1.5 Toetsing
Toetsing zorgt dat je de goede kant op leert – en goed afstudeert
In je opleiding heb je met allerlei vormen van toetsing te maken. Ruwweg kun je onderscheid maken tussen educatieve toetsing en beoordelende toetsing. Educatieve toetsing helpt je bij het leren. Beoordelende toetsing doet dat ook en vormt tevens de basis voor beslissingen over je studieloopbaan.
Educatieve toetsing
Toetsing is in de nieuwe opleiding zo belangrijk omdat je daarin – binnen zekere grenzen – zelf bepaalt wat en hoe je leert . Dat kan alleen maar goed gaan als je vaak informatie krijgt over wat je bereikt hebt, waar je nog aan kunt werken, waar je goed in bent, en hoe je verder zou kunnen. Deze terugkoppeling krijg je van een docent, je coach, van je medestudenten, van patiënten, van een computerprogramma, soms ook van jezelf, op basis van kleine of grote prestaties die je levert. Zulke toetsprestaties kunnen van alles zijn: antwoorden op een reeks vragen, de uitwerking van een opdracht, een presentatie, je gedrag tijdens een stage, enzovoort. Vaak krijg je ook terugkoppeling in situaties die je helemaal niet als toetsing ervaart, zoals bij het samenwerken in een groep of bij peer review. Terugkoppeling is niet voorbehouden aan de educatieve toetsing, ook de beoordelende toetsing levert je zulke 'rijke' terugkoppeling.
Typerend voor educatieve toetsing is dat deze niet leidt tot een beoordeling – er komt geen cijfer of voldoende/onvoldoende uit - en de resultaten wegen niet mee bij een beslissing over je studieloopbaan.
Beoordelende toetsing
Natuurlijk dient toetsing ook als basis voor beslissingen over je studieloopbaan, inclusief het behalen van je bachelor- of masterdiploma. Dit noemen we beoordelende toetsing. Beoordelende toetsing wordt uitgevoerd door examinatoren in opdracht en onder verantwoordelijkheid van de examencommissie. Beslissingen over jouw studievoortgang worden vaak genomen op grond van de beoordelingen van verscheidene toetsprestaties.
Criteria en normen
Voor alle beoordelende toetsing geldt dat je van begin af aan goed zicht hebt op de criteria en de normen waarop je toetsprestatie beoordeeld wordt. In veel gevallen ben je in je leeractiviteiten, waaronder de educatieve toetsing, vertrouwd geraakt met diezelfde criteria. Bij de beoordeling krijg je terugkoppeling waaraan je zien kunt op welke criteria je toetsprestatie hoe goed scoorde. Daarvan maak je weloverwogen gebruik bij de planning van je verdere studieactiviteiten.
De onderdelen van het beoordelende toetsprogramma en hun samenhang met de examenonderdelen en onderwijslijnen worden beschreven in de Onderwijs- en Examenregeling (OER).
Voor informatie over de educatieve toetsing: zie de module-beschrijvingen in de studiecatalogus en de informatie in Blackboard.