Hoogleraar Lucinda Dirven laat ander beeld zien van harmonie en conflict in alledaagse religie

Datum bericht: 25 maart 2022

Sinds 2020 is Lucinda Dirven bijzonder hoogleraar Antieke godsdiensten, in het bijzonder Egyptische godsdiensten, aan de Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Wegens de voor ieder bekende omstandigheden vindt haar inaugurele rede pas plaats op woensdag 13 april 2022. In dit interview lees je meer over haar en dit vakgebied, en waarom bronnen soms een ander verhaal vertellen dan het lijkt…

Lucinda Dirven is  theoloog en (kunst)historicus en houdt zich bezig met antieke godsdiensten. Haar positie als bijzonder hoogleraar is een samenwerking met de Jozef M.A. Janssenstichting. Haar specialisatie is het nabije oosten, dus o.a. het huidige Syrië en Irak, in de periode van de eerste eeuwen van onze jaartelling. In haar onderzoek houdt ze zich ook met het late oude Egypte bezig, vooral wat betreft de overgang van de traditionele polytheïstische religies naar het Christendom. “Het is mogelijk deze onderwerpen te bestuderen via taal en tekst, maar ik kijk daarnaast ook naar de materiële cultuur, en hoe religie daar tot uiting komt. De kerk en instituties zijn interessant, maar ik vind wat gewone mensen doen met religie, de lived religion in de praktijk, het meest boeiend. Ik onderzoek bijvoorbeeld beelden, beeldverering, iconoclasme, en andere religieuze objecten.”

Overgangsperiodes- en gebieden

“Ik ben erg geïnteresseerd in religieuze dynamiek en de interacties tussen verschillende religieuze denominaties. De periode van overgang van traditionele religies naar het Christendom was een grote overgang die veel effect heeft gehad op de wereld zoals we die kennen. Daarnaast kijk ik ook naar de overgang van traditionele naar de hellenistische religies in bijvoorbeeld Mesopotamië en Egypte.”

De gebieden die Dirven onderzoekt bevinden zich aan de randen van grote rijken, waar culturen samenkomen. “Je ziet dat de mensen in deze gebieden aan de ene kant vaak dicht bij zichzelf blijven, vooral in de religie. Aan de andere kant zie je dat in de uitdrukking daarvan juist weer dingen worden overgenomen uit andere culturen.”

Dura Europos, het ‘Pompeii van de woestijn’

“Ik heb veel onderzoek gedaan naar Dura Europos in Syrië, een archeologische site waar 19 verschillende heiligdommen zijn gevonden uit de eerste drie eeuwen van de jaartelling. Dat varieert van een Christelijke huiskerk uit begin 3e eeuw, tot een synagoge, een mitraeum, tal van Semitische heiligdommen en cultusplaatsen voor Romeinse soldaten. Een mitraeum is een heiligdom gewijd aan Mithras, een god die oorspronkelijk uit Perzië kwam maar ook in het Romeinse rijk werd vereerd. Via het leger is deze godheid op deze plek terecht is gekomen.

Lucinda Dirven doet nog steeds onderzoek naar deze plek. "Het mitraeum is al gevonden in de jaren 30, maar er is nooit een Final Report gekomen over deze vondst. Dat ben ik nu aan het maken, samen met een collega uit Canada. De vondsten van dat gebouw betreffen schilderingen, reliëfs, maar ook graffiti – onofficiële teksten. De graffiti zijn nooit fatsoenlijk uitgegeven en de schilderingen zijn nooit met goede foto’s gepubliceerd. Daar werk ik aan. Er is nog niet veel bekend over Mithras. Er valt dus echt nog veel nieuws te ontdekken en Dura biedt ongekende mogelijkheden.

Syrië en Irak nu

“Archeologie is in het nabije oosten zelden onschuldig. De ontwikkelingen in dit gebied hebben altijd veel effect gehad op de opgravingen. Dura Europos is in de jaren 20 ontdekt en de opgraving werd geleid door de universiteit van Yale. De helft van de vondsten, waaronder de schilderingen, is naar Yale gegaan, de rest is in Syrië gebleven. Daar kun je op dit moment niet zomaar naartoe. Het onderzoek daar is verstoord sinds de burgeroorlog van 2011. Er is tijdens die oorlog enorm veel illegaal gegraven: op de satellietbeelden van Dura ziet het eruit als een gatenkaas. We kunnen daar dus niet meer opgraven, maar gelukkig is wat we nu hebben ook al best veel. Het is inmiddels meer dan 100 jaar geleden dat de site is ontdekt, en er wordt dus nog steeds onderzoek gedaan naar de vondsten, waaronder door mij.

"De tweede site waar ik aan werk, Hatra (in Irak), is helaas ook gedeeltelijk door IS verwoest. Daar en in Palmyra hebben ze veel opgeblazen, juist ook omdat die tempels daar uit de latere periode kwamen. Hatra stond bekend als een van de eerste Arabische koninkrijken, waarbij het de Romeinen niet is gelukt om het te veroveren, dus dat kon goed worden ingezet als symbool voor nationalistische boodschappen van de Baat Partij van Saddam Hoessein. Het is daarom niet toevallig dat IS juist op deze sites verwoestingen heeft aangericht; ze staan symbool voor de oude politieke orde en worden bovendien door het Westen gekoesterd."

