Bachelorprogramma op hoofdlijnen
Samenstelling bachelorprogramma
Studielast
Schrijfdossier
Internationalisering
Studenten die voor 2014/2015 gestart zijn met de Bachelor Geschiedenis
Samenstelling bachelorprogramma
Kenmerkend voor het bachelorprogramma is de onderverdeling in een major en een minor. De major is het basisprogramma van de eigen opleiding. De minor is een samenhangend vakkenpakket. In de major zijn enkele cursussen opgenomen die tevens een rol spelen in andere programma's. Daar kom je dus ook studenten van andere opleidingen en nationaliteiten tegen.
Het bachelorprogramma van 180 studiepunten is als volgt ingedeeld: 140 studiepunten worden besteed aan de major, de overige 40 aan de minor. Concreet ziet het programma er als volgt uit: het eerste bachelorjaar (B1) waarvoor een bindend studieadvies (BSA) geldt (minimaal 45 studiepunten behaald aan het eind van het eerste studiejaar) gevolgd door twee studiejaren (B2 en B3), waarin de major wordt voortgezet en waarin daarnaast een minor is geprogrammeerd. De bachelor wordt afgesloten met het bachelordiploma.
In schema ziet het programma er als volgt uit:
Studiejaar |
Major in studiepunten |
Minor in studiepunten |
Studiepunten totaal |
Bachelor 1 |
60 |
0 |
60 |
Bachelor 2 |
60 |
0 |
60 |
Bachelor 3 |
20 |
40 |
60 |
Studielast
Voor een cursus van 5 ECTS staat 140 uur. Hieronder vallen de college-uren, de tentamenvoorbereiding en het tentamen zelf, de voorbereiding van colleges (lezen van literatuur en maken van opdrachten) en het schrijven van papers. Voor het lezen en verwerken van literatuur gaan we uit van gemiddeld 7 tot 10 pagina’s per uur: bij een handboek kun je meer pagina’s per uur verwerken dan bij een complex wetenschappelijk boek of artikel. Houd er rekening mee dat je voor het schrijven van een klein paper van 1.000 woorden op basis van bronnen en/of literatuur ca. tien uur nodig hebt! Per cursus komt de studiebelasting neer op zo’n 13 uur per week.
Schrijfdossier
In het eerste jaar van de opleiding begin je met het aanleggen van een schrijfdossier in het ePortfolio in Brightspace. In dit dossier neem je alle werkstukken op die je gedurende de opleiding schrijft. Zo krijg jijzelf, maar ook de docenten die je begeleiden, een goed beeld van jouw schrijf- en onderzoeksvaardigheden: waar ben ik goed in en waar moet ik aan werken?
Het schrijfdossier wordt geïntroduceerd in de cursus Mentoraat en studievaardigheden (LET-GESB000). Overige cursussen die deel uitmaken van de ‘leerlijn’ schrijfvaardigheid in het BA-programma zijn:
B1: - De tijdvakken (LET-GESB101 t/m LET-GESB108) - Het Historisch werkstuk (LET-GESB100)
B2: - Historici in debat (LET-GESB2110)
B2: - Gendergeschiedenis (LET-GESB2105)
B2: - Onderzoekslab (LET-GESB2101) - Themacollege B2 (LET-GESB22%)
B3: - Themacollege B3 (LET-GESB32%) - Bachelorwerkstuk (LET-GESB3100)
In deze cursussen staan onderzoeks- en schrijfvaardigheden centraal. Elke cursus bouwt voort op de getrainde vaardigheden van de voorafgaande cursus(sen). Beoordeling van de werkstukken vindt in deze cursussen plaats aan de hand van een rubric (zie onder), waarin steeds dezelfde aspecten terugkeren. Je bewaart naast de werkstukken zelf ook de beoordelingsformulieren in je ePortfolio, zodat een schrijfdossier ontstaat waaruit de eigen voortgang in de onderzoeks- en schrijfvaardigheid blijkt. Aan het begin van iedere cursus in de leerlijn schrijfvaardigheid neem je het beoordelingsformulier van het vorige werkstuk mee, zodat in de werkcolleges of tijdens een individueel gesprek gereflecteerd kan worden op je eigen voortgang.
Deze rubric laat voor alle cursussen in de leerlijn schrijfvaardigheid aan de hand van beoordelingsaspecten zien welke stappen je geacht wordt te zetten gedurende de bacheloropleiding. Overkoepelende rubric Bachelor Geschiedenis (pdf, 118 kB)
Internationalisering
We streven ernaar om je tijdens de opleiding een internationale ervaring te laten opdoen. Dit vullen we op verschillende manieren in. Enerzijds stimuleren we je om een deel van je opleiding in het buitenland te volgen, bijvoorbeeld in de vorm van een buitenlandminor, maar ook het volgen van een summer of winter school behoort tot de mogelijkheden. Anderzijds werken we in de opleiding steeds meer met een zogenaamde international classroom. Dit betekent dat je tijdens je opleiding in Nijmegen kennismaakt met wetenschappers en studenten uit verschillende landen en academische culturen. Zo nodigen we internationale collega’s uit om gastcolleges te verzorgen, ofwel in persoon ofwel via video conferencing. Daarnaast worden enkele cursussen in het Engels gegeven om zo een classroom te creëren waarin je samenwerkt met exchange studenten. Zo rusten we je beter toe om te opereren in een globaliserende wereld en je weg te vinden op een arbeidsmarkt die zich in toenemende mate bezighoudt met internationale vraagstukken.
Academicus voor de klas
Op het bachelordiploma kunnen cursussen die buiten het bachelorprogramma (180 studiepunten) vallen, als extra-curriculair vermeld worden, mits je daaromtrent officiële goedkeuring van de examencommissie hebt.
Zo is het aan te bevelen om extra-curriculair de cursus De Academicus voor de klas LET-LET200 (5 ECTS) te volgen, mocht je interesse in een carrière in het voortgezet onderwijs hebben.