Zoek in de site...

Verbonden (2020)

Herdenking overledenen

Radboud Universiteit

Studentenkerk

2 november 2020

L1260053

Thema: Verbonden

op You Tube te volgen via de livestream:https://youtu.be/jpXc1mtTG2A

Aan deze viering werken mee:

Jos Geelen, Marieke Fernhout, Nicole Schubert en John Hacking (studentenpastores), Daniel Wigboldus (voorzitter college van bestuur Radboud Universiteit) en Bert Kappen (piano)

  • Muziek: Bach, Praeludium 1 BWV 846 (Wohl Temperierte Klavier)

Welkom: door Jos Geelen

We steken een kaars aan op het altaar

Lezing door Marieke Fernhout : Tijd van vloek en tijd van zegen

(bij Prediker 3: 1-15)

Tijd van vloek en tijd van zegen

tijd van droogte tijd van regen

dag van oogsten tijd van nood

tijd van stenen tijd van brood.

tijd van liefde nacht van waken

uur der waarheid dag der dagen

toekomst die gekomen is

woord dat vol van stilte is.

Tijd van troosten tijd van tranen

tijd van mooi zijn tijd van schamen

tijd van jagen nu of nooit

tijd van hopen dat nog ooit.

Tijd van zwijgen zin vergeten

nergens blijven niemand weten

tijd van kruipen angst en spijt

zee van tijd en eenzaamheid.

Wie aan dit bestaan verloren

nieuw begin heeft afgezworen

wie het houdt bij wat hij heeft

sterven zal hij ongeleefd.

Tijd van leven om met velen

brood en ademtocht te delen –

wie niet geeft om zelfbehoud,

leven vindt hij honderdvoud.

  • Muziek: Chopin, Nocturne in Cis mineur

NAMEN

Wij noemen de namen van de overledenen en steken een kaarsje aan om hen te gedenken

korte stilte

Gedicht door Nicole Schubert: Taal van de rouw

De taal van de rouw moet ik nog leren

die taal beheersen, woorden als diep

verdriet vermijden, die gelden

voor elk ander, voor ieder die niet

mij is, ik heb die woorden

vroeger vaak gehoord; drongen

niet door. Een nieuwe taal

met nieuwe woorden leren.

Barsten craqueleren.

Zo gewend als ik was

in een eind aan ellende

te geloven. Maar deze droogte

is een droogte waar geen eind

aan komt dorheid als deze

kom je nooit meer te boven.

En dauw, eens lieflijk

glinsterend troostend

blikkert nu dreigend.

Miljarden kleine druppers

triomferen heel even

vóór ze verdwijnen.

De taal van rouw

stokt in mijn keel,

toch moet ik die nu leren

en tot de mijne maken.

Judith Herzberg

Korte overweging door John Hacking

Verbonden

De taal van rouw, die moet ik nog leren…zo dicht Judith Herzberg. Dacht je eerst misschien dat dit alleen voor anderen gold, die taal van verdriet, omdat je zelf nog nooit iemand had verloren, nu heeft de dood daar resoluut een eind aan gemaakt. Wreed zijn jouw banden met je dierbare verstoord. Wreed en onbarmhartig is het leven afgebroken. Afgescheurd als een tak aan een boom. Wat rest je dan – je blijft met lege handen achter… Je kind verliezen, je broer, je zus, je partner, je vader, je moeder, je vriend, je vriendin – eigenlijk is de pijn met geen pen te beschrijven. Dichters doen soms een poging dit verdriet in woorden te vatten zoals in dit gedicht Van Maurits Mok:

In memoriam

Met iedere mens van mijn jonge jaren

die uit het licht valt, sterf ik mee.

Mijn voorhoofd wordt door koude aangevaren

en in mijn ogen verzamelt zich sneeuw.

Blindelings tast ik naar de verloren

warmte en voel overal graniet.

Een stem die ik had willen horen,

waait ergens hoog over mij heen.

Voetsporen breken af. Een onbegaanbare

nawereld opent haar woestenij.

Sterren beginnen in mij te staren,

brandpunten van verlatenheid.

Geen schepsel sterft zo volstrekt als een mens.

Leven en dood gaan met hem te gronde.

Van alle windstreken afgewend,

hangt zijn herinnering in de ronde

ledigheid van het niet.

Waar ik mij keer,

adem ik duisternis, onbewogen

raadsels. Er bestaan geen woorden meer

om deze stilte te herhalen.

Maurits Mok

En toch, toch is er meer dan enkel ons machteloos spreken. Meer dan ons woordeloos verdriet. Hoe wij verbonden waren, hoe wij verbonden zijn, door de dood heen, met onzichtbare banden, onverbreekbaar. Onze herinneringen, onze gedachten, onze gevoelens, onze ervaringen. Niemand kan ons die afpakken. Zo blijven wij verbonden. Zelfs als de dood al een tijdje geleden in ons leven trad. We hoorden zonet dat er voor alles een tijd is, tijd van tranen, tijd van troosten. Tijd van leven om met velen brood en ademtocht te delen. En wie niet geeft om zelfbehoud, leven vindt hij honderdvoud. Hier wordt het geheim onthult van het leven: Samen hebben wij pas een leven, niet alleen, niet in je eentje. Mét en vóór elkaar worden wij gedragen. Zelfs door de donkerte en het niets van de dood. De leegte van het verdriet. En wie weet wat na dit leven zal zijn: hoe wij opnieuw verbonden worden. Talloze religies maken er melding van – ons christelijk geloof is erop gebouwd. En als je niet gelovig bent, als je niet in deze traditie staat, is er toch hoop, is er een verwachting, is er toch vaak een verlangen om elkaar wéér te zien. Want de liefde is sterk, sterk als de dood, en de liefde gaat over de grenzen van dood banden aan die onverbrekelijk zijn. Ik zelf zoek toevlucht bij de dichters, bij hun intuïtie, hun vermoeden, Zoals bij Abraham Sutzkever die dit prachtige gedicht schreef. Een gedicht dat ons misschien kan troosten. Een gedicht waarmee ik ons allen heel veel sterkte wens, heel veel kracht om deze donkere dagen van verdriet vol te houden met elkaar. Ook allen die afgelopen jaar een dierbare verloren wiens naam hier niet wordt genoemd, verloren door een ongeluk, ziekte, of het covid-19 virus. De ziekte die nu weer zoveel slachtoffers maakt. Sterkte en heel veel kracht ook om het vol te kunnen blijven houden in deze moeilijke tijden. Sonore Cello’s.

