Zoek in de site...

Inhoud en eindtermen

Beschrijving programma
Eindtermen

Beschrijving programma

Dit programma biedt een kennismaking en verdieping op het gebied van het onderzoek naar literaire infrastructuur, instituties en netwerken. De inzichten uit de literatuursociologie spelen daarbij een belangrijke rol. Het programma start met een verplichte themacursus waarin verschillende kanten van het literaire bedrijf worden belicht door eigen docenten en gastsprekers uit het boekenvak. De docenten hebben een ruime expertise op het gebied van institutioneel onderzoek en zullen veel aandacht besteden aan onderzoeksmethodiek. Daarnaast maken studenten uitgebreid kennis met de praktijk van het literaire veld, zowel door de gastcolleges als in de vorm van een (sterk aanbevolen) stage bij een uitgeverij, productiehuis of festival.

Naast de themacursus kan de student kiezen uit cursussen waarin meer specifieke onderzoeksthema's centraal staan, zoals literaire kritiek of boekgeschiedenis. Ook kan de student zich binnen dit programma specialiseren in de historische letterkunde of in de literaire infrastructuur van een bepaald taalgebied.

Eindtermen

Het masterprogramma Literair bedrijf leidt studenten op tot academici met een grondige inhoudelijke, theoretische en methodologische kennis van zowel de geschiedenis van de literatuur als van actuele literatuurwetenschappelijke thema's en debatten. Dit is wat je kunt na afronding van de opleiding:

  1. Je hebt op een gevorderd niveau kennis van en inzicht in (de wetenschappelijke bestudering van) de literaire infrastructuur – zowel in Nederland als daarbuiten, in het heden én het verleden. (Verwerven van kennis en inzicht)
  2. Je kunt relevante vraagstukken uit de institutionele literatuurwetenschap onderzoeken en zodoende een originele bijdrage leveren aan het vakgebied en de werkpraktijk. Je kunt op basis van een kritische evaluatie van eerder onderzoek een onderwerp afbakenen, (deel)vragen formuleren, een theoretisch en methodologisch kader opzetten en met behulp van integer behandelde bronnen een gestructureerde analyse uitvoeren. (Toepassen kennis en inzicht)
  3. Je bent in staat om een eigen visie op actuele (literatuurwetenschappelijke) debatten over aspecten van de literaire infrastructuur te formuleren. Je kunt afgewogen oordelen vormen, waarbij je rekening houdt met de wetenschappelijke, sociaal-maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden die zijn verbonden aan het toepassen van eigen kennis en inzicht. (Oordeelsvorming)
  4. Je kunt op een logisch opgebouwde, ondubbelzinnige en qua taalgebruik verzorgde wijze mondeling en schriftelijk onderzoeksresultaten overbrengen op een publiek van zowel specialisten als niet-specialisten. (Communicatie)
  5. Je kunt de leervaardigheden inzetten die nodig zijn om vervolgonderzoek of een baan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter te kunnen uitvoeren. Je kunt lacunes in je eigen deskundigheid signaleren en hierin zelfstandig voorzien. (Leervaardigheden).