Zoek in de site...

Inhoud en eindtermen

Het masterprogramma Geschiedenis en Actualiteit aan de Radboud Universiteit is gericht op het onderzoeken van het spanningsveld tussen heden en verleden, tussen academisch onderzoek en de publieke functies van geschiedenis.

De vaardigheden en inzichten die je hierbij opdoet, neem je mee in je verdere loopbaan. Met een masterspecialisatie in de Geschiedenis en Actualiteit kun je dan ook vele richtingen uit. Je kennis over de complexiteit van de omgang met het verleden komt immers van pas in diverse sectoren: in het onderwijs, de journalistiek, het culturele veld, de erfgoedsector, in beleid, bestuur en politiek.

Deze master kent daarom een "academisch semester" (september-december) waarin de onderzoeksvaardigheden worden verdiept en een "toegepast semester" (februari-juni) waarin de nadruk ligt op het publieke gebruik van geschiedenis, de vertaalslag van de historische wetenschap naar maatschappij en politiek. Kernstuk van dit semester is een "projectcollege", een collectieve stage van een kleine (3-6) team aan studenten bij een relevante instelling. Hun project wordt vanuit de opleiding intensief voorbereid en begeleid. Desgewenst kun je een projectcollege ook vervangen door een individuele stage.

Coördinator is dr. D.D.R. Raeymaekers.

Eindkwalificaties
De afgestudeerde van de masterspecialisatie Geschiedenis en Actualiteit:

1. Heeft, in vervolg op wat hij/zij zich in de bachelorstudie heeft eigengemaakt, kennis van en inzicht in de wijze waarop het heden sturing geeft aan het onderzoek naar het verleden en omgekeerd hoe het verleden richting geeft aan het heden. De afgestudeerde kan analyseren hoe historische constructies in de loop der tijd door verschillende gebruikers zijn toegepast. 
2. Heeft kennis van en inzicht in de bijbehorende theorievorming en historiografie. 
3. Kan een historisch debat over de wisselwerking tussen heden en verleden analyseren en zich een oordeel vormen over de verschillende standpunten. Analyse en onderbouwing getuigen van een onderzoekende houding en van een methodische en kritische verwerking van de gevorderde kennis van het vakgebied. 
4. Is in staat een vraagstuk uit de geschiedenis op het terrein van de relatie tussen heden en verleden en het gebruik van historische constructies te onderzoeken met behulp van passende concepten en onderzoeksmethoden. Hij/zij kan vanuit een vraagstelling relevante informatie selecteren, analyseren en interpreteren. 
5. Is in staat om beargumenteerd en in correct Nederlands de resultaten van onderzoek mondeling en schriftelijk te presenteren in een academische stijl. 
6. Kan de eigen werkzaamheden organiseren, zowel individueel als in teamverband. Hij/ zij kan de werkzaamheden, mede op basis van feedback van anderen, evalueren en verbeteren. De afgestudeerde kan lacunes in de eigen deskundigheid signaleren en hierin met behulp van gerichte zoekacties voorzien. Hij/ zij maakt weloverwogen keuzes voor zijn/haar loopbaan. 
7. Kan goed beargumenteerd participeren in wetenschappelijke discussies en het publieke debat.