SONORE CELLO'S

Nee, wij zijn niet aan het einde,

ons begin is nog innig - dichtbij,

wij zetten onze voettocht naar elkander

voort, en de nieuwe horizon is vrij.

Wij zullen vast elkander weer ontmoeten

in een spiegel: daarachter in het gras

zullen sonore cellotonen sproeien

en de spiegel zal niet zijn van glas.

Niet van glas maar van een weefsel

vertrouwd en onvervreemdbaar waar:

daarachter ligt een nieuw beleven

en de dood zal hangen aan een haar.

Is het dan mogelijk dat wij ons vergissen,

dat ons mooiste uur toevallig was,

zal een blinde worm dat uur wegknagen

en blijven er slechts scherven in het gras?

Nee, wij zullen vast elkander weer ontmoeten

als voorbestemde klanken in een rijm.

Sonore cellotonen zullen sproeien

over witte wouden van Oneindigheid.

Abraham Sutzkever

  • Muziek: Bill Evans, Walz for Debby

Woord van Daniel Wigboldus – voorzitter van het college van bestuur

Voorbede door Marieke Fernhout

Hier blijven de namen genoemd

van wie gestorven zijn:

zij schonken ons het leven

en deelden met ons de dagen, de nachten.

Nu wonen zij in onze herinneringen.

Dat wij hen niet vergeten

en het werk van hun handen,

nu aan ons toevertrouwd,

niet tevergeefs is geweest.

De dood kan de bodem uit onze dagen slaan,

de zekerheid uit ons vertrouwen.

Laat het dan niet ontbreken

aan veelzeggende gebaren

van nabijheid en verbondenheid.

Dat wij elkaar recht mogen doen in ons verdriet,

ook door te weten

wat onuitsprekelijk is.

Eeuwige,

Wij kunnen weten

dat uw liefde altijd bij ons blijft,

dat er voor ieder mens een plaats is in uw grote hart

en dat uw liefde altijd groter is dan ons verdriet,

onze wanhoop en onze leegte.

Wij kunnen niet dieper vallen dan in uw hand.

Wees ons allen nabij als een eeuwig thuis.

Korte stilte

Lied: Pelgrimsgebed van Amanda Strydom

Ook op You Tube te vinden: https://youtu.be/fTsYx8W_2w0

Vader God U ken my naam
My binnegoed en buitestaan
My grootpraat en my klein verdriet
My vashou aan als wat verskiet.

U ken my vrese en my hoop
Die pad wat ek so kaalvoet loop
Die pad het U lankal berei
U maak die pad gelyk vir my.

Alle pelgrims keer weer huistoe
Elke swerwer kom weer tuis
Ek verdwaal steeds op U grootpad
Soekend na U boardinghuis.

Moeder God U ken my waan

My ego en my regopstaan

Die drake waarteen ek bly veg

U wys my altyd weer die weg.

U het my met U lig geseën

Die lig strooi ek op iedereen

Net U weet hoe my toekoms lyk

Ek het niks, U maak my ryk.

Alle perlgrims keer weer huistoe

Elke swerwer kom weer tuis

Ek verdwaal steeds op U grootpad

Soekend na U boardinghuis.

Gedicht door Nicole Schubert: Als je van iemand houdt

Als je van iemand houdt
en je bent door de dood van elkaar gescheiden,
dan is er op de wereld niets en niemand,
die de leegte van de afwezigheid kan vullen.
Probeer het maar niet, want het zal je nooit lukken.
Aanvaard liever het gemis dat je is overkomen.
Dat klinkt hard, maar het is ook een grote troost,
want zolang de leegte werkelijk leeg blijft,
blijf je daardoor met elkaar verbonden.

Zeg niet: “God zal de leegte vullen”,
want – geloof me – dat doet Hij niet.
Integendeel: Hij houdt de leegte leeg
en helpt ons om zo de vroegere gemeenschap
met elkaar te bewaren, zij het ook in pijn.
Hoe mooier en rijker de herinneringen,
des te moeilijker is het afscheid.
Maar dankbaarheid zal de pijn der herinnering
veranderen in stille vreugde.

De mooie dingen van vroeger
zijn geen doorn in het vlees,
maar een kostbaar geschenk,
dat je met je mee draagt.
Zorg dat je niet altijd blijft graven in je herinneringen,
maar doe dat van tijd tot tijd.
Ook een kostbaar geschenk bekijk je niet aldoor,
maar alleen op bijzondere ogenblikken.
Buiten die ogenblikken is het een verborgen schat, een veilig bezit.
Dus, droog je tranen en huil niet,
Als je van me houdt.

Dietrich Bonhoeffer

Wegzending door Jos Geelen

  • Muziek: Schumann, Arabesque Opus 18

L1260055