Doelstelling
De masteropleiding ‘Sociologie: beleids- en toegepast onderzoek’ stelt afgestudeerden in staat om een zelfstandige professional in de sociologie te worden. Afgestudeerden hebben de kwalificaties behaald voor functies waarin sociologisch (beleids)onderzoek wordt verricht, voor functies die toezicht houden op dergelijk onderzoek, en voor beleidsvoorbereidende, beleidsevaluerende en -adviserende functies die kennis van sociologisch (beleids)onderzoek vereisen. De afgestudeerde formuleert zelfstandig probleemstellingen met in acht neming van de beleidscontext en is in staat om zelfstandig kennis op basis van wetenschappelijk geavanceerd onderzoek te generen en toegankelijk te maken door zowel academisch als publieksvriendelijk te rapporteren en communiceren. De afgestudeerde adviseert op basis van kennis en onderzoek over gevoerd of te voeren beleid.
Eindtermen
Om deze doelstellingen te verwezenlijken, beoogt de masteropleiding Sociologie de volgende eindtermen te verwezenlijken:
- Met het actuele beleidskader van een maatschappelijk probleem als uitgangspunt, formuleer je beleidsrelevante probleemstellingen;
- Je kunt beleidshypothesen formuleren alsook hypothesen afleiden uit sociologische theorieën en kunt de relatie tussen beleidshypothesen en sociologische theorieën onderbouwen;
- Je kunt staand beleid kritisch evalueren op basis van theorie en bestaand onderzoek;
- Op basis van zelfstandige toepassing van geavanceerde vormen van kwantitatieve methoden van sociaalwetenschappelijk onderzoek en beleidsevaluatieonderzoek kun je hypothesen toetsen;
- Op basis van eigen onderzoek kun je advies geven over gevoerd of te voeren beleid, waarbij het vermogen blijkt tot het adequaat kunnen inschatten van andere relevante actoren en de organisationele of maatschappelijke context;
- Je bent zelfstandig in staat om het overzicht te krijgen van het beleid, theorie en onderzoek op een deelgebied van de sociologie en je integreert beleid, theorie en methoden van onderzoek om zelfstandig de onderzoekscyclus te doorlopen;
- Je onderschrijft en handelt naar de gedragscode wetenschappelijke integriteit, waarmee onbetrouwbaar, onzorgvuldig of partijdig onderzoek wordt vermeden. Dat betekent dat je vertrouwelijk omgaat met privacygevoelige informatie en dat onderzoeksresultaten niet worden gemanipuleerd;
- Je beoordeelt alle onderdelen van de onderzoekswerkzaamheden kritisch;
- Je kunt zowel zelfstandig als in samenwerking de onderzoekscyclus doorlopen, op uiteenlopende onderwerpen;
- Je hebt een constructieve houding aangaande onderzoek, onderzoeksresultaten en adviezen van collega’s;
- Je bent in staat verschillende rollen op je te nemen; zowel die van de wetenschapper als die van adviseur. Daartoe kun je zowel schriftelijk als mondeling je communicatie afstemmen op de doelgroep waar je je onderzoek voor uitvoert.