid nemen van mijn vriend

zonder dat er tranen vloeien.

Gebed (H.Stufkens)

Gegaan tot waar wij kunnen

aan de grens van het Licht staan wij,

in wezen onbegrensd, in het gezicht van de dood.

En wij herinneren ons de oude woorden

dat leven verandert

maar niet wordt weggenomen,

dat niets en niemand verloren gaat.

Zielsverbonden zijn wij met jou

van wie wij hier afscheid nemen,

en die ons in leven en dood zo dierbaar

was en is en blijven zal.

Verbonden zijn wij ook met elkaar

en met alle levende wezens, klein en groot,

met vogels en vissen, velden en bossen,

met zon en maan, met het land vlak en golvend,

de onmetelijke diepzee, met al wat is en verandert,

dag en nacht,

en eindeloos komt en gaat

verwacht, onverwacht,

gedragen, geboren, gewiegd in liefde.

Met heel ons hart vertrouwen we je lichaam toe

aan de tijd die alles heel maakt

en de goedheid van moeder aarde,

en we begeleiden je met

het onzegbare achter onze woorden,

de welsprekendheid van ons zwijgen,

de warmte van onze tranen,

de troostrijke kleuren van onze bloemen.

Hier, aan de grens van het Licht,

zeggen wij: vaarwel en tot ziens, reisgenoot,

nu geroepen te gaan langs andere wegen,

maar onafscheidelijk onze metgezel,

en op dezelfde tijdloze reis

geleid door dezelfde Geest.

En brengen wij ons in herinnering dat wij niet voor niets leven,

en niet voor niets hier en nu verzameld zijn, op deze plek.

Dat wij geroepen zijn, zolang het duurt,

om deze aarde bewoonbaar te maken en te bewonen,

om te leren liefhebben met hart en ziel en huid en haar.

Bidden wij dat dit uur ons mag breken en helen,

verzachten, vermurwen, verbinden tot leven

met elkaar.

Lied: La paz de la tierra

  1. Guatemalan folk melody arr. J. Bell
  2. C. Carson

The peace of the earth be with you.

The peace of the heavens too.

The peace of the rivers be with you.

The peace of the oceans too.

Deep peace falling over you.

Gods peace growing in you.

Gedicht

De dichter Paul Celan verloor zijn beide ouders in de oorlog. Veel van zijn gedichten dragen de sporen van dit verlies. Met woorden trachtte hij de kwetsbaarheid van ons bestaan te duiden, zijn eigen leven zin te geven. Na zijn dood zijn er velen die een gedicht aan hem opdragen: woorden als steentjes. Stenen als getuigenis van zijn bestaan, stenen die gelovige joden op het graf leggen als symbool dat ze zijn geweest. Stenen die in oude tijden op de oogleden van de gestorvene werden gelegd.

In Memoriam Paul Celan

Leg deze woorden in het graf van de dode,

Naast de amandelen en de zwarte kersen –

De schedeltjes en bloeiende bloeddruppels, ogen,

En Gij, O bitterheid, het kussen voor zijn hoofd.

Leg deze woorden op de oogleden van de dode

als ogentroost, als middeleeuwse trompetbloemen

die in de schaduw ditmaal zullen gedijen.

Laat de  onthoofde tulpen in de regen glinsteren.

Leg deze woorden op zijn verdronken oogleden

als munten of sterren, vervangende ogen.

Overhuif de gezwollen lucht met zonnevlekken

terwijl donderslagen zich tot de aarde richten.

Lettergreep na lettergreep, geklauwd en betast,

hebben de woorden zich in verdriet verenigd.

Het is het spookuur van de jammerklacht,

de beurt van de leegte, bedroefd en onvermengd.

Leg deze woorden op de lippen van de dode

als een brandende tang, een tong van vlammen.

Een jagende arend zwenkt en krijst.

Laat God tot ons bidden voor deze man.

Edward Hirsch

Lied: Adieu, uit de passie De lastpost, een veelstemmig verhaal

  1. Hendrik Jan Bosman
  2. Willibrord Huisman

De nacht is dichterbij geslopen,
Het licht heimelijk weggekropen
Een graf ligt in de schemer open
Rust zacht, vrede met jou, adieu
Dag Jezus, adieu

Een steen gaat nu het gat blokkeren
Een wacht zal erbij patrouilleren
Geen mens kan hier nog iets proberen
Rust zacht, vrede met jou, adieu
Dag Jezus, adieu

Het eind. Is het dan afgelopen?
Naar huis, stilletjes afgedropen?
Zeg zelf: is er nog iets te hopen?
Sta op, vrede met jou, adieu
Dag mensen, adieu

Wegzending

Muziek

We verlaten in stilte de kerk – als u wilt kunt u nog nablijven

Lichtwoord

Wij leven allen van hetzelfde licht,

de doden en de levenden, wij leven

mateloos. Zon vereenzelvigt

zich met ons, totdat wij aan haar maat ontheven

over de toegemeten drempels gaan.

Daar rijst pinetum op, fluoresceert

Aan ons lichtgevend lichaam parelmoer.

Astrale meren doen wij drinkend aan.

Vraag niet hoe zonder zwaartekracht van zaad

Mensen verhevigd kunnen voortbestaan.

Voel nieuwe schepping branden en geniet

hoe vlam met was versmelt. Lichtwoord ontbiedt

naar hoogten waar de godgelijke ziel

woont in extase en zich niet meer schaamt.

Maria de Groot

Aan deze viering werken mee:

Campuskoor Veelstemmig o.l.v. Willibrord Huisman

Piano: Bert Kappen

Voorgangers: Jos Geelen crl, John Hacking, Anouk Silk

roos