Inhoud en eindtermen
Beschrijving programma
Eindtermen
Beschrijving programma
Dit programma biedt studenten de mogelijkheid hun kennis op het gebied van de Engelstalige letterkunde te verbreden en verdiepen. Het cursusaanbod kent een nadruk op de moderne Engelstalige literatuur, maar ook de middeleeuwse letterkunde heeft een plaats in het programma. De thema's van de cursussen sluiten nauw aan bij de onderzoeksinteresses en -specialismen van de betrokken docenten.
Qua inhoud nemen de cursussen de primaire bron als vertrekpunt, om van daaruit de interactie te bestuderen met de context (historisch, cultureel, materieel, politiek, etc.) waarin een tekst ontstaan is en functioneert. Daarbij is de inzet van de nieuwste theoretische inzichten onontbeerlijk. Het is mogelijk om de keuzeruimte te besteden aan letterkundige vakken uit de master North American Studies (voor het cursusaanbod aldaar, zie de studiegids van die opleiding).
Als aanvulling op het cursusaanbod is er de mogelijkheid om een individueel onderzoekstutorial te volgen bij een van de stafleden of deel te nemen aan het landelijke MasterLanguageprogramma (zie www.masterlanguage.nl). In overleg met de examencommissie kun je daar cursussen op het gebied van de Engelstalige letterkunde volgen.
Programmacoördinator: Dr. Sándor Chardonnens
Eindtermen
Het masterprogramma Engelstalige Letterkunde leidt studenten op tot academici met een grondige inhoudelijke, theoretische en methodologische kennis van zowel de geschiedenis van de literatuur als van actuele literatuurwetenschappelijke thema's en debatten. Na afloop van de opleiding:
1. heeft de student zijn of haar repertoirekennis op het gebied van de Engelstalige letterkunde en/of literatuurwetenschap grondig verdiept.
2. is de student in staat om verworven inhoudelijke kennis, inzicht en vaardigheden toe te passen in een mondelinge presentatie en in een schriftelijk werkstuk of andere vormen van verslaglegging, die beantwoorden aan de eisen van wetenschappelijke kennisproductie. Hierbij geeft de student blijk van een uitstekende beheersing van de Engelse taal.
3. kan de student debatten uit de letterkunde of literatuurwetenschap analyseren, een eigen visie op het onderwerp geven en die onderbouwen. Analyse en onderbouwing getuigen van een onderzoekende houding en van een methodische en kritische verwerking van de kennisbasis van het vakgebied.
4. kan de student zelfstandig een relevant, specifiek vraagstuk uit de letterkunde of literatuurwetenschap onderzoeken met behulp van passende methoden. Hij/zij kan een probleem afbakenen, deelvragen formuleren, deze theoretisch en/of empirisch onderzoeken met behulp van relevante bronnen.
5. heeft de student kennisgemaakt met de letterkundige beroepspraktijk en is hij/zij in staat tijdens de studie opgedane kennis en vaardigheden daar toe te passen. De student is tevens in staat een wetenschappelijk onderzoek op te zetten op basis van in de praktijk verworven kennis.
6. kan de student zijn/haar eigen werkzaamheden organiseren, zowel individueel als in teamverband. Hij/zij kan de werkzaamheden, mede op basis van feedback van anderen, evalueren en verbeteren. De student kan lacunes in de eigen deskundigheden signaleren en hierin met behulp van gerichte zoekacties voorzien. Hij/zij maakt weloverwogen keuzes voor de verdere loopbaan.
7. kan de student exemplarisch benoemen hoe de ontwikkeling van het vakgebied samenhangt met ontwikkelingen binnen verwante (geesteswetenschappelijke) disciplines. Hij/zij kan participeren in multidisciplinaire discussies met andere wetenschappers.