Zoek in de site...

2015

Herdenking Overledenen Radboud Universiteit

Studentenkerk - Maandag 2 november 2015

stokhem

STEM GEVEN AAN JE VERDRIET

Aan deze viering werken mee:

Het koor Campus Veelstemmig o.l.v. Willibrord Huisman

Liesbeth Jansen en John Hacking

Lied: Clamavi (uit ps. 130)

Willibrord Huisman

Clamavi Domine, de profundis ; vocem meam exaudi, Domine

Uit de diepte roep ik Heer, luister naar mijn stem, Heer.

Welkom

Beste familieleden, vrienden, collega’s, oud-collega’s en medestudenten, leden van het college van bestuur en bestuursleden van de faculteiten en diensten, welkom in deze viering. Vandaag herdenken wij allen die ons op de universiteit dit afgelopen jaar zijn ontvallen aan de dood. Wij noemen hun namen en wij steken een lichtje voor hen aan. Zij allen waren leden van onze universitaire gemeenschap. Kort geleden nog werkzaam en actief of reeds langer geleden.  Wij zijn hen niet vergeten, we dragen hen mee in ons hart. Dat geldt zeker als je als familielid, gezinslid nauw met hen bent verbonden. Maar dat kan ook gelden als je medestudent, collega was.

Stem geven aan je verdriet. Dat is het thema in deze viering op de 2 november. Vanouds en al heel lang in de katholieke traditie de Dag van Allerzielen. Herdenking van onze dierbare overledenen.  In de parochies worden na de viering de graven gezegend en in Mexico maakt men daar een heel bijzondere gebeurtenis van. Dit alles geeft al aan dat de dag van de doden, de dag van de dode zielen een bijzondere dag is. Want de dood is dan wel definitief, we blijven verbonden. Daarom ook stem geven aan je verdriet, want je verdriet is de concrete band met de dierbare die je bent kwijtgeraakt. Het verdriet is de smalle brug waarover je gevoelens, je emoties als het ware wandelen tussen de scherpe rotsen die uitsteken, de kloof die je scheidt. Verdriet doet pijn, kan pijn doen, het is niet makkelijk te dragen, maar wat zouden wij zijn zonder dit verdriet? Vanavond luisteren we naar liederen en naar gedichten. In de hoop dat ze ons iets van troost kunnen bieden. Een goede herdenking.

Gedicht

Verzoek aan de schilder

Mijn arsenaal van klank en taal

bestaat in tijd. Zij niet. Ik vraag

uw hulp. Als ik haar met mijn warme

hand, zo zwaar van bloed, wil raken

is er niets. U heeft een vlak met veertien

kleuren, een penseel van vossenhaar –

streel haar te voorschijn, groene schaduw

bij haar oor en in haar hals een zweem

van oud ivoor. Maak haar een plaats

in vezels van uw doek. Roep mij

dan binnen. U staart uit het raam.

Ik blijf op anderhalve meter staan.

Zij kijkt mij aan.

Anna Enquist

Lied: Vem kan segla förutan vind?

Zweeds volksliedje, zetting Gunnar Erikson

Vem kan segla förutan vind?

Vem kan ro utan åror?

Vem kan skiljas från vännen sin

utan att fälla tårar?

Jag kan segla förutan vind.

Jag kan ro utan åror.

Men ej skiljas från vännen min

utan att fälla tårar.

Wie kan zeilen zonder wind?

Wie kan zonder riemen roeien?

Wie kan afscheid nemen van zijn vriend

zonder dat er tranen vloeien?

Ik kan zeilen zonder wind.

Ik kan zonder riemen roeien.

Maar ik kan geen afscheid nemen van mijn vriend

zonder dat er tranen vloeien.

Namen en lichtjes

We noemen de namen van de overledenen van dit jaar en steken een lichtje aan…

Iedereen kan een lichtje aansteken terwijl het koor zingt

Lied: Will the circle be unbroken

De tekst van Ada R. Habersohn, Engeland 1907, stelt de vraag of de kring van één voor één wegvallende familieleden weer hersteld zal worden in een betere wereld. De melodie is vele malen gewijzigd. Deze versie is bekend uit de video game BioShock Infinite. De zetting voor koor is van Willibrord Huisman.

