Lieven De Maeyer
Welke ambitie gaat er schuil achter nieuwe onderzoekers en vrijwilligers van het Titus Brandsma Instituut? In deel 1 van een nieuwe serie vertelt Lieven De Maeyer over zijn promotieonderzoek en zijn hoop op een vertaling van het complete werk van Simone Weil. “Het zoekende in haar werk zou meer op de voorgrond mogen treden.”
Lieven De Maeyer (1992) startte deze lente aan een vierjarig traject dat moet leiden tot zijn promotie, onder begeleiding van Marc De Kesel. Een lezing vanwege het boek Zelfloos van De Kesel bracht hen in 2017 bij elkaar, waarna het wachten was op tijd en geld om met het onderzoek aan de slag te gaan. Wat is gelukt. “Ik heb erg veel zin om hier te gaan werken, hopelijk na corona ook met veel persoonlijke ontmoetingen. Dit instituut ligt me wel. Er zit hier veel expertise over de dingen die mij fascineren.”
Meerdere kunstenaars in de moderne stromingen hebben zich met pamfletten regelmatig tegen de religie gekeerd, tegelijk zijn stromingen als het surrealisme, symbolisme of het dadaïsme rijk aan invloeden uit de mystieke traditie. Op een of andere manier ontlenen kunstenaars daar inspiratie aan, aldus Lieven, ook als ze er in geschrift afstand van nemen. “Soms is er sprake van religieuze verlegenheid. Elke kunstenaar worstelt met het probleem van de creatie: ben ik het die schept, of schept er iets door mij? Ben ik slechts een doorgeefluik? Het is jammer dat het verband met de religieuze traditie hierbij niet vaker expliciet onder de loep genomen wordt. Wat nemen moderne, ook atheïstische kunstenaars over van de religie? Wat schrappen of radicaliseren ze?”
Met een nieuwe blik op de mystieke teksten denkt Lieven raakvlakken bloot te kunnen leggen met de kunsten. “Er zijn nog veel relatief onontgonnen teksten.” Mogelijk komen er bronnen naar boven die ook de moderne artistieke inspiratie kunnen verdiepen. “Net zoals God doorheen de mysticus kan spreken en handelen, zo lijkt de artistieke inspiratie in het surrealisme ook vaak van een ‘ander’ te komen. Het is die formele gelijkenis die me fascineert en die ik wil uitdiepen.”
Simone Weil
Een aan zijn wetenschap verwante passie is het vertalen van het werk van Simone Weil, de Franse filosoof-mysticus-auteur die leefde tussen 1909 en 1942. Lieven maakte een vertaling en bloemlezing van Weils teksten, Simone Weil. Leven op de rand van de wereld (2018). In het Nederlands zijn tot zijn spijt alleen fragmenten uit haar oeuvre vertaald, zoals brieven, artikelen en enkele bloemlezingen.
Het losse werk biedt volgens Lieven onvoldoende zicht op het denken van Weil, reden om te hopen op een complete vertaling. “Weil wordt vaak voorgesteld als een robuust denker, met een eigen leer vol met stelligheden. Maar aan het zicht onttrokken is dat zij eigenlijk voortdurend met zichzelf in discussie is. Haar stellingen zijn uitnodigingen voor tegenspraak, niet een verwoording van ‘zo is het!’. Dat zoekende in haar denken zou veel meer op de voorgrond mogen treden.”
“De laatste jaren hebben mijn hobby’s wat te lijden gekregen onder het werk, maar corona heeft me gelukkig wel mijn liefde voor de fiets en het wandelen doen herontdekken. In zekere zin heb ik ook van mijn hobby mijn beroep kunnen maken: voor ik aan mijn promotieonderzoek begon, ging het meeste van mijn vrije tijd ook naar lezen, vaak dezelfde teksten waar ik nu op werk. Een niet-academische passie is reizen. In 2013 ging ik voor het eerst naar Zuidoost-Azië, om in Cambodja Engelse les te geven op een plattelandsschooltje. Ik heb er mijn hart verloren en ben intussen al twee keer terug kunnen gaan. Hopelijk laat de pandemie gauw toe om mijn oud-collega’s daar nog eens te bezoeken.” |
Lieven De Maeyer. Leven op de rand van de wereld (verwijst naar een andere website). Bloemlezing uit het oeuvre van Weil in de reeks Spirituele Meesters, uitgeverij Carmelitana, 2018.
Zelfloos. De mystieke afgrond van het moderne ik (verwijst naar een andere website) Van Marc de Kesel verscheen in 2017 bij uitgeverij Kok, Utrecht.
Salvador Dalí – en niet anders (verwijst naar een andere website). Tentoonstelling in het Noord-Brabants Museum in Den Bosch, tot en met 21 november.