Zoek in de site...

Doelstelling & vervolgopleidingen

Eindkwalificaties
Kosten
Het maken van aantekeningen en gebruik van digitale middelen tijdens hoor- en werkcolleges Kunstgeschiedenis
Papieren post voor studenten
Centrum voor Kunsthistorische Documentatie
Onderzoeksspecialismen
Nederlandse Instituten in het buitenland
DesipientiaVereniging van Nederlandse Kunsthistorici (VNK)

Deze studiegids is bedoeld voor alle studenten die zich hebben ingeschreven voor de bacheloropleiding Kunstgeschiedenis en geeft een overzicht van al het onderwijs dat door de opleiding wordt verzorgd in het studiejaar 2017-2018. Hier vind je alle informatie over de studie, zoals cursusbeschrijvingen, tentamenroosters, doelstellingen en eindtermen van de opleiding, praktische informatie en voorzieningen voor letterenstudenten.

Kenmerkend voor het bachelorprogramma is de onderverdeling in een major, twee minoren en het core curriculum. De minoren en het core curriculum worden gevolgd in studiejaar B2 en B3. De major is het basisprogramma van de eigen opleiding, minoren zijn samenhangende vakkenpakketten, die je kunt gebruiken om je major verder uit te diepen of om je kennis juist te verbreden door vakken van andere opleidingen te volgen. Het core curriculum is een verplicht vakkenpakket van 15 studiepunten dat individueel wordt samengesteld uit een keuzeaanbod van de faculteiten Letteren, Filosofie, Religiewetenschappen en Theologie. In de major zijn enkele cursussen opgenomen die tevens een rol spelen in andere programma's. Daar kom je dus ook studenten van andere opleidingen tegen.

Het programma ziet er als volgt uit: een propedeuse met vakken uit het majordeel (B1) met afsluitend propedeusediploma, gevolgd door twee jaar studie (B2 en B3), waarin de major (totaal 135 studiepunten) wordt voortgezet en daarnaast 2 minoren plus het core curriculum (samen 45 studiepunten) worden gevolgd. De bachelor wordt afgesloten met het bachelordiploma. Ongeacht de minorenkeuze kun je altijd doorstromen naar het masterprogramma dat aansluit op je bacheloropleiding. Door een gerichte samenstelling van je minoren kun je soms ook toegang krijgen tot de master van een andere (letteren)opleiding. De masteropleiding Kunst- en Cultuurwetenschappen duurt een jaar en wordt afgesloten met het masterdiploma. De bachelor geeft tevens toegang tot de researchmaster Art and Visual Culture (tweejarig). Voor toegang tot deze master geldt een selectieprocedure.

Meer informatie over de opleiding Kunstgeschiedenis van de Radboud Universiteit Nijmegen vind je, behalve in deze studiegids, op onze website.

Binnen studies die zich op een of andere wijze met visuele cultuur bezighouden, neemt Kunstgeschiedenis een geheel eigen plaats in. De discipline Kunstgeschiedenis bestudeert die bijzondere categorie van beelden, objecten en gebouwen die je, in bepaalde tijden en onder bepaalde omstandigheden, als kunstwerken kunt kwalificeren. Je doet dat vanuit een historisch perspectief. Als kunsthistoricus onderzoek je artistieke conventies en veranderingen die deze conventies hebben ondergaan. Daarbij gaat de kunsthistoricus uit van het concrete kunstwerk en analyseert dit in materiaaltechnische en stilistische zin. Deze discipline stelt echter niet alleen vragen naar de bijzondere verschijningsvorm van het kunstwerk, maar ook naar de betekenis en de culturele achtergronden ervan, in de breedste zin van het woord, en naar de veranderingen die zich in de loop van de tijd in de receptie en voor de functie van het kunstwerk hebben voorgedaan. Een student die aan het eerste jaar van de studie begint, heeft vaak nog weinig inzicht in de aard, problematiek en omvang van de studie. Kunstgeschiedenis in Nijmegen houdt hiermee rekening door een brede basis aan te bieden waarin de vier specialisaties - Kunstgeschiedenis van de oudheid, van de middeleeuwen, van de vroegmoderne en van de moderne periode - alle gelijkwaardig zijn vertegenwoordigd. Hiermee wordt een fundament gelegd voor een vergelijkende studie van kunstopvattingen uit verschillende tijden. Door deze opzet komt de specialisatiefase in Nijmegen relatief laat in de studie: vooral in het derde jaar van de bacheloropleiding, met een verdiepend vervolg in de masteropleiding.

