Doelstelling & vervolgopleidingen
Het onderwijs van de bacheloropleiding Franse Taal en Cultuur is in de volgende drie gebieden op te delen: taalverwerving, cultuur- en letterkunde en taalkunde. Het wetenschappelijk en maatschappelijk belang van de opleiding bestaat in het opleiden van studenten op zodanige wijze dat zij als deskundige van het Frans in de maatschappij kunnen optreden. Dit kan op velerlei gebied zijn: onderwijs, onderzoek, bedrijfsleven, overheid, vertaalsector, uitgeverijen, taaltechnologie, etc. In elke letterenstudie wordt van studenten verwacht dat ze zich de kennis en inzichten van het vakgebied eigen kunnen maken en daarbij hun weg kunnen vinden in relevante literatuur en relevant beeldmateriaal. Bovendien dienen ze de uitkomsten van hun eigen onderzoek op een voor anderen begrijpelijke en toegankelijke wijze te kunnen presenteren, in de vorm van een werkstuk, scriptie of een mondelinge presentatie.
Het programma van de opleiding Franse Taal en Cultuur heeft een consistente opbouw: er zijn drie leerlijnen, te weten taalvaardigheid, cultuur- en letterkunde en taalkunde (de leerlijn taalvaardigheid loopt tevens als rode draad door de andere twee leerlijnen). Er is een progressie in de ontwikkeling in vaardigheden (van kennen en toepassen naar analyseren, evalueren en creëren, onder meer in de vorm van mondelinge presentaties, werkstukken en portfolio’s) en er wordt een toenemende zelfstandigheid van de student gevraagd.
In het B1-jaar zijn de cursussen cultuur- en letterkunde, taalkunde en taalverwerving gericht op een algemene basisvorming, ook wat betreft de academische vaardigheden en de repertoireopbouw. Vanaf het B2-jaar is het onderwijs meer gericht op het toepassen van kennis, analyseren, argumenteren en evalueren. In dit jaar worden meer specialistische onderwerpen behandeld, die gerelateerd zijn aan de onderzoekspecialisaties van de opleiding. In deze cursussen oriënteren de studenten zich ook op de keuze voor het onderwerp van hun bachelorwerkstuk, waarmee de opleiding wordt afgesloten. In het derde jaar volgen de studenten onderwijs aan een Franstalige universiteit in de vorm van een Buitenlandminor. Desgewenst kunnen de studenten in plaats hiervan de Educatieve Minor volgen.
Eindtermen
In de eindkwalificaties is vastgelegd wat de student tijdens de studie moet leren. Voor de bachelor Franse Taal en Cultuur gelden de volgende eindtermen:
1. De student bezit wetenschappelijk gefundeerde kennis van en inzicht in de voornaamste deelgebieden van de Franse taalkunde (fonologie, morfologie, syntaxis, semantiek, pragmatiek en sociolinguïstiek) en in de ontstaansgeschiedenis van beide talen vanuit het Latijn. De student is in staat de opgedane kennis en inzichten zelfstandig toe te passen.
2. De student bezit wetenschappelijk gefundeerde kennis van en inzicht in de voornaamste Franse literaire werken uit verschillende perioden, genres en regio's en in hun literaire, culturele en historische context(en). De student kan literaire stromingen typeren (met name die van de moderne tijd). De student kan, ten slotte, teksten analyseren met behulp van de daarvoor gangbare methoden.
3. De student heeft een breed overzicht van de hoofdlijnen van de Franse cultuur, met name die van de moderne tijd. De student kan belangrijke cultuuruitingen binnen de Franstalige wereld herkennen, analyseren en evalueren met behulp van de in de cursus aangereikte methoden.
4. De student kan zich mondeling en schriftelijk goed uitdrukken, zowel in het Nederlands als in het Frans (CEFR niveau C1) en weet communicatie te variëren naar gelang de context. De student beschikt over de competenties om de eigen communicatievaardigheden in het Frans te beoordelen en het eigen leerproces te verbeteren.
5. De student kan eenvoudige vraagstukken uit de Franse taal, literatuur en cultuur analyseren, op argumentatieve wijze problemen oplossen en hierover in het Frans en in het Nederlands verslag doen. De mondelinge presentaties en schriftelijke verslagen van de student getuigen van een methodische verwerking van gegevens en secundaire literatuur, en van een kritische oordeelsvorming.
6. De student kan onder begeleiding een relevant vraagstuk van beperkte omvang uit de Franse taal, literatuur of cultuur onderzoeken met behulp van passende onderzoekmethoden. De student kan een probleem afbakenen, deelvragen formuleren, deze theoretisch en/of empirisch onderzoeken met behulp van relevante bronnen, en de onderzoekresultaten presenteren in een heldere verslaglegging in correct Frans.
7. De student is in staat te reflecteren op zijn/haar eigen talenten en ambities, en op zijn/haar ontwikkeling tot romanist. De student is in staat weloverwogen keuzes te maken met betrekking tot de bacheloropleiding (minoren; buitenlandverblijf) en vervolgstudie (masterspecialisatie, werkveld).
Met een bachelordiploma Franse Taal en Cultuur kan de student instromen in één van de volgende masters: master Literair bedrijf/Literatuur en Samenleving, master Taalwetenschappen, master Tourism and Culture en de Tweejarige Educatieve Master. De bachelor geeft tevens toegang tot een researchmaster (2-jarig). Voor de toegang tot dergelijke masters geldt een selectieprocedure.
Door een gerichte keuze van minoren kan de student zich ook kwalificeren voor de instroom in een aantal andere masteropleidingen van de Faculteit der Letteren. Voor meer informatie hierover kan men de volgende site raadplegen of contact opnemen met de studieadviseur van de betreffende opleiding.