Zoek in de site...

Doelstellingen en eindtermen

Opbouw master

In de master staat specialisatie centraal. Studenten kunnen zich specialiseren in een van de centrale subdomeinen van de Communicatiewetenschap: ‘Commerciële communicatie’, ‘Prosociale communicatie’ en ‘Nieuws en informatie’. Deze masterspecialisaties sluiten aan bij de belangrijkste domeinen in het werkveld waar onze alumni terecht komen. Daarnaast hebben studenten de mogelijkheid om een ‘Vrij programma’ samen te stellen, waarin zij zich in de breedte specialiseren door kennis en vaardigheden uit twee of meerdere domeinen te combineren. Studenten worden in de master voorbereid op een uitstroom naar een baan als communicatieprofessional die zelfstandig aan de slag kan in het werkveld van communicatie en media.

Eindtermen master

Het doel van de masteropleiding is het opleiden van adaptieve en autonome communicatieprofessionals die gespecialiseerd zijn in een van de centrale subdomeinen van de discipline. Om dit doel te bewerkstelligen bestaat het programma uit drie leerlijnen, waarin studenten de benodigde eindkwalificaties verwerven: de inhoudelijke leerlijn, de methodische leerlijn en de professionele leerlijn. Tevens leren studenten tijdens de masteropleiding om de verworven kennis en vaardigheden binnen de afzonderlijke leerlijnen ook geïntegreerd in te zetten in onderzoek (eindkwalificatie 4). Op basis van de taxonomie van Bloom zijn verschillende beheersingsniveaus gedefinieerd in de eindtermen. In de masteropleiding ligt de nadruk op de hogere orde beheersingsniveaus (bijvoorbeeld analyseren, evalueren en integreren). In vergelijking met afgestudeerde bachelors is de afgestudeerde master in staat om complexere vraagstukken te bestuderen, en zelfstandiger en zelfverantwoordelijker te werken met meer expertise in een specifiek subdomein.

Aan het eind van de masteropleiding is de student in staat om binnen één van de drie communicatiewetenschappelijke domeinen ‘Commerciële communicatie’, ‘Prosociale communicatie’ en ‘Nieuws en informatie’, of een combinatie daarvan in het geval van ‘Vrij programma’:

  1. Complexe actuele wetenschappelijke en maatschappelijke vraagstukken rondom communicatie en media te analyseren, te verklaren en kritisch te bespreken
    1. door toepassing van theoretische en empirische inzichten over productie, inhoud, verwerking en effecten van communicatie en media.
    2. door toepassing van theoretische en empirische inzichten uit de aanverwante disciplines Psychologie, Sociologie en Kunstmatige Intelligentie.
  2. Zelfstandig een gefundeerde keuze te maken voor kwantitatieve en kwalitatieve methoden van sociaalwetenschappelijk onderzoek om complexe onderzoeksvragen rondom communicatie en media te onderzoeken, en het onderzoek op wetenschappelijke wijze op te zetten, uit te voeren en te analyseren.
  3. Een persoonlijk-professioneel profiel te presenteren als academisch geschoolde communicatieprofessional met het oog op uitstroom naar de arbeidsmarkt.
  4. Zelfstandig de verworven inhoudelijke, methodische en professionele kennis en vaardigheden te integreren in onderzoek naar wetenschappelijke en praktijkvraagstukken en
    1. hierop als academisch geschoolde communicatieprofessional kritisch te reflecteren.
    2. hierover in lijn met wetenschappelijke normen en richtlijnen schriftelijk te rapporteren.
    3. hieruit onderbouwde conclusies en implicaties af te leiden.
    4. toegankelijk te maken voor zowel een wetenschappelijk als niet-wetenschappelijk publiek, waaronder professionals uit het werkveld.