Zoek in de site...

Toelating, doelstelling & vervolgopleidingen

> Toelatingseisen en instroomregelingen

> Doelstelling

> Opbouw

> Eindtermen van de opleiding

> Voorbereiding op een masteropleiding

Toelatingseisen en instroomregelingen

Meer informatie over de toelatingseisen en instroom vanuit een vwo-, hbo- of andere wo-opleiding of via colloquium doctum vind je op de informatiepagina over de bachelor Filosofie. Neem voor meer informatie contact op met de studievoorlichter: Stefan Schevelier (filosofie@ru.nl).

Doelstelling

Tijdens de driejarige bacheloropleiding Filosofie (180 EC) bestudeer je filosofie op een wetenschappelijke manier. De opleiding biedt je een grondige oriëntatie in de filosofie, waarbij je kennis verwerft van de belangrijkste systematische vakken en van de geschiedenis van de filosofie. Je krijgt inzicht in de samenhang tussen de verschillende filosofische vakgebieden, problemen en benaderingen en leert je hier kritisch toe te verhouden. De academische vaardigheden die je opdoet stellen je in staat om zowel de structuur van filosofische teksten, argumentaties en problemen te ontleden als om filosofische vooronderstellingen in niet-filosofische teksten, argumentaties en problemen te onderkennen en uit te leggen. Na afronding van de bacheloropleiding ben je in staat een filosofische bijdrage te leveren aan actuele maatschappelijke debatten en kun je je kennis en inzichten zowel mondeling als schriftelijk presenteren aan een filosofisch en niet-filosofisch publiek.

Opbouw

Het eerste jaar van de bacheloropleiding, de propedeuse, is inleidend van aard. Je maakt kennis met belangrijke vragen, begrippen en thema’s uit de systematische filosofie en krijgt een overzicht van de geschiedenis van de Westerse filosofie, waarin belangrijke denkers en stromingen aan bod komen. In de cursus Academische vaardigheden ligt het accent op het academisch schrijven en het doen van literatuuronderzoek. Bij Argumentatieleer leer je zowel zelf een argumentatie op te bouwen als argumentaties in filosofische teksten te analyseren. In de tutorgroepen ga je de dialoog aan met studiegenoten en leer je een eigen positie in te nemen ten aanzien van filosofische vraagstukken.

In het tweede jaar verdiep je de kennis die je in het eerste jaar hebt opgedaan. In de vier werkcolleges bestuderen we  teksten van grote filosofen uit het heden en verleden. De cursus Project bestaat uit een filosofisch onderzoek dat je in een kleinere groep gezamenlijk uitvoert onder leiding van een docent. Tijdens het project ontwikkel je de academische vaardigheden: onderzoeken, schrijven en presenteren. Tenslotte volg je in dit jaar twee minoren naar keuze.

Het derde jaar biedt onderwijs op gevorderd niveau. Je kiest vier cursussen uit een jaarlijks aanbod van acht, zie hiervoor Programma B3. Daarnaast volg je een minor naar keuze en de verplichte minor Core Curriculum Geesteswetenschappen. Je sluit dit jaar af met het schrijven van het bachelorwerkstuk, waarmee je laat zien dat je:

  • een filosofisch vraagstuk in kaart kunt brengen;
  • zelfstandig informatie kunt zoeken en verwerken;
  • verschillende auteurs tegen elkaar af kunt zetten;
  • een eigen gefundeerde positie kunt innemen;
  • dit alles op heldere en nauwkeurige wijze schriftelijk kunt vastleggen.

Wanneer je je diploma haalt, mag je jezelf Bachelor of Arts (BA) noemen.

Eindtermen van de opleiding

De doelen van de bacheloropleiding zijn vertaald in eindtermen. Na een succesvolle afronding van de studie beschik je over een academische houding, die de volgende aspecten kent:

1. Kennis en inzicht

  • Je hebt een brede kennis van en inzicht in de belangrijkste systematische disciplines van de filosofie, in het bijzonder:
    • kennis van en inzicht in de grondbegrippen en kernproblemen van die disciplines;
    • kennis van en inzicht in een aantal belangrijke teksten binnen die disciplines;
    • kennis van en inzicht in actuele benaderingswijzen en discussies in die disciplines;
    • kennis van en inzicht in de samenhang tussen de filosofische disciplines.
  • Je hebt kennis van en inzicht in de geschiedenis van de filosofie, in het bijzonder:
    • kennis van en inzicht in de grote lijnen van die geschiedenis: de belangrijkste periodes, stromingen en auteurs, alsmede een aantal belangrijke teksten;
    • kennis van en inzicht in de voor het begrip van de filosofische ontwikkeling relevante aspecten van de historische context;
    • kennis van en inzicht in de aard van bronteksten op het gebied van de filosofie.
  • Je hebt, afhankelijk van de keuze van minoren, elementaire kennis van een of meerdere niet-filosofische vakgebieden.
  • Je hebt enige kennis van het werkveld van afgestudeerde filosofen.

2. Toepassing van kennis en inzicht

  • Je kunt de verschillende stappen in een filosofisch onderzoek uitvoeren, in het bijzonder:
    • een filosofisch relevant probleem formuleren;
    • een probleemstelling omzetten in een onderzoeksvraag;
    • relevante literatuur (primair en secundair) verzamelen en beoordelen op kwaliteit in het licht van de gegeven vraagstelling;
    • gebruikte teksten zorgvuldig interpreteren en kritisch analyseren in de context van het filosofische probleem;
    • conclusies trekken uit het verrichte onderzoek en deze relateren aan de probleemstelling.
  • Je kunt volgens gangbare academische normen omgaan met zowel filosofische als niet-filosofische teksten, in het bijzonder bij het verwerken van dit materiaal in noten en in een literatuurlijst.
  • Je kunt een actueel maatschappelijk probleem analyseren vanuit een filosofisch perspectief.

3. Oordeelsvorming

  • Je kunt je een oordeel vormen aangaande auteurs en filosofische problemen, in het bijzonder:
    • een bestudeerde tekst of een vraagstuk plaatsen in de relevante context;
    • de argumentatieve structuur van filosofische teksten en vraagstukken ontleden en beoordelen op hun formele correctheid;
    • filosofische teksten en vraagstukken naar hun inhoud en strekking kritisch beoordelen.
  • Je kunt een standpunt innemen en mondeling verdedigen in een wijsgerig debat.

4. Communicatie

Je kunt de resultaten van eigen onderzoek zowel mondeling als schriftelijk rapporteren en communiceren aan zowel een filosofisch als een niet-filosofisch geschoold publiek.

5. Leervaardigheid

Je beschikt over leervaardigheden die je in staat stellen tot het nieuw opzetten, uitvoeren en presenteren van eigen filosofisch onderzoek.

Voorbereiding op een masteropleiding

Meer informatie over de voorbereiding op een masteropleiding.