Aldus is de opleiding Kunstgeschiedenis er enerzijds op gericht studenten af te leveren die breed zijn opgeleid en inzetbaar zijn op verschillende terreinen van kunst en cultuur van het maatschappelijke leven. Daarnaast beoogt de opleiding om studenten de mogelijkheid te bieden zich toe te leggen op verschillende specialisaties, bijvoorbeeld naar kunstvorm of naar tijdvak (oudheid, middeleeuwen, de renaissance en barok, de moderne periode). Vanaf het eerste begin van de opleiding wordt groot belang gehecht aan de directe confrontatie met het originele kunstwerk: museum- en monumentenbezoek, en vier verplichte, meerdaagse buitenlandse excursies (jaar 1 Keulen, jaar 2 Florence en Parijs, jaar 3 wisselend reisdoel).

Als afgestudeerd kunsthistoricus kun je in veel verschillende beroepen terechtkomen. Je wordt conservator in een museum of tentoonstellingsmaker, journalist of criticus, leraar, rondleider of reisgids, monumentenbeheerder of restaurator, beleidsmedewerker op het terrein van kunst en cultuur, medewerker op het gebied van pers en voorlichting, of je vindt emplooi in de kunsthandel of het galeriewezen. Sommigen gaan verder in de wetenschap. Met deze studie kun je je weg vinden naar al deze beroepen. Dat houdt voor het curriculum in dat naast een gedegen opleiding in de geschiedenis van de beeldende kunst, architectuur en toegepaste kunsten, de theorie en methodologie van de kunstgeschiedenis ook andere vaardigheden en attitudes worden geleerd. Je leert je goed in woord en geschrift uit te drukken. Maar ook moet je zelfstandig gecompliceerde vraagstukken kunnen analyseren, erover kunnen rapporteren en zo nodig eigen voorstellen kunnen ontwikkelen. De vraagstukken moeten bovendien vanuit verschillende (inter)disciplinaire invalshoeken kunnen worden benaderd. Hier verbindt zich de vakgerichte studie Kunstgeschiedenis met een academische attitude en met meer algemene academische en communicatieve vaardigheden.

Opleidingsdoelstellingen
De opleiding Kunstgeschiedenis leidt studenten op tot kunsthistorici - en, in samenwerking met de afdelingen Griekse en Latijnse Taal en Cultuur (GLTC) en Oude Geschiedenis, tot archeologen - die een breed overzicht hebben verworven van de verschillende periodes en de verschillende kunstsoorten. Je beschikt over de benodigde vaardigheden om objecten uit verschillende periodes en van verschillende typen te analyseren en te interpreteren, en ze in hun onderlinge samenhang te vergelijken. Je kunt bepaalde onderzoeksmethoden toepassen en met wetenschappelijke criteria evalueren. Je kunt de stand van de wetenschap zelfstandig bijhouden. Je bent in staat om literatuuronderzoek te verrichten en daarvan verslag te doen in een werkstuk conform de daartoe bestaande wetenschappelijke normen. Je kunt de verworven kennis in het maatschappelijke veld praktisch toepassen. Tenslotte kun je tentoonstellingen en museale opstellingen beoordelen op vakinhoudelijke en overdrachtstechnische aspecten.

Eindkwalificaties

Het voltooien van de bacheloropleiding Kunstgeschiedenis betekent dat een student niet alleen kunsthistorische kennis heeft verworven, maar ook geleerd heeft zich kunsthistorische methoden en vaardigheden eigen te maken. De bedoelde kennis, methoden en vaardigheden worden in termen van competentie in de volgende eindkwalificaties (ofwel eindtermen) verwoord.
De afgestudeerde beschikt na het voltooien van de bachelor's-opleiding Kunstgeschiedenis over de volgende competenties:

1. De afgestudeerde kent de voornaamste periodes en stromingen binnen de kunstgeschiedenis van de oudheid tot en met de moderne periode en beschikt over kennis van een breed repertoire van objecten uit de westerse kunstgeschiedenis.

2. De afgestudeerde kan kunstwerken en bouwwerken adequaat beschrijven en analyseren en ze plaatsen in een correct stilistisch, historisch en iconografisch kader.

3. De afgestudeerde beheerst de grondbeginselen van de methoden en vaardigheden van kunsthistorisch onderzoek en weet deze onder begeleiding correct toe te passen. Hij/zij kan onder begeleiding een relevant, specifiek vraagstuk uit de Kunstgeschiedenis onderzoeken met behulp van passende onderzoeksmethoden. De afgestudeerde kan gebruikmakend van verworven kennis met een redelijke mate van zelfstandigheid vraagstukken uit de Kunstgeschiedenis analyseren.

