Bachelorprogramma op hoofdlijnen
Het bachelorprogramma bestaat uit zes semesters van elk 30 EC. Met uitzondering van het bachelorthesis-project hebben alle cursussen een omvang van 6 EC. De cursussen geordend in vijf programmatische ‘stromen’ (een thema-, methoden-, theorie-, integratie- en keuzestroom), inclusief drie thematische ‘sporen’ (Globalisering, Verstedelijking en Verduurzaming).
De themastroom omvat vakspecifieke cursussen over de inhoud van het cursusgebied, met name op het gebied van globalisering, verstedelijking en verduurzaming. In elk van deze drie sporen gaat het om negen cursussen (54 EC). Een aantal wordt gemeenschappelijk aangeboden: Inleiding GPM, Ruimtelijke transformaties, Visies op de stad, Factor aarde en Economie van de managementwetenschappen (GPM). De invulling van de overige vier cursussen verschilt per thematisch spoor. Het betreft dan een voorgeprogrammeerde selectie uit de volgende cursussen: Borders and Identities in Europe, Environment and Society, Gebiedsontwikkeling, Globalising Worlds, Migration and Society, Recht en instituties van milieu- en ruimtelijk beleid, Space and Environment in the EU en Stedelijke Economie. In deze stroom staan met name de inhoudelijk-disciplinaire kwalificaties centraal.
De methodenstroom bestaat uit zeven cursussen (42 EC) over het opzetten en uitvoeren van empirisch onderzoek: Academische vaardigheden (GPM), Ontwerpen van Onderzoek (Onderzoeks- en interventiemethodologie A (OIM-A)) en Beschrijvende Statistiek (Onderzoeks- en interventiemethodologie B (OIM-B)), Mapping, Quantitative Methods, Qualitative Methods en Sustainable Intervention Methods. In deze stroom staan de methodische kwalificaties centraal.
De theoriestroom bevat vier cursussen (24 EC) over het ontwikkelen en toepassen van de grotere overkoepelende theorieën: Filosofie van de Managementwetenschappen (GPM), Approaches to Space and Environment, Theorising Spatial and Environmental Challenges en Practising Spatial Theories. De aanduiding ‘theoriecursussen’ wil overigens niet zeggen dat er in de andere cursussen geen theorieën aan bod komen. In die cursussen gaat het echter om meer toegepaste theorieën. In deze stroom staan met name de (wetenschaps)theoretische kwalificaties centraal.
In de keuzestroom is ruimte voor vijf cursussen (30 EC). Deze zijn bedoeld voor een verdere inhoudelijk en thematische profilering. Deze ruimte is vrij in te vullen. Het is ook mogelijk om een gedeelte van de ruimte te besteden aan een stage of de volledige ruimte van 30 EC te gebruiken om een minor te volgen of een semester in het buitenland te gaan studeren. Mocht dit wat betreft de planning moeilijkheden opleveren, neem dan contact op met de studieadviseur.
De integratie- of projectstroom (30 EC) bevat de leerprojecten aan het einde van het eerste en tweede jaar, waarin de kennis en vaardigheden uit dat jaar geïntegreerd worden toegepast in een onderzoeksproject. Het eerstejaars leerproject is een kwantitatief onderzoek in Nederland, het tweedejaars leerproject heeft een kwalitatief karakter, met dataverzameling voor en tijdens een excursie in het buitenland. Het grootste integratieproject is het bacheloronderzoek aan het einde van jaar 3. Dit bestaat uit een voorbereidende module van 3 EC en de eigenlijk thesis met een omvang van 15 EC.
Keuzeruimte
Er is keuzeruimte opgenomen in het bachelorcurriculum. Een keuzevak kan bijna elk vak zijn dat aan onze faculteit of elders in binnen- of buitenland wordt aangeboden. Door te kiezen voor een samenhangend geheel van keuzevakken (een zogeheten minor) kun je een extra dimensie geven aan je studie. Voor meer informatie over het samenstellen van een gedegen keuzepakket, kun je een afspraak maken bij de studieadviseur van je opleiding.
Binnen de faculteit mogen in principe alle cursorische vakken van andere bacheloropleidingen gekozen worden. Methodologievakken, projecten en de cursus Academische vaardigheden mogen echter niet altijd als keuzevak worden gekozen. Niet elke cursus is even geschikt om te kiezen als keuzevak. Let bij het maken van je keuze met name op het kopje 'voorkennis' bij de cursusbeschrijvingen. Keuzevakken in de master zijn alleen toegankelijk voor studenten die zijn toegelaten tot de betreffende master. Wil je meer informatie over de geschiktheid van vakken of over de volgorde waarin je de vakken het beste kunt kiezen, neem dan contact op met de studieadviseur of raadpleeg de facultaire minorgids.
Wil je vakken buiten de faculteit volgen, dan kan je de digitale studiegidsen van de andere opleidingen binnen de Radboud Universiteit inzien. Bij twijfels over de geschiktheid van een vak kun je contact opnemen met de studieadviseur van de betreffende opleiding. Voor vakken in het buitenland kun je contact opnemen met het International Mobility Office.
Contacturen
Wij gaan ervan uit dat je gedurende vrijwel je hele bacheloropleiding ongeveer vijftien contacturen per onderwijsweek hebt gedurende 7 onderwijsweken in een blok of 14 onderwijsweken in een semester. We verwachten dat je naast de contacturen per week 25 uur besteedt aan zelfstudie. De contacturen per onderwijsweek zijn verdeeld in uren hoorcollege, uren werkcollege en overige uren (practica, feedback, inloopspreekuur, responsiecollege, excursie etc.).