Zoek in de site...

Masterprogramma op hoofdlijnen

Indeling van de opleiding

De Masteropleiding Filosofie vormt de eigenlijke afsluiting van de academische studie in de filosofie. De belangrijkste doelstellingen van de masteropleiding zijn dat je je inhoudelijke specialiseert op een wijsgerig vakgebied en vaardigheden verwerft die je nodig hebt op de arbeidsmarkt. Je kiest voor één van de vier specialisaties, volgt de beide masterseminars van die specialisatie en schrijft de scriptie in de context van de scriptiewerkplaats die binnen deze specialisatie wordt aangeboden. Daarnaast kun je een stage volgen van 10 EC of kiezen voor een masterseminar buiten de specialisatie, en heb je een vrije ruimte van 10 EC.

In overleg met de coördinator van je afstudeerspecialisatie stel je een programma samen dat afgestemd is op de scriptie die je gaat schrijven. Dit programma leg je vervolgens ter goedkeuring voor aan de examencommissie (MOER, art. 2.1).

Masterseminars

Jaarlijks worden er acht masterseminars aangeboden, telkens twee per specialisatie. Je bent verplicht de twee masterseminars van je gekozen specialisatie te volgen (semester 1 en 2). Daarnaast kun je maximaal twee masterseminars buiten je eigen specialisatie volgen (als eventuele vervanging van de stage en ter opvulling van de minorruimte). Hiervoor heb je ook de keuze uit het overig filosofisch masteraanbod, zoals dat met name aan andere faculteiten wordt aangeboden.

Radboud Honours Academy

Meer informatie over de Radboud Honours Academy.

Masterspecialisaties

De vier masterspecialisaties waaruit je kunt kiezen zijn:

1) Continentale Filosofie: fenomenologie, hermeneutiek en psychoanalyse
2) Analytische Filosofie: taal, cultuur en cognitie
3) Praktische Filosofie: kritiek van de moderniteit
4) Philosophy and Science

Deze zijn hieronder beschreven.

Masterspecialisatie Continentale Filosofie

Fenomenologie, hermeneutiek en psychoanalyse

Denkend vanuit de traditie van de fenomenologie, de hermeneutiek en de psychoanalyse die gevormd is door Husserl, Heidegger, Arendt en Freud, gaan we in deze specialisatie in op hedendaagse vraagstukken uit de metafysica en de wijsgerige antropologie. Hierbij leggen we sterk de nadruk op debatten die in de hedendaagse Europese of continentale wijsbegeerte spelen. Het doel van deze masterspecialisatie is dat je grondig thuis raakt in de debatten die vandaag aan de orde zijn. Voorbeelden van dergelijke debatten zijn:

  • Taal en waarheid: hoe verhouden taal en waarheid zich tot elkaar en waarom speelt de vraag naar de (poëtische en literaire) taal zo’n belangrijke rol in de hedendaagse debatten in de metafysica en de wijsgerige antropologie? Waarom is innovatief en evocatief taalgebruik belangrijk voor het denken? Tot welke opvatting van waarheid leidt dit? In discussie met posities vanuit de hermeneutiek, de psychoanalyse en de deconstructie stellen we deze vragen aan de orde.
  • Metafysica en metafysicakritiek: Wat is metafysicakritiek? Is er nog een plaats voor de metafysica en de ontologie na de omvattende kritiek die hierop in de recente geschiedenis van de filosofie is gegeven? Wat zijn vandaag de hoofdvragen voor een metafysica? Hoe kunnen de begrippen van contingentie, pluraliteit, gebeurtenis en potentialiteit vandaag nog begrepen worden?
  • Psychoanalyse: hoe heeft de psychoanalyse ons denken over de mens beïnvloed? Welke nieuwe modellen van de psychoanalyse kunnen er worden ontwikkeld en welke kritiek op en begrip van het subject kunnen we, geïnspireerd door de psychoanalyse, geven? Op welke wijze is de psychoanalyse een illustratie van de manieren waarop verschillende vormen van subjectiviteit in de loop van de geschiedenis tot stand komen?

