Visie
Een belangrijk uitgangspunt is dat het handelen van de arts hoort te zijn ingegeven door een attitude die vooral wordt bepaald door solidariteit met en zorg voor de zieke mens. Anders gezegd: door ‘compassie' met de patiënt. De basisartsopleiding wordt gezien als het initiërend deel van het medisch onderwijscontinuüm. Voor vrijwel iedere arts volgt daarop een meerjarige beroepsopleiding in één van de medische specialismen, waarna een voortdurende na- en bijscholing vanzelfsprekend is. De basisvorming is uiterst belangrijk maar heeft tegelijkertijd grenzen die mede bepaald worden door de plaats in dit continuüm.
De student kan in de basisopleiding niet alle kennis, vaardigheden en ervaringen uit de geneeskunde en haar randgebieden verwerven. De opleiding is dus per definitie onvolledig. Kennis die wel kan worden verworven, behoort óf tot de absoluut noodzakelijke basiskennis óf heeft een exemplarisch karakter. De onderwijskundige consequentie van het voorgaande is dat het accent hoort te liggen op methoden om kennis te (blijven) verwerven, op training van vaardigheden, met name ook cognitieve, en op attitudevorming. De volgende principes zijn hierbij van belang:
Leren is een actief en constructief proces. Als student creëer jezelf een kennisnetwerk en bouwt het uit. Zo integreer je nieuwe kennis met eerder verworven kennis. Je wordt uitgedaagd om eigen wegen te kiezen en samen te werken. Dit doe je in een “blended” leeromgeving, waarin virtuele en andere onderwijsvormen geïntegreerd zijn.
Je hebt als student een actieve rol bij het plannen, monitoren en evalueren van je eigen leren. Je hebt inzicht in je eigen leerstrategie en kent je eigen sterke en zwakkere punten. Je staat open voor feedback en vraagt hier ook actief naar. Er is ruimte om aan je eigen leerdoelen te werken en om op basis van je intrinsieke motivatie onderwerpen te kiezen waarmee je de eindkwalificaties van de opleiding kunt behalen.
Leren is een interactief en collaboratief proces. Dit betekent dat je samen met elkaar en van elkaar kunnen leren. Dit is effectief, met name bij complexe taken. Je leert om zaken goed te verwoorden en erover te discussiëren. Aan de hand van praktijkopdrachten wordt het zichtbaar dat professionals elkaar nodig hebben om doelen te bereiken. Je leert elkaar helpen en van waardevolle feedback voorzien.
Leren vindt plaats binnen betekenisvolle contexten. Door in de praktijk te leren, leer je redeneren vanuit verschillende perspectieven en verwerf je inzicht in de complexiteit van vraagstukken. Je leert om kritisch te reflecteren op jezelf en op de praktijk. Vanuit je betrokkenheid bij de patiënt en bij de gezondheidszorg ga je op zoek naar oplossingsrichtingen die in potentie werkzaam en haalbaar zijn.