Zoek in de site...

Inhoud en eindtermen

Stage
Eindtermen

Het studieprogramma Europese Studies: Nederland-Duitsland-Studies omvat 120 ECTS, welke gelijkmatig over twee jaar verdeeld zijn. Het eerste jaar worden de cursussen in Nijmegen gevolgd, het tweede jaar worden de cursussen in Münster gevolgd. De cursussen worden in het Duits dan wel Nederlands gegeven.

De masteropleiding is opgebouwd uit verschillende vakinhoudelijke basismodules (BM) en verdiepingsmodules (VM), waarbinnen de cursussen van de opleiding worden gegeven. Bij iedere cursusbeschrijving in deze studiegids is aangegeven tot welke module de cursus behoort. Aan het einde van de studie worden op het Transcript of Records de cijfers van de modules vermeld. De weging van de cijfers van de enkele cursussen voor het modulecijfer is te vinden in de Prüfungsordnung.

Module naam Soort ECTS
Politiek en economie - Duitsland en Nederland sinds 1945 BM 10
Interculturaliteit en communicatie - De Duits-Nederlandse verhoudingen BM 10
Cultuurgeschiedenis, cultuurpolitiek en cultuurtransfer - Aspecten van Duits-Nederlandse interculturaliteit VM 10
Politieke ontwikkelingen van Duitsland en Nederland in vergelijk. Actuele tendenzen en historische achtergronden VM 10
Bedrijfscommunicatie VM 10
Economie en recht - Duitsland en Nederland in vergelijk VM 10
Taalvaardigheid I - 10
Taalvaardigheid II - 5
Stage - 15
Masterscriptie - 30

Stage

Bij de stage kunnen studenten kennis maken met Duits-Nederlandse betrekkingen in een bedrijf of instelling. De stage duurt 8 tot 9 weken (fulltime) en is in de zomer tussen het eerste en tweede jaar gepland. Studenten gaan zelf op zoek naar een bedrijf of instelling in Duitsland of Nederland dat zich met één van de bereiken van de studie richt. De student kan een wetenschappelijke of meeloopstage lopen en wordt zowel vanuit het bedrijf/de instelling als vanuit de universiteit begeleid.

Aan het begin van het collegejaar wordt een eerste informatiebijeenkomst gepland waar op de specifieke eisen aan de stage en het verloop van de stage wordt ingegaan.

Eindtermen

  • De student kan op gefundeerde wijze een bijdrage leveren aan de actuele debatten over Duits-Nederlandse samenwerking.
  • De student is in staat om zowel individueel als in teamverband onderzoek op te zetten en uit te voeren.
  • De student heeft een gedegen kennis van geschiedkundige, politieke, economische, juridische, interculturele en communicatieve aspecten van de Duits-Nederlandse samenwerking en kan deze aspecten binnen de context van de Europese integratie plaatsen.
  • De student is in staat zijn kennis en inzichten in te zetten naar de beroepspraktijk.
  • De student is in staat zijn kennis en inzichten mondeling en schriftelijk te presenteren.