Doelstelling & eindkwalificaties
De Radboud Universiteit Nijmegen is een ideale omgeving voor studenten om zich te verdiepen in de antieke wereld. Als vroegere Romeinse legioensvesting heeft Nijmegen (Noviomagus) letterlijk sinds de oudheid hechte banden met de antieke cultuur. Grote delen van Nijmegen zijn oudheidkundig waardevol gebied, waar archeologen actief onderzoek doen. Bovendien vormt 'Klassieken' al sinds de oprichting van de Nijmeegse universiteit een belangrijke studie, waarbinnen bijzondere aandacht uitgaat naar de Griekse en Latijnse literatuur, de Oude Geschiedenis, Klassieke Archeologie en Receptie van de Oudheid.
In de master Oudheidstudies kun je je verdiepen in een of meer onderdelen van het vakgebied. Zo draag je bij aan het voortleven van de antieke cultuur en literatuur in onze samenleving. De opleiding biedt gespecialiseerde, hoogwaardige vakkennis. Daarnaast oefen je met de vakeigen methoden en technieken, verricht je zelfstandig onderzoek en doe je daarvan verslag in een Master-scriptie. De master Oudheidstudies (60 ects) kent twee varianten: een ‘talig' programma (Griekse en Latijnse Taal- en Letterkunde) en een ‘cultuur'-programma (Klassieke Cultuur).
De specialisatie Griekse en Latijnse Taal- en Letterkunde
Binnen de specialisatie Griekse en Latijnse Taal- en Letterkunde ligt de nadruk op Grieks, Latijn en de bijbehorende letterkundes. Je krijgt specialisatiecolleges Griekse letterkunde (10 ects) en Latijnse letterkunde (10 ects). Verder volg je, samen met studenten uit het 'cultuur'-programma, een college Klassieke Traditie (10 ects), waarin wordt gewerkt met teksten in vertaling; het bijbehorende pensum omvat voor studenten binnen het talige programma primaire teksten in het Grieks en het Latijn. Deze cursus wordt zowel in semester 1 als 2 aangeboden om het programma flexibel te houden, zodat je naar het buitenland kunt, er twee instapmomenten zijn en je een zo ruim mogelijk keuze bij het invullen van je vrije ruimte hebt (in semester 1 of 2). De specialisatie kent verder een zelf in te vullen module (10 ects), waarvoor een ruime keus uit masterprogramma's binnen en buiten de faculteit wordt aangeboden, en een MA-scriptie (20 ects).
De specialisatie Klassieke Cultuur
De specialisatie Klassieke Cultuur geeft behalve classici ook niet-classici toegang tot de master Oudheidstudies. De specialisatie richt zich op Oude Geschiedenis, Klassieke Archeologie en de Receptie van de klassieke literatuur in de moderne Europese en Amerikaanse letterkunde. Je krijgt colleges op alle drie de deelgebieden (van elk 10 ects). De cursus Klassieke Traditie wordt zowel in semester 1 als 2 aangeboden om het programma flexibel te houden, zodat je naar het buitenland kunt, er twee instapmomenten zijn en je een zo ruim mogelijk keuze bij het invullen van je vrije ruimte hebt (in semester 1 of 2). Aan de cursus Griekse en Romeinse Archeologie is de mogelijkheid van een veldwerkstage verbonden. De specialisatie kent verder een zelf in te vullen module (10 ects), waarbij studenten bijvoorbeeld een MA-cursus kunnen kiezen die voortbouwt op hun BA-major of MA-cursussen Provinciaal-Romeinse Archeologie, en een MA-scriptie (20 ects). In dit programma wordt voornamelijk gewerkt met teksten in vertaling. Enige kennis van de klassieke talen is wel aan te bevelen maar niet vereist.
De eindtermen van de twee specialisaties zijn te vinden onder ‘inhoud en eindtermen’ bij de specialisaties.
Schematisch overzicht twee programma's
Griekse en Latijnse taal- en letterkunde |
Klassieke Cultuur |
Griekse taal-en letterkunde (10 ects) Latijnse taal-en letterkunde (10 ects) Klassieke Traditie 1 of 2 (10 ects) Ruime keuze (10 ects) uit andere Mastercursussen Scriptie (20 ects) |
Oude Geschiedenis (10 ects) Griekse en Romeinse Archeologie (10 ects) Klassieke Traditie 1 of 2 (10 ects) Ruime keuze (10 ects) uit andere Mastercursussen Scriptie (20 ects) |
Voor beide programma's geldt dat er goede mogelijkheden zijn om een deel van het programma te volgen buiten de eigen opleiding, bijvoorbeeld in het buitenland. Vooral het keuzeonderdeel (10 ects) en de scriptie (20 ects) lenen zich daartoe. Je kunt met beide programma's zowel in september als in februari beginnen, maar de opbouw van de programma's is optimaal wanneer men in september begint. Studenten kunnen ook deelnemen aan landelijke cursussen van Masterlanguage, doorgaans gehouden te Utrecht. Om zo'n cursus te volgen als keuzeonderdeel (10 ects) binnen de MA is toestemming van de examencommissie van Oudheidstudies vereist. Als het Masterlanguage-cursussen op het gebied van de Oudheid betreft wordt deze toestemming normaalgesproken zonder meer gegeven.
AANWEZIGHEIDSPLICHT COLLEGES
Voor alle colleges van de Master Oudheidstudies geldt een aanwezigheidsplicht. Zie voor meer informatie het Onderwijs en examenregeling van de MA Oudheidstudies (OER).
Toekomstperspectief
De master Oudheidstudies heeft tot doel je een meer gespecialiseerde en op wetenschapsbeoefening gerichte kennis te verschaffen op het terrein van de twee klassieke talen of de cultuurvakken (Oude Geschiedenis, Klassieke Archeologie, Receptie van de Klassieke Oudheid). Daarnaast beoogt zij je in staat te stellen zelfstandig om te gaan met de methoden en technieken van het vak in de gekozen specialisatie, daarmee onderzoek te verrichten en van dat onderzoek verslag te doen in een scriptie.
Na afronding van de master heb je voldoende vakkennis om op de arbeidsmarkt een functie te verwerven in sectoren waarin goede taalvaardigheid, kennis van de Grieks-Romeinse beschaving of een gedegen geesteswetenschappelijke vooropleiding van belang zijn. Wanneer je voor je master Oudheidstudies een BA Griekse en Latijnse Taal en Cultuur hebt behaald met ten minste 90 ECTS aan cursussen Grieks en Latijn en je tijdens je master Oudheidstudies ten minste 30 ECTS aan zogeheten 'talig' studiepunten hebt behaald, kun je doorstromen naar de lerarenopleiding GTC en LTC van de Radboud Docenten Academie. Wanneer je voor je master Oudheidstudies een BA Geschiedenis hebt behaald kun je doorstromen naar de lerarenopleiding Geschiedenis van de Radboud Docenten Academie.