Start, begeleiding en beoordeling
Start van de stage
In juni is bekend op welke school je stage gaat lopen en wie je begeleider zal zijn. Kort daarna neem je contact op met de school. Na de startweek in september begin je daadwerkelijk met de stage.
Het is belangrijk dat je kennismaakt met de school en de werkplekbegeleider op de school voordat je met de stage begint. Naast het kennismaken kun je ook een aantal afspraken maken over bijvoorbeeld de start van de stage. Dit zal per school verschillend zijn: de ene school wil je graag vanaf de eerste les mee laten lopen, de andere school ontvangt je liever een week later. We adviseren je persoonlijk kennis te maken en op de school langs te gaan om de werkplekbegeleider te ontmoeten. Zo kun je ook de school verkennen en eventuele vragen stellen.
Stagebegeleiding
Gedurende de stage word je begeleid door een tweedegraads bevoegd vakdocent, dit is je werkplekbegeleider. Daarnaast kunnen andere docenten betrokken zijn bij je stagebegeleiding (coaches, schoolopleider, instituutsopleider scholen). Ook kan het zijn dat je stage loopt in de klassen van verschillende vakdocenten. Je eigen werkplekbegeleider blijft echter altijd je eerstverantwoordelijke begeleider.
Gedetailleerde informatie over de begeleiding van de stage is terug te vinden in de Stagewijzer, die je aan het begin van de minor ontvangt.
Lesbezoek
Tijdens beide stages krijg je een lesbezoek van een andere opleider vanuit het instituut. Dit is bedoeld om op basis van lesbezoek en een gesprek met jou en je begeleider(s) zicht te krijgen op jouw leerproces en om feedback te geven. Meer informatie over wie het lesbezoek uitvoert en wat je daar als student voor moet doen, is te vinden in de Stagewijzer.
De stagiair
Een school is een omgeving met specifieke regels en gebruiken. Voor een deel staan die op schrift, maar voor een belangrijk deel ook niet. Met deze regels en gebruiken dien je rekening te houden. De werkplekbegeleider is en blijft verantwoordelijk voor de klassen en het onderwijs en dus voer je als stagiair (delen van) het onderwijs uit onder zijn/haar verantwoordelijkheid, ook als je alleen voor de klas staat. Een leergierige en begeleidbare opstelling is daarbij van belang: je neemt initiatieven en overlegt daarover, je kijkt verder dan de lessen en vraagt ook andere docenten en functionarissen om hulp of informatie.
Een docent heeft een voorbeeldfunctie. Je zult je op school, en zeker in het bijzijn van leerlingen, conform de docentenrol moeten gedragen en kleden en je zult zorgvuldig taalgebruik moeten hanteren. Ook zul je je moeten houden aan de regels omtrent privacy die op de school worden gehanteerd. Controleer voor het begin van je stage je persoonlijke internetsites of social mediagegevens. Kijk vooral naar wat openbaar is. Wat vind je ervan als de school dit ziet? En je leerlingen?
Beoordeling van de stage
Je stagevoortgang wordt op verschillende momenten in de opleiding geëvalueerd, door de werkplekbegeleider en andere opleiders en begeleiders. Informatie over de tentamens en deelopdrachten vind je bij toetsing.
Vragen, klachten en geschillen
Ondanks de zorgvuldige selectie van stageplaatsen kan het voorkomen dat er zich tijdens jouw stage vragen of problemen voordoen waar je op de stageschool en met je begeleiders niet uitkomt, bijvoorbeeld over de aard of omvang van de begeleiding, het aantal lessen dat je moet geven, vervanging, deelname aan activiteiten, et cetera.
Bespreek je vraag of probleem in ieder geval met je instituusopleider. Een overzicht van de instituusopleiders en de scholen waaraan zij verbonden zijn vind je in de Stagewijzer. Daarnaast kun je natuurlijk contact opnemen met de stagecoördinator van de Radboud Docenten Academie, Laura Wieseman (stage@docentenacademie.ru.nl). Zij zal je vraag beantwoorden en/of je in contact brengen met de juiste person met wie je je vraag of probleem kan bespreken.