4. De afgestudeerde kan een probleem afbakenen, de stand van wetenschap dienaangaande beschrijven, deelvragen formuleren, het onderzoeksmateriaal op kritische wijze theoretisch en/of empirisch onderzoeken met behulp van relevante literatuur in de moderne talen (Nederlands, Engels, Frans en Duits) en vervolgens in correct Nederlands of Engels mondeling en schriftelijk verslag doen van de onderzoeksresultaten in een helder gestructureerde, academische stijl.

5. De afgestudeerde kan het voor het onderzoek benodigde bronnenmateriaal en de literatuur zelfstandig verzamelen, gebruikmakend van een adequaat heuristisch apparaat en dataverzamelingen. Hij/zij kan bronnen en literatuur organiseren, kritisch selecteren, beoordelen en benutten. Hij/zij kan collecties en onderzoek- en kenniscentra in Nederland, en in beperkte mate ook in het buitenland, lokaliseren, karakteriseren en hun ontsluitingssystemen met vrucht gebruiken.

6. De student kan verworven kennis, onderzoeksresultaten en overige bevindingen op verantwoord niveau overbrengen aan vakgenoten, andere hoger opgeleiden en ook naar een lekenpubliek, op duidelijke en vakspecifieke wijze met behulp van geschikte technische middelen.

7. De afgestudeerde kan de eigen werkzaamheden organiseren, zowel individueel als in teamverband. Hij/zij kan de werkzaamheden, mede op basis van feedback van anderen, evalueren. De afgestudeerde kan lacunes in de eigen deskundigheid signaleren.

8. De afgestudeerde kan exemplarisch benoemen hoe de ontwikkeling van het vakgebied samenhangt met ontwikkelingen binnen verwante (geesteswetenschappelijke) disciplines. Hij/zij maakt weloverwogen keuzes voor de vervolgstudie.

Kosten

Een student Kunstgeschiedenis dient rekening te houden met de aanschaf van studieboeken die door hun uitvoering en vooral door de opname van veel afbeeldingen duurder kunnen uitvallen dan andere studieboeken. Daar staat tegenover dat deze (hand)boeken ook voor de latere jaren van de studie hun waarde behouden.

Verder zijn er extra kosten verbonden aan de geprogrammeerde verplichte, zowel eendaagse als meerdaagse, excursies. Een deel van de kosten voor de meerdaagse excursies komen voor rekening van de Radboud Universiteit, een deel wordt door de student zelf betaald. De reis- en entreekosten voor de eendaagse excursies zijn voor rekening van de student zelf. Geadviseerd wordt om een student-lidmaatschap van de ICOM (International Council of Museums) aan te gaan, waarvan deel uitmaakt een lidmaatschapskaart die internationaal vrije toegang geeft tot veel musea.

Het maken van aantekeningen en gebruik van digitale middelen tijdens hoor- en werkcolleges Kunstgeschiedenis

Het maken van aantekeningen tijdens hoor- en werkcolleges is van groot belang, evenals uiteraard het zo intensief mogelijk volgen van de colleges. Van veel hoorcolleges worden de powerpointpresentaties (of een samenvatting daarvan) na afloop van het college via Blackboard ter beschikking gesteld, wat betekent dat iedereen het beeldmateriaal met de basale gegevens krijgt; in andere gevallen gaat het doorgaans om beeldmateriaal dat eenvoudig in handboeken of andere literatuur cq internetbronnen is terug te vinden.

Aantekeningen hoeven dus alleen betrekking te hebben op de verhalende inhoudvan het college: opbouw en structuur, hoofdpunten, begrippen, etcetera.

Het maken van handgeschreven notities op papier is sterk aan te raden: dat is het minst afleidend (ook voor mede-studenten), memoriseert het best en is een prima uitgangspunt om na afloop van het college voor jezelf een uitgewerkt verslag te maken. Op die manier verwerk je de collegestof op de meest effectieve manier en heb je studiemateriaal om je voor te bereiden op het schriftelijk tentamen.

Tijdens college zijn geluidsopnamen niet toegestaan en is gebruik van mobiele telefoons absoluut verboden, zowel voor telefoonverkeer als elke andere vorm van communicatie.

Bij gebruik van een laptop of tablet voor het maken van aantekeningen (wat we afraden) moet communicatie via social media uitgeschakeld zijn. Ook elk ander internetgebruik is verboden, tenzij dat expliciet wordt toegestaan ten behoeve van de werkvorm.