Onontgonnen terrein

"Wat ik zo boeiend vind aan dit onderzoek, is dat het nog deels onontgonnen terrein is. Er valt echt nog wat nieuws te ontdekken, iets wat we tot nu toe niet weten. Dat pionieren vind ik heel leuk, maar ook nuttig. Kijk bijvoorbeeld naar Hatra: daar zijn veel sculpturen gevonden, en op basis daarvan (en de inscripties die er zijn gevonden) probeer ik een reconstructie te maken van het religieuze leven daar. Ik ben de eerste die een catalogus van al deze stukken heeft gemaakt. Dat vind ik belangrijk werk. Als ik het niet doe, dan gaat het misschien wel verloren. Zeker nu er in deze gebieden zoveel dingen kapot zijn gemaakt en zijn verdwenen."

Oratie over religieus geweld (of niet?)

“Mijn oratie gaat over de overgangsperiode naar het Christendom in Egypte en Syrië. Traditioneel gezien, en met name sinds 9/11, is er veel aandacht voor het toegenomen interreligieuze geweld sinds het Christendom de boventoon is gaan voeren. Die opmars van het christendom  begint aan het begin van de vierde eeuw met Constantijn, en eindigt aan het einde van die eeuw met keizer Theodosius, die het christendom tot de enige toegestane religie van het Romeinse rijk maakt. Er heerst nog steeds een idee dat er in de periode vóór het Christendom meer religieuze verdraagzaamheid was. Door het Christendom zou er meer religieus geweld zijn gekomen.

“Er bestaat een idee dat als je in één god gelooft, je per definitie minder verdraagzaam bent dan mensen die in meerdere goden geloven – want dan kan er ‘altijd nog wel een andere god bij’. Die gedachte vind je al vroeg in de filosofie, bij David Hume bijvoorbeeld, die weer invloed heeft uitgeoefend op het werk van oudhistorici zoals Edward Gibbon. Na 9/11 heeft dit idee binnen de media weer aan populariteit gewonnen: monotheïstische religies zouden vooruitgang in de weg staan.

“Ik denk dat dit idee nogal eenzijdig is. Religieus geïnspireerd geweld vindt allereerst niet alleen plaats bij monotheïstische religies, en daarnaast wordt geweld dikwijls niet alleen ingegeven door religieuze factoren. Daarnaast is die focus op geweld eenzijdig: onze literaire bronnen schenken onevenredig veel aandacht aan gewelddadige gebeurtenissen, en zijn daarnaast ook vaak bedoeld als propaganda. Denk daarbij aan verhalen over Christenen die tempels van andere religies verwoesten. Je kunt er niet van uitgaan dat deze bronnen een waarheidsgetrouw beeld schetsen. Ik wil graag onderzoek doen naar het niveau daaronder: hoe ging het nou eigenlijk in de dagelijkse praktijk, in kleinere gemeenschappen, tussen verschillende religies? Was dat inderdaad zo moeilijk en onverdraagzaam, of niet? Ik wil kijken of mensen zaken deden met mensen uit andere religieuze groepen, samen met hen aten, feestten, misschien zelfs trouwden. Om religieuze interactie te begrijpen, moeten we het onderzoek breder trekken dan religie alleen en ook kijken naar de rest van het maatschappelijk leven. Als we zo naar onze bronnen kijken,  denk ik dat ze een ander verhaal zullen vertellen.

“Zo laat recent onderzoek van Mattias Brand naar het Manicheïsme (een dualistische religie, gesticht aan het begin van de derde eeuw door de profeet Mani) in Egypte zien dat manicheeërs heel anders leefden dan je op basis van de theologische teksten zou denken. In theorie lijkt het Manicheïsme een religie die heel intolerant is, maar uit de papyri die in de Dakleh oase zijn gevonden blijkt dat manicheeërs in de praktijk prima met andere groepen konden samenleven. Zo zie je maar weer…”

Bronnen leggen vaak nadruk op verschillen

“Er zijn veel literaire bronnen uit de late oudheid waarin verschillen tussen mensen en religies worden benadrukt, en waar de eigen religieuze identiteit wordt gevormd door de eigen groep af te zetten tegen anderen. Maar dergelijke teksten komen vaak niet overeen met de realiteit. Als Johannes Chrysostomos bijvoorbeeld in een van zijn preken tegen zijn gemeente in Antiochië zegt dat christenen  niet naar Joodse feesten mogen gaan, dan betekent dat dus waarschijnlijk dat deze mensen dat in de praktijk wel deden – anders hoefde hij hier ook niet zo tegen tekeer te gaan! Naast papyri en materiele cultuur kan ik dus ook schriftelijke bronnen voor mijn onderzoek gebruiken. Alleen moet ik dan wel vaak tussen de regels door lezen.”

De oratie van Lucinda Dirven, getiteld Religie van alledag. Harmonie en conflict in Egypte en Syrië in de derde en vierde eeuw na Christus vindt plaats op woensdag 13 april om 15.45 uur in de Aula van de Radboud Universiteit. Aanmelden kan tot 28 maart via www.ru.nl/dirven. De oratie is ook live te volgen via een livestream: www.ru.nl/aula/livestream

Meer weten?

Lucinda Dirven geeft twee cursussen aan de Radboud Universiteit. De cursussen zijn toegankelijk voor studenten van verschillende opleidingen.