Programma B1
Het eerste bachelorjaar heeft drie functies. De eerste functie is oriënterend: je krijgt een beeld van de gehele studie, representatief voor het vervolg van de opleiding. Zo word je in staat gesteld na te gaan of de opleiding aansluit bij je capaciteiten en interesses. Het bindend studieadvies aan het eind van het eerste bachelorjaar helpt je bij die beslissing. Op grond daarvan spreken we van de verwijzende functie van het eerste bachelorjaar. Tot slot kent het eerste bachelorjaar ook een selecterende functie. Aan de ene kant beoordeel je zelf of je geschikt bent voor de studie, aan de andere kant word je beoordeeld op basis van je studieresultaten. Deze worden steeds bezien in het licht van je motivatie, studiehouding en persoonlijke omstandigheden. De resultaten die je gedurende het eerste jaar boekt voor tentamens, werkstukken en andere toetsingen, geven je een betrouwbare indicatie of je het het bachelorexamen binnen afzienbare tijd kunt behalen.
Het eerste bachelorjaar heeft drie doelstellingen:
- Je verwerft een zodanige mate van taalvaardigheid in Grieks en Latijn dat je het onderwijs tijdens de rest van de bachelorstudie (B2 en B3) met vrucht kunt volgen.
- Tevens krijg je een eerste oriëntatie in de cultuurhistorische vakken: Antieke Literatuurgeschiedenis, Oude Geschiedenis, Griekse en Romeinse Archeologie en Klassieke Mythologie in Tekst en Beeld.
- Je krijgt training in vaardigheden op het terrein van communicatie (ACV; geïntegreerd in het cultuurvak Klassieke Mythologie in Tekst en Beeld en informatieverwerking (geïntegreerd in verschillende vakken, waaronder Griekse Teksten 1-4 en Latijnse Teksten 1-4).
De studie GLTC wordt terecht gezien als een veeleisende studie. Vooral de onderdelen grammatica en teksten lezen worden door veel eerstejaars als zwaar ervaren. In de praktijk blijkt evenwel dat een goede studiemethode sterk bijdraagt tot een succesvol verloop van de studie. Een goede planning en regelmaat zijn daarbij belangrijke factoren. Het is daarom verstandig het eerste jaar af te zien van te veel nevenactiviteiten en extra colleges: daarvoor is nog ruim gelegenheid in de volgende jaren.
Verder is het van belang vanaf het begin van het studiejaar op zowel de korte als op de lange termijn te werken. Voor het werken op korte termijn is het belangrijk zo actief mogelijk deel te nemen aan de colleges en ze grondig voor te bereiden. Het is bovendien handig om na afloop de gemaakte aantekeningen nog eens na te lopen en zo nodig bij te werken, zodat ze ook na verloop van tijd nog begrijpelijk zijn. Voor de lange termijn is het raadzaam om vanaf het begin dagelijks te werken aan de stof voor de examenonderdelen, waarvan het tentamen pas na weken of maanden wordt afgenomen. Als de voorbereiding wordt uitgesteld tot kort voor het tentamen, is het rendement van de inspanning vaak laag.
Voor de onderdelen die betrekking hebben op het lezen van teksten is het gebruik van commentaren en vertalingen, die ook in de Humaniorabibliotheek bij de afdelingen Grieks, Latijn en Vakdidactiek te vinden zijn, nuttig en soms noodzakelijk. Bij het lezen (en vertalen) van Griekse en Latijnse teksten is het wel aan te raden om eerst zelf te proberen de tekst globaal door te lezen en vervolgens grammaticaal te ontleden en pas in tweede instantie een vertaling of een commentaar te raadplegen. Verder is het van belang om bij het vertalen in het Nederlands steeds zo nauwkeurig mogelijk te werk te gaan en correct Nederlands te schrijven. Samenwerken met andere studenten of vragen om hulp aan ouderejaars kan in het geval van een lastige passage dikwijls uitkomst bieden, en voorkomen dat zo'n passage al te veel tijd in beslag neemt.
Als er moeilijkheden zijn met de studie in een bepaald vak of met de studie in het algemeen, is het verstandig te gaan praten met de docent van het betreffende vak, met de mentor of met de studieadviseur. Met deze laatste kun je - desgewenst vertrouwelijk - alle omstandigheden die te maken hebben met het verloop van de studie bespreken.
Schematisch overzicht
Eerste jaar (B1) | Code |
EC | 1 | 2 | 3 | 4 |
Griekse grammatica 1* | LET-GLTCB101 | 5 | X | X | ||
Griekse grammatica 2* | LET-GLTCB102 | 5 | X | X | ||
Griekse teksten 1 | LET-GLTCB103A | 2,5 | X | |||
Griekse teksten 2 | LET-GLTCB103B | 2,5 | X | |||
Griekse teksten 3 | LET-GLTCB104A | 2,5 | X | |||
Griekse teksten 4 | LET-GLTCB104B | 2,5 | X | |||
Latijnse grammatica 1* | LET-GLTCB105 | 5 | X | X | ||
Latijnse grammatica 2* | LET-GLTCB106 | 5 | X | X | ||
Latijnse teksten 1 | LET-GLTCB107A | 2,5 | X | |||
Latijnse teksten 2 | LET-GLTCB107B | 2,5 | X | |||
Latijnse teksten 3 | LET-GLTCB108A | 2,5 | X | |||
Latijnse teksten 4 | LET-GLTCB108B | 2,5 | X | |||
Meesterwerken uit de Antieke Literatuur | LET-GLTCB109 | 5 | X | X | ||
Klassieke Mythologie in Tekst en Beeld (incl. ACV) | LET-GLTCB113 | 5 | X | X | ||
Griekse en Romeinse archeologie | LET-GLTCB114 | 5 | X | X | ||
Oude Geschiedenis (incl. ACV) | LET-GLTCB115 | 5 | X | X | ||
Discipline ondersteunende vakken | ||||||
ACV (bij LET-GLTCB113) | LET-GLTCB112 | 0 | X | X | ||
RADAr: Academische Taalvaardigheid | LET-RADAR-NL | 0 | X | X | X | X |
Totaal | 60 | 15 | 15 | 15 | 15 |
ACV = Academische Communicatieve Vaardigheden.
N.B. * Uitsluitend in geval je geen VWO eindexamen hebt behaald voor hetzij Grieks, hetzij Latijn, volg je - ter aanvulling op deze cursus - de intensiveringscursus Griekse grammatica respectievelijk de intensiveringscursus Latijnse grammatica.