Dit ter bescherming van ieders eigen concentratie, maar vooral ook omdat internetgebruik door de oplichtende schermen zeer afleidend en dus hinderlijk is voor je medestudenten.

Bij afwijkend gedrag kan de docent de betreffende student verzoeken het college te verlaten.

Papieren post voor studenten

Contact met studenten wordt veelal via (het officiële student.ru.nl) e-mail adres onderhouden. Papieren post, gecorrigeerde werkstukken en dergelijke kunnen ook worden geponeerd in de postmap waarover iedere student beschikt. Deze postmappen bevinden zich in een hangmappenkast bij kamer 11.04b op de elfde etage van het Erasmusgebouw. De ruimte en de kast zijn bereikbaar tijdens de openingstijden van het Erasmusgebouw. Privacygevoelige stukken worden uiteraard niet in de hangmappen achtergelaten, maar per post naar het woonadres van de student verzonden. De postmappen zijn een initiatief van de opleiding Kunstgeschiedenis in samenwerking met de Organisatie Studenten Kunstgeschiedenis (OSK).

Centrum voor Kunsthistorische Documentatie

Het Centrum voor Kunsthistorische Documentatie (CKD) beheert de omvangrijke collecties beeldmateriaal die in het kunsthistorisch onderwijs en onderzoek in Nijmegen worden gebruikt. Studenten kunnen beeldmateriaal voor referaten, werkstukken of scripties zoeken op het CKD. Vooral het iconografisch geordende Van der Krogt-archief bevat afbeeldingen die heel handig kunnen zijn voor studenten. Studenten kunnen in het kader van hun opleiding via het CKD beeldmateriaal te bestellen voor referaten of werkstukken. Dit beeldmateriaal wordt in de collectie van het CKD opgenomen.
Op het CKD staan voor iedereen raadpleegbaar de meest relevante naslagwerken van de opleiding Kunstgeschiedenis. Ook staan er exemplaren van de studieboeken die jaarlijks terugkeren in het onderwijs op het CKD.
Het CKD beschikt over ca. twee miljoen afbeeldingen van voornamelijk West-Europese beeldende kunst en architectuur: foto's, reproducties, ansichtkaarten of afbeeldingen op microfiches. Daarnaast bezit het CKD ook collecties die speciaal voor het onderwijs zijn, zoals een grafiek- en een fotografiecollectie.
Een deel van de collecties is gedigitaliseerd en online te raadplegen. De FAUN-database geeft een verzameling gedigitaliseerde dia's die de afgelopen vijftig jaar voor de opleidingen kunstgeschiedenis en archeologie gemaakt zijn. Deze afbeeldingen zijn gratis beschikbaar voor studenten..
Het CKD is dagelijks geopend van 8.30 - 17.00 uur en is gevestigd in het Erasmusgebouw (E. 11.14). Hoofd van het CKD is drs. W. Piron.

Onderzoeksspecialismen

De stafleden van de opleiding Kunstgeschiedenis hebben het onderzoek waar zij zich mee bezighouden ondergebracht in het facultaire, interdisciplinaire onderzoeksinstituut HLCS (Historische, Literaire en Culturele Studies). Uit de daar vermelde publicaties is goed afleesbaar op welke gebieden de verschillende stafleden actief zijn. Het kunsthistorisch onderzoek, van de klassieke oudheid tot de moderne periode, is gericht op vragen betreffende de invloed van religieuze, filosofische of politieke stromingen op de kunst. Deze kunnen worden afgeleid uit specifieke beeldprogramma's, of uit een bepaalde stijl, uit een gekozen ruimteconcept of vormgeving. Onderzocht wordt welke invloed de opdrachtgever, de plaats waarvoor het kunstwerk bedoeld was en de functie die het moest krijgen, hierop hebben uitgeoefend. Verder sluit het onderzoek van diverse stafleden ook aan bij interuniversitaire onderzoeksverbanden, zoals de onderzoeksscholen Kunstgeschiedenis, Mediëvistiek, en Huizinga Instituut. Voor de masterstudie is het handig om te weten tot wie je je het best kunt wenden voor scriptiebegeleiding. Een nadere kennismaking met de stafleden, bijzonder hoogleraren en promovendi en hun respectievelijke wetenschappelijke belangstelling is te vinden op de websitevan de opleiding.

