Zoek in de site...

Inhoud en eindtermen

Met de Nijmeegse master Oudheidstudies heb je een uitstekende bagage voor functies waarin een goede taalvaardigheid, kennis van de Grieks-Romeinse beschaving, analytisch vermogen en/of een gedegen geesteswetenschappelijke vooropleiding van belang zijn, zoals in het uitgeverswezen, de journalistiek en de culturele sector. Het is ook mogelijk na deze masterprogramma's in combinatie met het betreffende bachelordiploma toegang te krijgen tot de lerarenopleiding, mits je bereid bent de scriptie en vrije ruimte op een wijze in te vullen die aansluit bij het vak waarin je een lesbevoegdheid wilt verkrijgen. Dit programma sluit aan bij het facultaire onderzoeksprogramma ‘De Antieke Wereld'.

Doelstelling en eindtermen van programma Griekse en Latijnse taal- en letterkunde
Het masterprogramma Griekse en Latijnse taal- en letterkunde heeft tot doel je een meer gespecialiseerde en op wetenschapsbeoefening gerichte kennis te verschaffen op het terrein van de twee klassieke talen, Grieks en Latijn. Daarnaast stelt het je in staat zelfstandig om te gaan met de methoden en technieken van het vak in de gekozen letterkunde, daarmee onderzoek te verrichten en van dat onderzoek verslag te doen in een scriptie. Na afronding van de master heb je voldoende vakkennis om door te stromen naar de lerarenopleiding GTC en LTC of om op de arbeidsmarkt een functie te verwerven in sectoren waarin goede taalvaardigheid, kennis van de Grieks-Romeinse beschaving of een gedegen geesteswetenschappelijke vooropleiding van belang zijn.

Opleidingsdoelstellingen en eindtermen Oudheidstudies
1.    Je kunt vrijwel zelfstandig vraagstukken uit het vakgebied van de Griekse en Latijnse Taal en Cultuur analyseren en de eigen visie op, of standpunten over het vraagstuk onderbouwen. Analyse en onderbouwing getuigen van een onderzoekende houding en van een methodische en kritische verwerking van de kennisbasis van het vakgebied.

2.    Je kunt zelfstandig een relevant, specifiek vraagstuk uit het vakgebied van de Griekse en Latijnse Taal en Cultuur onderzoeken met behulp van passende onderzoeksmethoden. Als afgestudeerde kun je een probleem afbakenen, deelvragen formuleren, deze theoretisch en empirisch onderzoeken met behulp van relevante bronnen, en je kunt in correct Nederlands verslag doen van de onderzoeksresultaten in een helder gestructureerde, academische stijl.

3.    Je kunt je eigen werkzaamheden organiseren, zowel individueel als in teamverband. Je kunt je werkzaamheden, mede op basis van feedback van anderen, evalueren en verbeteren. Als afgestudeerde kun je in de eigen deskundigheid signaleren en hierin met behulp van gerichte zoekacties voorzien. Je maakt weloverwogen keuzes voor de loopbaan.

4.    Je kunt exemplarisch benoemen hoe de ontwikkeling van het vakgebied samenhangt met ontwikkelingen binnen verwante (geesteswetenschappelijke) disciplines. Je kunt participeren in multidisciplinaire discussies met andere (geestes)wetenschappers.

Opleidingsdoelstellingen en eindtermen specifiek voor het programma Griekse en Latijnse Taal- en Letterkunde (en na een BA GLTC voor het programma Klassieke Cultuur als voorbereiding op GTC en LTC van de RDA)
5.    Je bezit wetenschappelijk gefundeerde kennis van en inzicht in de belangrijkste aspecten van de Griekse en Latijnse taal. Je kunt ze zelfstandig lezen met een doelmatig gebruik van woordenboeken en commentaren. Je kunt de ontwikkeling van beide talen beschrijven en historische en regionale taalkundige verschillen benoemen. Je gebruikt de kennis en vaardigheden opgedaan tijdens je Bachelorstudie om specifieke thema’s nader uit te diepen en zelfstandig te verwerken.

6.    Je bezit wetenschappelijk gefundeerde kennis van de voornaamste Griekse en Latijnse literaire werken uit verschillende periodes, genres en regio’s. Je beheerst de methoden en technieken om deze in hun context te analyseren en bent in staat hierbij relevante antieke en moderne literatuurtheoretische concepten te betrekken. Je gebruikt de kennis en vaardigheden opgedaan tijdens je Bachelorstudie om specifieke thema’s nader uit te diepen en zelfstandig te verwerken.

In het masterprogramma is een vrije ruimte opgenomen van 10 studiepunten, die je geacht wordt te gebruiken voor het volgen van andere mastercolleges in het programma Griekse en Latijnse taal- en letterkunde, buiten de opleiding (aan zusterfaculteiten, andere afdelingen van de RU of in het buitenland). Ook de afdeling Geschiedenis biedt interessante modules aan voor studenten Oudheidstudies (zie de cursusbeschrijvingen hieronder).

Je kunt ook deelnemen aan landelijke cursussen van Masterlanguage, doorgaans gehouden te Utrecht. Om zo'n cursus te volgen als keuzeonderdeel (10 ects) binnen de MA is toestemming van de examencommissie van Oudheidstudies vereist. Als het Masterlanguage-cursussen op het gebied van de Oudheid betreft wordt deze toestemming normaalgesproken zonder meer gegeven.