Zoek in de site...

Inhoud en eindtermen

Beschrijving programma
Eindtermen

Beschrijving programma

Het masterprogramma Duitstalige letterkunde biedt je de mogelijkheid om je verder te verdiepen in de Duitstalige literatuur en de moderne Duitstalige literatuurwetenschap. De thema's die in de cursussen aan bod komen zijn nauw verbonden met de onderzoeksinteresses van de docenten en de facultaire researchprogramma's. Intensief contact met de docenten van de andere letterkundige opleidingen binnen de faculteit en de uitwisseling met collega's van onze Duitse partneruniversiteiten hoort er vanzelfsprekend bij. In de Nijmeegse aanpak is de tekst het uitgangspunt, maar altijd binnen de bredere culturele context.

Het programma bevat, naast de verplichte themacursus, twee taalspecifieke modules. De Duitstalige cursus Die Berufung des Dichters gaat over de ontwikkeling van auteurschap in verschillende cultuurhistorische periodes. Daarnaast volg je een cursus over Hitlerpersiflagen. Als aanvulling op het cursusaanbod is er de mogelijkheid om een individueel onderzoekstutorial te volgen bij een van de stafleden of deel te nemen aan het landelijke MasterLanguageprogramma (zie www.masterlanguage.nl). In overleg met de examencommissie kun je daar cursussen op het gebied van de Duitse letterkunde volgen.

Programmacoördinator: Prof. dr. Paul Sars.

Eindtermen

Het masterprogramma Duitstalige Letterkunde leidt studenten op tot academici met een grondige inhoudelijke, theoretische en methodologische kennis van zowel de geschiedenis van de literatuur als van actuele literatuurwetenschappelijke thema's en debatten. Na afloop van de opleiding:

1. heeft de student zijn of haar repertoirekennis op het gebied van de Duitstalige letterkunde en/of literatuurwetenschap grondig verdiept.

2. is de student in staat om verworven inhoudelijke kennis, inzicht en vaardigheden toe te passen in een mondelinge presentatie en in een schriftelijk werkstuk of andere vormen van verslaglegging, die beantwoorden aan de eisen van wetenschappelijke kennisproductie. Hierbij geeft de student blijk van een uitstekende beheersing van de Duitse taal.

3. kan de student debatten uit de letterkunde of literatuurwetenschap analyseren, een eigen visie op het onderwerp geven en die onderbouwen. Analyse en onderbouwing getuigen van een onderzoekende houding en van een methodische en kritische verwerking van de kennisbasis van het vakgebied.

4. kan de student zelfstandig een relevant, specifiek vraagstuk uit de letterkunde of literatuurwetenschap onderzoeken met behulp van passende methoden. Hij/zij kan een probleem afbakenen, deelvragen formuleren, deze theoretisch en/of empirisch onderzoeken met behulp van relevante bronnen.

5. heeft de student kennisgemaakt met de letterkundige beroepspraktijk en is hij/zij in staat tijdens de studie opgedane kennis en vaardigheden daar toe te passen. De student is tevens in staat een wetenschappelijk onderzoek op te zetten op basis van in de praktijk verworven kennis.

6. kan de student zijn/haar eigen werkzaamheden organiseren, zowel individueel als in teamverband. Hij/zij kan de werkzaamheden, mede op basis van feedback van anderen, evalueren en verbeteren. De student kan lacunes in de eigen deskundigheden signaleren en hierin met behulp van gerichte zoekacties voorzien. Hij/zij maakt weloverwogen keuzes voor de verdere loopbaan.

7. kan de student exemplarisch benoemen hoe de ontwikkeling van het vakgebied samenhangt met ontwikkelingen binnen verwante (geesteswetenschappelijke) disciplines. Hij/zij kan participeren in multidisciplinaire discussies met andere wetenschappers.