Zoek in de site...

Doelstelling & vervolgopleidingen

Eindtermen
Kosten

Taalwetenschap gaat over taal in al haar verschijningsvormen: oude taal en moderne taal, zakelijke taal en informele taal, informatieve taal en small talk. Al die verschijningsvormen kun je vanuit verschillende invalshoeken bekijken: hoe zit de taal zélf in elkaar, hoe verloopt het communicatieproces, hoe is informatie in taal opgeslagen, welke cognitieve vermogens worden in het brein aangesproken bij taalverwerking, hoe verloopt het leren van een taal, wat is er precies aan de hand bij taalstoornissen? Al die invalshoeken kun je weer op verschillende manieren benaderen: je kunt theorieën opstellen en erover filosoferen, maar je kunt ook de bijbehorende taalverschijnselen zelf bestuderen en proberen daarin de regelmaat te ontdekken.

Die laatste benadering wordt de empirische methode genoemd. Dat is de benadering die we in Nijmegen gekozen hebben. Natuurlijk leer je bij ons ook alles over taaltheorieën, maar wij zullen altijd proberen om toetsbare hypotheses uit die theorieën af te leiden, om vervolgens die hypotheses met concreet taalmateriaal te confronteren. In Nijmegen gaan we dus altijd met de taalfeiten zelf aan de slag: we onderzoeken grote tekstbestanden met taalmateriaal, we stellen experimenten op om taalgebruik te ontlokken en we gaan na wat de gevolgen van onze bevindingen zijn voor de taaltheorie. Daarnaast houden we ons vaak bezig met concrete toepassingen van die theorie, bijvoorbeeld op het gebied van de taaltechnologie en de spraaktechnologie, bij taalstoornissen, of bij het leren van een taal door kinderen of volwassenen.

Het karakter van de opleiding Taalwetenschap in Nijmegen wordt gekenmerkt door de vele raakvlakken met andere vakgebieden zoals cognitiewetenschap (taal en hersenen), psychologie (taal en gedrag), onderwijskunde (het leren van taal), sociologie (taal en samenleving), antropologie (taal in verschillende culturen), informatica (taal en computers) en informatiekunde (taal en automatisering). We maken zo nu en dan zelfs een uitstapje naar de biologie (taal en evolutie) en de filosofie (taal en kennis).

De Nijmeegse bacheloropleiding Taalwetenschap biedt een geïntegreerd programma met de mogelijkheid een eigen accent te leggen door in de keuzeruimte van de major en/of minorruimte je aandacht nader te richten op een deelgebied van de Taalwetenschap. De opleiding Taalwetenschap is opgezet als een driejarige bacheloropleiding, waarna je aansluitend een doorstroommaster van één jaar kunt volgen (Linguistics). De master wordt afgesloten met het masterdiploma. De bachelor geeft tevens toegang tot een of meer (tweejarige) onderzoeksmasters. Voor toegang tot dergelijke masters moet je meestal voldoen aan bepaalde toegangseisen en geldt vaak een selectieprocedure.

Het eerste jaar van de bachelor (B1) bevat naast methodologische cursussen ook thematische cursussen die je kennis laten maken met de veelzijdigheid van Taalwetenschap. Deze cursussen samen vormen de major: het basisprogramma van de opleiding.

In het tweede en derde jaar van de bachelor (B2 en B3) wordt de brede basis die in het eerste jaar (B1) gelegd is, verder verdiept. Tevens staat de cursus Taalfilosofie op het programma.De bachelor wordt afgesloten met het bachelordiploma.

Na het eerste jaar (B1) kies je in de B2 en B3 welke inhoudelijke accenten je in je bachelorprogramma wilt leggen, ook met het oog op je (eventuele) master en je toekomstige beroepspraktijk. De keuzevrijheid in de B2 en de B3 is op verschillende manieren vormgegeven. In de B2 kies je, naast de majorvakken die voor iedereen verplicht zijn, zelf nog vier majorvakken uit een aanbod van tien vakken. In de B3 volg je naast de verplichte onderdelen uit het majorprogramma ook minoronderwijs, waarbij je kunt kiezen uit 11 thematische minoren en een buitenlandminor (zie minorgids).

De opleiding Taalwetenschap Nijmegen wil professionals op het gebied van de Taalwetenschap afleveren. Grondige kennis van methoden en technieken voor het verrichten van taalkundig onderzoek is een essentieel onderdeel van de opleiding. Je doet vaardigheden op in dataverzamelingstechnieken en experimentele methoden, en in de verwerking en interpretatie van taalgegevens. Hierbij speelt de computer een centrale rol. Deze professionele aanpak heeft een tweeledig doel: als je na je bachelorfase meteen voor een maatschappelijke carrière kiest, ben je daar goed op voorbereid. Je weet wat een taalwetenschapper moet weten en je kunt je kennis concreet toepassen.

Eindtermen

De bacheloropleiding Taalwetenschap heeft de volgende eindtermen geformuleerd.

Na afloop van de bacheloropleiding beschikt de afgestudeerde over:

  • kennis van de belangrijkste vakgebieden binnen de Taalwetenschap: theoretische taalwetenschap, descriptieve taalwetenschap, toegepaste taalwetenschap, sociolinguïstiek, psycholinguïstiek, neurolinguïstiek, taal- en spraakpathologie, en taal- en spraaktechnologie;
  • grondige kennis van de verschillende taalwetenschappelijke beschrijvingsniveaus, te weten fonetiek, fonologie, morfologie, syntaxis, semantiek, en pragmatiek;
  • vertrouwdheid op te bouwen met de taalwetenschappelijke methoden van onderzoek en de vaardigheid om dat onderzoek in grote mate van zelfstandigheid op te zetten en uit te voeren.

Na afloop van de bacheloropleiding kan de afgestudeerde:

  • in een grote mate van zelfstandigheid theoretische en maatschappelijke vraagstukken analyseren, waarbij de analyse getuigt van een onderzoekende houding en van een methodische en kritische verwerking van kennis en inzichten uit de Taalwetenschap;
  • onder begeleiding relevante, specifieke taalwetenschappelijke vraagstukken onderzoeken met behulp van passende onderzoeksmethoden. De afgestudeerde kan een probleem afbakenen, deelvragen formuleren, deze theoretisch en/of empirisch onderzoeken met behulp van relevante bronnen, en in correct Nederlands verslag doen van de onderzoeksresultaten in een helder gestructureerde, academische stijl;
  • de eigen werkzaamheden organiseren, zowel individueel als in teamverband, en mede op basis van feedback van docenten en medestudenten, evalueren en verbeteren. De afgestudeerde kan lacunes in de eigen deskundigheid signaleren. Hij/zij kan een weloverwogen keuze voor de vervolgstudie maken;
  • exemplarisch benoemen hoe de ontwikkeling van het vakgebied samenhangt met de ontwikkelingen binnen verwante (geesteswetenschappelijke) disciplines.


Kosten

In de opleiding Taalwetenschap is het gebruik van een computer onontbeerlijk. Omdat op de universiteit computerfaciliteiten beschikbaar zijn, is de aanschaf van een computer niet verplicht, maar wel zeer wenselijk. Andere studiegerelateerde kosten hebben betrekking op de aanschaf van boeken en readers, en uitgaven voor fotokopieën (ongeveer €400,- per jaar).