Will the circle be unbroken

By and by, by and by?

Is a better home awaiting

In the sky, in the sky?

There are loved ones in the glory

Whose dear forms you often miss.

When you close your earthly story,

Will you join them in their bliss?

In the joyous days of childhood

Oft they told of wondrous love

Pointed to the dying Saviour;

Now they dwell with Him above.

You remember songs of heaven

Which you sang with childish voice.

Do you love the hymns they taught you,

Or are songs of earth your choice?

You can picture happy gath'rings

Round the fireside long ago,

And you think of tearful partings

When they left you here below.

One by one their seats were emptied.

One by one they went away.

Now the family is parted.

Will it be complete one day?

Will the circle be unbroken

By and by, by and by?

Is a better home awaiting

In the sky, in the sky?

Stilte

Lied: En de wereld die lag open

  1. Liesbeth Jansen m. Willibrord Huisman (uit De lastpost)

Alles stormt.
Alles botst en wijkt.

En achter elke boom
een beer.

En door het bos zie ik
geen wegen meer.

Toen ik vertrok, met goede moed
en enkel stem en staf en hoed,
en de wereld die lag open
voor mijn dromen denken hopen,
en de wereld aan mijn voeten
hoefde mij nog slechts ontmoeten.
Dacht ik.

Deze wereld, ook van jou
draag haar, zorg haar, min haar,
wieg haar als je kindje.
Dat is alles wat ik zeggen wou –

Dat is toch alles wat ik zeggen wou.

Overweging

Verzoek aan de schilder, het gedicht van Anne Enquist, is in deze ruimte letterlijk uitgevoerd. Schilderijen van Sylvia Grevel die haar partner verloor leggen ervan getuigenis af. Een poging om via schilderen stem te geven  aan verdriet, aan de pijn en de smart die het scheiden en de dood veroorzaakt. Stem geven aan je verdriet. Het kan op vele manieren. De kunst is er een van. In de rouwgroep voor studenten die wij jaarlijks twee maal organiseren in de Studentenkerk vertel ik altijd dat verdriet na de dood van een dierbare een onlosmakelijk deel van je leven is geworden.

Je draagt het verdriet met je mee, als het ware in je rugzak, als het ware ingekerfd in je lichaam, in je gevoelens, je herinneringen, je emoties. Hoe ongemakkelijk ook soms, hoe graag je het ook niet zo zou willen beleven je hebt geen keuze, het is deel van jou geworden. En alle energie om het verdriet op afstand te houden, het te onderdrukken is eigenlijk weggegooide energie want het verdriet gaat er niet mee weg. De enige remedie is het toelaten, beseffen dat het er is, dat het een nieuwe begeleider op je weg is geworden en dan kun je het misschien beter tot vriend  maken in plaats van het te ervaren als vijand, als ongemakkelijk en ongewenst. Verdriet is van nu af aan deel van je leven want de dood is definitief.

Je dierbare is definitief aan de andere kant van de grens. Onbereikbaar. Als je het verdriet durft toe te laten, en dat kan ook in stapjes, voel je ook de pijn. En in het begin van dit proces ben je vaak verdoofd, uit het veld geslagen. Maar hoe verder je komt, hoe meer het doordringt waar je aan lijdt en wat pijn doet. Ik zeg dan ook vaak, dat als je meteen na het overlijden van je dierbare zou beseffen wat het betekent, dan zou de pijn ondraaglijk zijn, onhoudbaar. Het lichaam beschermt je als het ware, je geest beschut je door een soort van  dofheid, afwezigheid, mist voor je ogen. Pas veel later in het proces, als de tijd verstrijkt, ga je pas echt goed voelen hoe groot het gemis is en wat het met je doet. De pijn is heviger. Maar dan ben je ook al weer wat sterker geworden, heb je al meer tijd doorgebracht zonder je dierbare geliefde dode.