Masterspecialisatie Analytische Filosofie

Cognitie, taal en cultuur

Onze soort onderscheidt zich in een aantal belangrijke opzichten van andere diersoorten. Zo beschikken mensen over taal, zijn ze hypersociaal, en hebben ze bijzonder complexe cognitieve vermogens (ze kunnen plannen maken, redeneren, ingewikkelde problemen oplossen, etc.). De grote vraag is hoe deze drie kenmerken met elkaar samenhangen. Dát ze samenhangen, daarover zijn de meeste onderzoekers het wel eens. Maar één alomvattende visie op de relatie tussen talige vermogens, sociale vaardigheden en cognitieve capaciteiten is voorlopig niet meer dan een breed gedeeld filosofisch-wetenschappelijk ideaal. Om dit ideaal te bereiken moeten verschillende deelvragen beantwoord worden. In de masterspecialisatie cognitie, taal en cultuur belichten we een aantal van deze deelvragen vanuit de analytische filosofie. Daarbij spelen inzichten uit de evolutietheorie, de sociale wetenschappen, de cognitieve neurowetenschappen en de ontwikkelingspsychologie een belangrijke rol. Enkele van de thema’s die in deze specialisatie aan de orde komen zijn:

  • Culturele evolutie: wat is de relatie tussen de evolutie van onze cognitieve en talige vermogens en het ontstaan van cultuur? In hoeverre is het cognitieve functioneren van individuen afhankelijk van de talige en culturele context?
  • Hoe begrijpen we elkaar? Hoe begrijpen we dat de ene zwaaiende persoon iemand welkom heet terwijl de andere zwaaiende persoon afscheid neemt? Meer in het algemeen: hoe snappen we waarom mensen doen wat ze doen?
  • Waarneming en begrip: is de taal die je spreekt van invloed op de manier waarop je de werkelijkheid waarneemt en erover nadenkt? In hoeverre zijn begrippen als ‘denken’, ‘voelen’, ‘bedoelen’, etc. bepaald door de taal en cultuur waarmee we zijn opgegroeid?
  • Coöperatief gedrag en gedeelde kennis: welke cognitieve en talige vermogens zijn er nodig om samenwerking mogelijk te maken? In hoeverre moet er daarbij sprake zijn van gedeelde kennis en een gemeenschappelijke taal?
  • Bewustzijn en vrije wil: wat is de functie van bewustzijn? Waarom hebben mensen een ervaring van vrije wil? Hoe hangt dit samen met de evolutie van cognitie en taal?

Masterspecialisatie Praktische filosofie

Kritiek van de moderniteit

Het menselijk handelen oftewel de praxis van de mens – gericht op het eigen levensgeluk, op de mensen in de naaste omgeving, op de maatschappelijke en politieke ordeningen en op de grote samenhang waarin de mensheid als levensvorm bestaat – is het onderwerp van de praktische filosofie. Ze omvat vakgebieden als ethiek, politieke filosofie en cultuurfilosofie – ethos, polis en cultus. Het menselijk handelen en daarmee ook de praktische filosofie moet zich rekenschap geven van de actuele omstandigheden. Het denken over de menselijke praxis is daarom altijd ook een kritische (dat wil zeggen beoordelende en waarderende) tijdsdiagnose.

Het onderwijs in deze specialisatie praktische filosofie staat in het teken van de moderniteitskritiek. Enerzijds is er de moderniteit van de democratie en van de mensenrechten, van de wetenschappelijke en technologische vooruitgang. Anderzijds wordt de moderniteit juist verweten een tijdperk van ontsporing, voortdurende grensoverschrijding, relativisme en nihilisme te zijn. Deze specialisatie maakt je grondig en diepgaand vertrouwd met kernbegrippen van de praktische moderniteitskritiek. Het moedigt je aan om moderniteitsconflicten ook zélf te diagnosticeren en goed gefundeerde filosofische commentaren en perspectieven te ontwerpen. De master wil een evenwichtige verhouding tussen algemene concepten en concrete gevalstudies hanteren, die jijzelf bestudeerd en in kaart brengt. Het omstreden karakter van de moderniteit is de leidraad in een aantal vraagstukken die in de seminars aan bod komen.

