Zoek in de site...

Inhoud en eindtermen

Met de Nijmeegse master Oudheidstudies heb je een uitstekende bagage voor functies waarin een goede taalvaardigheid, kennis van de Grieks-Romeinse beschaving, analytisch vermogen en/of een gedegen geesteswetenschappelijke vooropleiding van belang zijn, zoals in het uitgeverswezen, de journalistiek en de culturele sector. Het is ook mogelijk na deze masterprogramma's in combinatie met het betreffende bachelordiploma toegang te krijgen tot de lerarenopleiding, mits je bereid bent de scriptie en vrije ruimte op een wijze in te vullen die aansluit bij het vak waarin je een lesbevoegdheid wilt verkrijgen. Dit programma sluit aan bij het facultaire onderzoeksprogramma ‘De Antieke Wereld'.

Doelstelling en eindtermen van programma Klassieke Cultuur

Het masterprogramma Klassieke Cultuur heeft tot doel je een meer gespecialiseerde en op wetenschapsbeoefening gerichte kennis te verschaffen op het terrein van de cultuurvakken Oude Geschiedenis en Klassieke Archeologie en de Receptie van de Klassieke Oudheid. Daarnaast stelt het je in staat zelfstandig om te gaan met de methoden en technieken van het vak in de gekozen specialisatie, daarmee onderzoek te verrichten en van dat onderzoek verslag te doen in een scriptie. Na afronding van de master heb je voldoende vakkennis om op de arbeidsmarkt een functie te verwerven in sectoren waarin goede taalvaardigheid, kennis van de Grieks-Romeinse beschavingen en een gedegen geesteswetenschappelijke vooropleiding van belang zijn. Indien je na een BA GLTC in de MA 30 ECTS talige studiepunten hebt behaald, kun je bovendien doorstromen naar de lerarenopleiding GTC en LTC. Wanneer je voor je master Oudheidstudies een BA Geschiedenis hebt behaald kun je doorstromen naar de lerarenopleiding Geschiedenis van de Radboud Docenten Academie.

Eindtermen Oudheidsstudies

De afgestudeerde van de masterspecialisatie Klassieke Cultuur:

  1. kan zelfstandig vraagstukken uit het vakgebied van de Griekse en Latijnse Taal en Cultuur analyseren en de eigen visie op, of standpunten over het vraagstuk onderbouwen. Analyse en onderbouwing getuigen van een onderzoekende houding en van een methodische en kritische verwerking van de kennisbasis van het vakgebied;
  2. kan zelfstandig een relevant, specifiek vraagstuk uit het vakgebied van de Griekse en Latijnse Taal en Cultuur onderzoeken met behulp van passende onderzoeksmethoden. De afgestudeerde kan een probleem afbakenen, deelvragen formuleren, deze theoretisch en empirisch onderzoeken met behulp van relevante bronnen, en in correct Nederlands verslag doen van de onderzoeksresultaten in een helder gestructureerde, academische stijl;
  3. kan de eigen werkzaamheden organiseren, zowel individueel als in teamverband. De afgestudeerde kan de werkzaamheden, mede op basis van feedback van anderen, evalueren en verbeteren. Als afgestudeerde kan de afgestudeerde in de eigen deskundigheid signaleren en hierin met behulp van gerichte zoekacties voorzien. De afgestudeerde maakt weloverwogen keuzes voor de loopbaan;
  4. kan exemplarisch benoemen hoe de ontwikkeling van het vakgebied samenhangt met ontwikkelingen binnen verwante (geesteswetenschappelijke) disciplines. De afgestudeerde kan participeren in multidisciplinaire discussies met andere (geestes)wetenschappers.