Heel in het kort schets ik hier een mogelijkheid hoe het zou kunnen lopen met je verdriet en hoe je hiermee om kunt gaan. Maar er zijn geen recepten. Er zijn geen handige oplossingen, geen makkelijke wegen. Ieder mens zal op zijn eigen wijze zijn verdriet moeten leren dragen. En dragen wil zeggen, een plek leren geven in je leven, je er toe verhouden. Het niet wegstoppen maar er mee om leren gaan. Stem geven aan je verdriet heeft drie elementen: stem, geven en verdriet. Praten over je verdriet. Ook met anderen. Niet alleen zelf op papier, in een tekst. Niet alleen via een kunstwerk, maar ook in een dialoog met mensen die willen en kunnen luisteren. Mensen waarvan je merkt dat ze echt belangstelling voor je hebben. Anders is het paarlen voor de zwijnen, mensen die naar je welbevinden vragen en dan weglopen of meteen over iets anders beginnen. Maar stem geven veronderstelt dat je die stem ook wilt laten klinken. Het verdriet roept in jou. Het verdriet wil aandacht. Wil gehoord en gezien worden. En als je dat durft, dat durft toe te laten is het geven niet meer zo moeilijk. Dan zet jij de stap om dat wat je in je binnenste voelt ook naar buiten te brengen. En als dat mag en kan gebeuren, dan is het vaak zo dat het oplucht. Dat die zware deken die op je rustte, die donkere wolk opeens wat lichter wordt. Je krijgt iets meer adem, je ontwaart warempel een straaltje zonlicht. Er schijnt licht in wat eerst voelde als duisternis, donker, diepe nacht.

In de rouwgroep mogen de emoties boven komen, de tranen vloeien. De pijnlijke herinneringen, het verdriet, de onuitgesproken dingen, de niet afgemaakte voornemens, woorden die niet gewisseld werden, gevoelens van schuld, van pijn, van tekort schieten. Maar als die eenmaal zijn geuit is er ook ruimte voor de goede herinneringen. De dingen die je verder dragen in het leven, waar je houvast aan hebt. En dan is het verdriet niet alleen maar negatief, niet alleen maar pijnlijk. Het verdriet is de andere kant van de liefde.  Het is de andere pool, de brug naar je verloren dierbare. Zonder dat verdriet, wie zou hij of zij nog zijn voor jou,  nu de dood zo definitief heeft toegeslagen. Verdriet zie ik daarom als een groot gebaar van liefde, een groot teken, een groot liefdessignaal. Het is vloeibare liefde. En kan die liefde raken tot aan de ander, de dierbare die je kwijtraakte? Ik vermoed van wel, maar dan niet in de letterlijke zin. Verdriet dat in jou opwelt als een bron, als een kracht, als een diep gevoel doet iets met jou op een manier die je misschien nog nooit eerder zo hebt ervaren. Het maakt iets bij je los, het raakt aan een diepere laag in jou die je misschien nog niet kende, maar die er ook zit. En die van wezenlijk belang is. Het is de diepe laag van jouw diepste zelf. De bodem waarop je rust. De grond waarop je existentie is gevestigd. Dieper dan dat kan het niet. Het verdriet laat je daarmee kennis maken. En als je dat durft toe te laten. Tot op de bodem durft te gaan, dan is er alleen maar een weg naar boven. Dieper kun je niet, en verder gaat het niet. De enige weg, uitweg, is terug omhoog. En het verdriet helpt je, duwt je mee omhoog, als een fontein die sproeit. Als je dit verlies, dit verdriet zo nog nooit hebt meegemaakt is het misschien moeilijk voor te stellen maar in de rouwgroep wordt het vaak zichtbaar. Op de bodem van je verdriet is er geen andere weg dan terug omhoog het leven in. Alle teksten, alle gedichten, alle liederen zijn kleine stapjes op die weg: Zoals ook het aansteken van een lichtje, hier in de kerk of thuis of op het graf. Het leven na de dood een nieuwe betekenis geven, een getekend leven, getekend door de littekens van je verdriet, leren leven, voortgaan met wie je nu bent geworden. Je bent niet meer dezelfde, en je zult dat ook nooit meer worden. Het verdriet kan je louteren, kan je leven verdiepen, kan je leven een nieuwe richting geven, een ander besef van wat waardevol en kostbaar is. Stem geven aan je verdriet is daarom een avontuur. Stem geven aan je verdriet is een weg die tot meer troost kan leiden. Het is een begaanbare en het is een inspirerende weg – niet zonder moeilijkheden, niet zonder pijn en worsteling, maar het loont de moeite.