  • De deugden van de moderne mens en burger: vanuit de ethiek is een kritische benadering ontstaan die tegen het moderne utilitarisme en maakbaarheidsdenken het belang van de antieke en christelijke deugdethiek onder de aandacht brengt. Voor deugdethici is het slagen in de maatschappij nog iets anders dan een geslaagd leven leiden. Hoe kan de mens weer een goede verhouding vinden tot zijn eigen leven in plaats van geleefd te worden door modernisering?
  • De repertoires van de democratie: democratisch lijkt iedereen (te willen) zijn, maar over wat democratie inhoudt verschillen de meningen. Democratie omvat rechten en vrijheden van burgers, maar ook het meerderheidsbesluit, ze omvat oppositie tegen de regering maar ook de legitimiteit van politieke macht van het volk, en ze omvat representatie en directe manifestatie van het volk. Hoe gaan we om met deze spanningen in de democratie?
  • Secularisering: het marginaliseren en privatiseren van de godsdienst wordt vaak gezien als een belangrijk kenmerk van de moderne wereld: scheiding van staat en kerk, tolerantie en godsdienstvrijheid, een publiek domein vrij van religie. Niettemin verschillen de meningen over de vraag of de moderne wereld voortgekomen is uit de religie, of zich als tegenpool van de religie heeft ontwikkeld. Wat is nu eigenlijk de betekenis van ‘het religieuze’ in verhouding tot ‘het morele’ en ‘het politieke’?
  • Onenigheid over het culturele profiel van Europa: de modernisering is een Europees verschijnsel maar heeft zich wereldwijd verspreid; daarmee heeft Europa haar stempel op de wereld gedrukt, maar krijgt ze ook te maken met heftige weerstand. Opvallend genoeg is ook de moderniteitskritiek voor een deel uit Europa afkomstig. Wie zijn wij, Europeanen, eigenlijk?

Specialisation Philosophy and Science

This unique master track examines the relation between philosophy on the one hand, and the sciences, which have become so dominant in the modern age, on the other.

Over the past centuries, the Western world has become increasingly characterized by scientific thinking and practice. We nowadays live in a ‘knowledge society’, our everyday explanations are permeated by scientific jargon, and we seek the solutions to all sorts of problems in the scientific and technological realms. We moreover seek to secure the future of our national wealth in ‘innovation’, which in turn we try to stimulate by means of scientific research policies aimed at strengthening research and development (R&D). Paradoxically enough, scientific research also furnishes indications of the limits and detrimental effects of our dominant growth models and at the same time indicates ways out of the impasse. This scientific mode of thinking and acting is the result of a complex and fascinating historical trajectory.

Philosophy assumes an interesting position vis-à-vis this development. Historically speaking, most of what we nowadays call ‘science’ was, from antiquity until the early modern period, an integral part of philosophy. This can be seen, for example, in Isaac Newton’s masterpiece, “The Mathematical Principles of Natural Philosophy.” As a consequence of the Scientific Revolution however, the various natural and social sciences have ever more strongly emancipated themselves from philosophy.

Philosophy has reacted to this development in a number of interesting ways. Since about 1900, there have been schools of thought that separated philosophy and the sciences thoroughly, by pitting philosophical truth against scientific instrumentality; but there have also been attempts to attune philosophy entirely to the demands of the sciences.

The master track Philosophy and Science responds to this interesting historical development and its outcome by analyzing the relation of philosophy and science historically and systematically. How did the scientific worldview come about? What are its ingredients? What models for the relationship between philosophical and scientific thinking have been proposed?

The Master track Philosophy and Science prepares you for a better understanding of this relation and of the evolution and status of the scientific worldview. Professionally, it prepares you for many possible avenues, including science administration, research, journalism and policy making.

The official language of this Master’s programme is English, but seminar papers may also be written in Dutch.

In this one-year Master’s programme, you may expect courses on themes such as these:

  • Concepts of space and time from Aristotle to Einstein.
  • Psychology: the origin and development of a discipline dealing with mind, soul and body.
  • Evolution and the mind: the implications of Darwin’s evolutionary theory for our mental categories.
  • The tasks of philosophy: rationality, wisdom or happiness.
  • The philosophical critique of science: Husserl, Heidegger, Adorno, Habermas, Foucault and Lyotard.
  • The scientific worldview and its future.