Zoek in de site...

Toelatingseisen en regelingen voor vrijstellingen

Algemene voorwaarden

1. Tot de opleiding worden rechtstreeks toegelaten: degene die beschikt over het getuigschrift van de bacheloropleiding Pedagogische Wetenschappen, Pedagogische Wetenschappen van Primair Onderwijs of Onderwijswetenschappen behaald aan de Radboud Universiteit of een andere Nederlandse universiteit.
2. Rechtstreekse toelating geldt tevens voor degene die beschikt over een afgerond premastercertificaat Onderwijswetenschappen aan de Radboud Universiteit. Als ingangseis voor de master geldt dat de premaster binnen drie studiejaren is behaald (zie OER).


Harde knip

De masteropleiding Onderwijswetenschappen werkt met een harde knip. Deelname aan masteronderwijs is alleen mogelijk met een geldige masterinschrijving. Een geldige masterinschrijving kan alleen tot stand komen indien de betreffende vooropleiding in zijn geheel is afgerond. Hier worden geen uitzonderingen op gemaakt. De betreffende examendatum van het getuigschrift moet voor de aanvangsdatum van de masteropleiding liggen.

Red je het niet om voor 1 september je bacheloropleiding of premaster af te ronden? Je kunt elke maand volgend op het afronden van de bacheloropleiding of premaster na-instromen in de masteropleiding, op voorwaarde dat je inpasbaar bent in het onderwijs. Het cursorisch onderwijs binnen de masteropleiding wordt eenmaal per studiejaar aangeboden. Het onderwijsprogramma kan daarom per instroommoment verschillen. Bij vragen over (na-)instroom in de masteropleiding kun je contact opnemen met de studieadviseur van de master Onderwijswetenschappen.

Vrijstellingen

Iedere student die meent te kunnen aantonen dat diegne een bepaald onderdeel van de masteropleiding Onderwijswetenschappen al in voldoende mate beheerst, kan een vrijstelling aanvragen. Een verzoek om vrijstelling wordt behandeld door de Examencommissie PWO, die zich in haar oordeel laat leiden door de bepalingen uit het Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) en de mening van de examinator van het onderdeel waarvoor vrijstelling wordt gevraagd. Een vrijstelling kan alleen individueel worden aangevraagd, wat betekent dat een gezamenlijk verzoek van twee of meer studenten niet in behandeling wordt genomen.

Een student die een individuele vrijstelling wil aanvragen, gaat als volgt te werk:

  • De student dient tijdig een aanvraag voor vrijstelling in bij de Examencommissie. Met ‘tijdig’ wordt bedoeld: vóór aanvang van het programmaonderdeel waarvoor vrijstelling wordt gevraagd (zie OER).
  • De student moet diens aanvraag onderbouwen met bewijzen van elders gevolgd universitair onderwijs, zoals certificaten en beschrijvingen uit de studiegids. Hierbij dienen de leerdoelen van het programmaonderdeel waarvoor vrijstelling wordt gevraagd als uitgangspunt; de student moet per leerdoel aangeven op welke wijze de benodigde kennis en vaardigheden reeds zijn behaald en waaruit dat blijkt, met specifieke verwijzingen naar het bijgevoegde bewijsmateriaal. Gebruik voor de aanvraag het volgende formulier (docx, 29 kB).
  • De Examencommissie raadpleegt de examinator van het onderdeel waarvoor vrijstelling wordt gevraagd en neemt zijn of haar oordeel mee in de besluitvorming.
  • De Examencommissie stuurt de student bericht over het al dan niet toekennen van de vrijstelling. Bij een voldoende getailleerd verzoek gebeurt dit in de regel enkele dagen na de vergadering waarin het besluit is genomen. De wachttijd bedraagt in dat geval circa vijf weken na indienen van het verzoek.

Om een realistisch beeld te geven van de kans dat een verzoek wordt gehonoreerd, wordt hieronder aangegeven voor welke programmaonderdelen en in welke situaties een vrijstelling eventueel mogelijk is.

Vrijstelling voor stage of scriptie

Binnen de masteropleiding Onderwijswetenschappen wordt geen vrijstelling gegeven voor de scriptie. Vrijstelling voor de stage (14 EC) zal in de regel moeilijk zijn omdat de omvang het maximum van 4 EC aan vrijstellingen overschrijdt. Studenten die desondanks menen voor vrijstelling in aanmerking te komen, kunnen hiervoor wel een verzoek bij de Examencommissie indienen.

Vrijstelling voor verplichte onderdelen

Het masterprogramma Onderwijswetenschappen bevat vijf cursussen die iedere student succesvol moet afronden om het diploma te behalen. Studenten kunnen een vrijstelling aanvragen op basis van eerder gevolgd universitair onderwijs met een vergelijkbare inhoud en omvang, mits wordt voldaan aan de voorwaarde uit de voorlaatste paragraaf (zie hieronder).

Vrijstelling voor de keuzeonderdelen

Voor de themacursussen en het vrije keuzevak gelden dezelfde regels als voor de verplichte cursussen. Om verkeerde verwachtingen te voorkomen, geven we een toelichting voor de themacursus Coaching en consultancy. Studenten die aan de Radboud Universiteit de masteropleiding Pedagogische Wetenschappen hebben gedaan (al dan niet afgerond), hebben daar de cursus Coaching II gevolgd. Hoewel de naam van beide cursussen doet vermoeden dat er overlap bestaat, is dit niet het geval. Speciaal voor deze studenten is bij Coaching en consultancy namelijk een aangepast programma ontwikkeld, met nieuwe inhoud die voortbouwt op en verder gaat dan de eerder opgedane kennis en vaardigheden.

Vrijstelling op basis van onderdelen uit een eerder afgeronde masteropleiding

De Radboud Universiteit hanteert de regel dat behaalde cursussen meetellen voor één masterdiploma. Studenten die in het bezit zijn van een masterdiploma kunnen reeds behaalde cursussen dus niet ‘hergebruiken’ of aanvoeren als reden voor een vrijstelling. Dit geldt ook voor extra cursussen die op de cijferlijst van het masterdiploma zijn bijgeschreven. Als een student bijvoorbeeld de cursus Gifted Education heeft behaald voor het masterdiploma Pedagogische Wetenschappen, dan kan deze cursus niet worden gebruikt als vrij keuzevak voor de master Onderwijswetenschappen. Voor studenten met een ander masterdiploma, al dan niet behaald aan de Radboud Universiteit, geldt dezelfde regel.

Vrijstelling op basis van onderdelen uit een niet-afgeronde masteropleiding

Studenten die tussentijds van studie zijn veranderd, kunnen eerder behaalde onderwijsonderdelen wel gebruiken om vrijstelling te vragen. Bij de beoordeling van dit soort verzoeken hanteert de Examencommissie de regels uit de OER en de bepalingen die hierboven zijn beschreven.