Lied: Tebe Poem

Slavisch kerklied, Dmytro Bortnjansky, (plm. 1800)

Tot U zingen wij

U zegenen wij
U danken wij Almachtige

en wij bidden tot U

onze God

Gedicht

Begraven

Zou hij begrijpen dat ik niet aan zijn graf was
omdat ik verkouden was, als ik verkouden was?
En zou hij weten dat dit een smoes was,
Mij toeknikken van ja natuurlijk, en dat het helemaal
niet hoefde? Dat het geen zin had deze regen
op zijn kist te horen vallen, dat hij zelf
niet was gekomen als hij hier niet toch toevallig -
Hij met zijn schemerlampje opvouwschaartje thermostaat.
Die deuren dichthield voor de tocht, zijn ogen open
vooral voor het zien openvouwen van de zachte blaadjes
zijn oren alleen nog voor het vrolijkend kwetter
van vogeltjes in de volière - Zou hij
begrijpen, als hij nog iets begreep, wat mij
hier bracht, onder deze onbetamelijk gehaaste
wolken, terwijl hij nergens was?

Judith Herzberg

Lied: Aller Augen

  1. Psalm 145 m. Heinrich Schütz (1585-1672)

Aller Augen warten auf dich, Herre

und du gibest ihnen ihre Speise

zu seiner Zeit;

Du tust deine milde Hand auf

und sättigest alles, was da lebet

mit Wohlgefallen.

De ogen van alle mensen kijken naar U uit,

U geeft hun voedsel op de juiste tijd;

U opent uw handen

en voldoet aan het verlangen van alles wat leeft.

Gebed

Lied: Dans nos obscurités

Taizé, Jacques Berthier

Als alles duister is,

ontsteek dan het vuur dat nooit meer dooft.

Gedicht

sander wil je dat ik haar naam noem
als ik een gedicht voor haar schrijf
jou vraag ik het jij was haar vriend

het is steeds een van de stenen
die ze meebracht en die ze mooi vond
daar grif ik in

alleen een letter alleen de letters
een alfabet dat geen volgorde heeft
een keus zonder zin

behalve hoe een blad van een boom valt
een steen op een pad ligt juist daar
waar je komt

meer is wat wordt geschreven toch niet
meer is er niet en dan zeg je: haar naam
noem maar niet

maar die steeds transparantere klank dat
blad in mijn hand de nerven doorzichtig
het water dat stroomt?

laat me maar noemen die daar woont

Ankie Peypers

Wegzending

Graag wil ik ons wegzenden met de volgende woorden:

Mogen wij kracht putten en mogen wij moed vatten

uit het verdriet dat wij toelaten en dat in ons opwelt.

Dat wij in elkaars aanwezigheid troost vinden – goede woorden en begrip.

Dat de donkere dagen die ons omgeven verlicht mogen worden

door de steun die wij aan elkaar geven en die wij als wij gelovig zijn

ook mogen ontvangen uit ons geloof, uit de handen van God.

Licht op onze weg, een weg ten leven, met het verdriet in onze rugzak.

Als deel van ons leven, als liefde in ons hart.

Zo moge het zijn.

Lied: Maar in mijn hart

  1. Liesbeth Jansen m. Willibrord Huisman (uit De lastpost)

Zie mij

Zie mij staan hier zonder jou

En het water stijgt

hoger dan mijn mond

En mijn voeten hoe ze zoeken

vinden geen grond

Maar in mijn hart groeit een roepen,

groeit een willen, groeit een wachten,

in mijn hart daar groeit een weten

waar ik ben daar ook ben jij.

En als ik wankel, als ik val,

als ik onderga in vragen

dan weet ik jij, je zult mij dragen.

Jij die was, en bent, en steeds zult zijn

zoveel groter dan dit hart van mij.

bloemen allerzielen