Inhoud en eindtermen
Specifieke eindtermen voor dit programma
Portfolio
Het masterprogramma Kunstgeschiedenis sluit aan bij de BA en zet de diepgaande manier van het bestuderen van kunstwerken voort. Het confronteert je met urgente maatschappelijke vragen over identiteit, postkolonialisme, (neo-)kapitalisme, gender, nieuwe media en de huidige consumptiecultuur. Je krijgt te maken met een transhistorische kunstgeschiedenis die oud en nieuw met elkaar in verband brengt en denkt na over issues zoals: hoe verhoudt de analyse van oude kunst of niet-westerse kunst zich tot huidige ontwikkelingen in de hedendaagse politiek? Wat doen musea, voor wie zijn ze bedoeld en wat drukken ze uit met hun huidige (de-koloniale) tentoonstellingsbeleid? Wat is de rol van beeldende kunst in tijden van crises, en in de (nabije) toekomst? Je ontwikkelt je tot een volwaardige kunsthistoricus met een brede, transhistorische blik en een eigen expertisegebied, en met een gevarieerde set van wetenschappelijke vaardigheden en theorieën die je in de praktijk kan brengen in de museumwereld, het onderwijs, de media en andere culturele instellingen.
Het programma kent een aantal vaste onderdelen en keuzevakken. De Kerncursus leert je welke benaderingswijzen passen bij specifieke vraagstellingen, en bestudeer je welke debatten centraal staan. Je leert hoe je de beeldende kunsten kan bestuderen in de context waarin het gemaakt is, en hoe interpretaties afhankelijk van ontwikkelingen in de hedendaagse cultuur. De kerncursus legt de basis voor je masterscriptie onderzoek en resulteert in het Masterscriptie symposium aan het eind van het jaar. De cursus Medium en Materialiteit geeft je inzicht in intermedialiteit, in de manier waarop media zich tot elkaar verhouden, van het paragone debat en ut pictura poesis tot ultramoderne multimedia installaties. Je gaat ook zelf aan de slag met een hands-on museumopdracht waarin je een tentoonstelling ontwerpt. In de Themacursus ga je één specifiek onderwerp van voor 1800 en één van na 1800 helemaal uitdiepen samen met een docent die expert is op dat gebied. Deze onderwerpen wisselen per jaar en zijn gerelateerd aan recent onderzoek. In je keuzeruimte kan je de cursus Kunstmarkt & Kunsthandel doen, of Het Transhistorisch Museum, gegeven door bijzonder hoogleraar Ann Demeester, directeur van het Frans Hals Museum in Haarlem. Je kan ook kiezen voor een cursus op het gebied van materiaal technisch onderzoek naar vroege Nederlandse schilderkunst, gegeven in samenwerking met de landelijke Onderzoekschool Kunstgeschiedenis, bijzonder hoogleraar Ron Spronk (Queen’s University Kingston, Canada). We een uitgebreid netwerk van contacten voor stages in binnen- en buitenland, en je kan zowel in september als in februari instromen.
Specifieke eindtermen voor dit programma
Na afloop van de opleiding kan de afgestudeerde, in aanvulling op de algemene eindtermen van de masteropleiding Kunst- en cultuurwetenschappen:
- op basis van een gedegen repertoirekennis op het gebied van de beeldende kunst en architectuur en een grondig overzicht van het kunsthistorisch onderzoek zelfstandig een relevante onderzoekshypothese formuleren en zelfstandig onderzoek doen;
- deelnemen aan en zich positioneren in het (maatschappelijke) debat over beeldende kunst, architectuur en cultureel erfgoed, en kan er een actieve bijdrage aan leveren en daarbij relevante theoretische en methodologische noties en begrippen hanteren.
Portfolio
De specialisatie kunstgeschiedenis biedt aan enthousiaste en gemotiveerde studenten de mogelijkheid om een portfolio samen te stellen. Naast de gemaakte keuzes binnen het reguliere studietraject worden in het portfolio extra studieonderdelen opgenomen waaruit een bijzondere samenhang of een bepaalde specialisatie in de gevolgde studie blijkt. Het portfolio wordt pas uitgereikt als alle extra studieonderdelen ook daadwerkelijk en met goed resultaat zijn afgesloten. Studenten die hiervoor kiezen, moeten dus een extra inspanning en tijdsinvestering leveren. Wie voldoet aan de eisen ontvangt bij de uitreiking van het masterdiploma een speciale map voorzien van een officiële verklaring, waarin alle in de studie geschreven werkstukken in een opgeschoonde, definitieve versie zijn opgenomen. Aan het portfolio worden geen studiepunten toegekend.
De inhoud van de map varieert per student. Het portfolio bevat het persoonlijke studiepad van de student. De samenhang van de onderdelen kan bijvoorbeeld blijken uit keuzes voor een bepaalde kunstsoort, periode of regio, een bepaalde methodische, theoretische of museologische invalshoek, etc. Deze samenhang noemen wij het ‘specialisatielabel'. Met het specialisatielabel kun je extra accenten en een bijzondere expertise aan je reguliere studiepad toevoegen door middel van een specifieke onderwerpskeuze binnen ruimere thema’s. Vanzelfsprekend zal de specialisatie deels worden begrensd door het aanbod van reguliere werkcolleges en excursies en de mogelijkheden die de student daarbinnen heeft. Alle docenten zijn in principe aanspreekbaar als mentor van jouw specialisatielabel.
Het portfolio bevat:- stageverslag - geschreven resultaat van de Kerncursus - geschreven resultaat van de projectgroep - scriptie
Extra:
- bespreking drie (inter)nationale onderzoekcentra of collecties
Het extra onderdeel wordt niet becijferd.
NB: De student zorgt er zelf voor dat de goedgekeurde en gecorrigeerde stukken in digitale vorm gestuurd worden naar de drs. E. Scheepers.