Nederlandse Instituten in het buitenland

De Nederlandse universitaire wereld kent een aantal Wetenschappelijke Instituten in het Buitenland (NWIB). Dit zijn instituten in onder meer Athene, Sint-Petersburg en Cairo waar onderzoek wordt gedaan en onderwijs verzorgd op het gebied van deplaats van vestiging. De instituten bieden vaak plaats aan studenten van Nederlandse (en soms ook buitenlandse) universiteiten, om er enige tijd te verblijven teneinde onderzoek te doen voor bijvoorbeeld een werkstuk of scriptie, of ter plekke een stage te lopen. Voor studenten Kunstgeschiedenis zijn met name relevant de instituten in Italië: het Nederlands Interuniversitair Kunsthistorisch Instituut te Florence (NIKI) en het Koninklijk Nederlands Instituut te Rome (KNIR). Aan beide instituten worden regelmatig cursussen georganieerd die zijn bedoeld voor studenten van de deelnemende universiteiten (waaronder de Radboud Universiteit), en waarmee die studenten studiepunten kunnen behalen die (op zowel bachelor als masterniveau) kunnen worden ingezet in het reguliere studieprogramma.

Het Instituut in Florence verzorgt een uitgebreid onderwijs- en onderzoeksprogramma op het gebied van de bestudering van de Italiaanse en Nederlands-Vlaamse kunst en de artistieke relaties tussen beide landen. De cursussen die het instituut organiseert, verschaffen een unieke combinatie van theorie en praktijk, op een stimulerende locatie. Meerdere malen per jaar worden er cursussen aangeboden, variërend in onderwerp van de discrepanties tussen theorie en praktijk bij Leonardo da Vinci tot aan Europese kunstenaarsmigratie tussen 1400 en 1700. Zie de website van het NIKI voor het actuele cursusaanbod en verdere praktische informatie. Voor inlichtingen over scriptieonderwerpen, mogelijkheden voor studieverblijf, stages en beurzen kun je ook terecht bij dr. A.R. de Klerck.

Het Koninklijk Nederlands Instituut te Rome is een interuniversitaire instelling voor wetenschappelijk onderwijs en onderzoek op het gebied van de geschiedenis, kunstgeschiedenis en archeologie. Het KNIR stelt beurzen ter beschikking aan studenten en jonge onderzoekers van Nederlandse universiteiten voor een studieverblijf in Rome. Voorts organiseert het KNIR cursussen op bovengenoemde vakgebieden voor studenten van Nederlandse universiteiten. Kijk voor het actuele aanbod van cursussen (die onder bepaalde voorwaarden ook kunnen worden opgenomen in het bachelor- of master curriculum) op de website van het Instituut. Het Nederlands Instituut speelt een bemiddelende rol tussen de Nederlandse universitaire wereld en de in Rome aanwezige internationale en Italiaanse wetenschappelijke instellingen en bevordert de contacten door het organiseren van lezingen en congressen. Kijk op de website van het KNIR voor het actuele aanbod. Voor informatie over beurzen en cursussen, zie steeds de mededelingen op het prikbord. Je kunt ook terecht bij stafleden dr. A.R. de Klerck, of dr S.T.A.M. Mols.

Desipientia

Het kunsthistorisch tijdschrift Desipientia is verbonden aan de afdeling Kunstgeschiedenis van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Het tijdschrift biedt veelbelovende jonge kunsthistorici (studenten, pas afgestudeerden, promovendi) de mogelijkheid hun onderzoeksresultaten te publiceren te midden van meer gevorderde vakgenoten. In elk nummer wordt gewoonlijk een bepaald thema belicht. DESIPIENTIA verschijnt twee maal per jaar. Het tijdschrift is te vinden in bijvoorbeeld de KB in Den Haag, in vele museum- en universiteitsbibliotheken in Nederland en België, alsook in de bibliotheken van de Nederlandse instituten te Parijs, Florence en Rome.

Vereniging van Nederlandse Kunsthistorici (VNK)

Iedereen die in Nederland is afgestudeerd in de kunstgeschiedenis, kan lid worden van de Vereniging van Nederlandse Kunsthistorici. De VNK organiseert jaarlijks een Nationaal Kunsthistorisch Congres, looft diverse prijzen uit voor kunsthistorisch onderzoek en verzorgt het digitale nieuwsbulletin Kunsthistorici. Ook voor studenten is het goed kennis te nemen van de informatie en vacatures die de VNK op haar website publiceert. Van de VNK-website: "De VNK komt op voor de belangen van de discipline kunst- en architectuurgeschiedenis en haar beoefenaars in Nederland. Tevens wil zij opkomen voor gemeenschappelijke kunsthistorische belangen en aandacht vragen voor kunsthistorische noden en behoeften".