De betekenis van Tocqueville voor de moderne democratische rechtsstaat

Datum bericht: 23 november 2022

Door Sophie van Bijsterveld en Hans-Martien ten Napel

Democratie en rechtsstaat zijn geen rustig bezit. Dat is inherent aan het gegeven dat zij een staatkundig uitvloeisel zijn van de moderniteit.1 Niet alleen democratische beslissingen, maar ook de elementen van de rechtsstaat berusten uiteindelijk op de wil van de meerderheid van het volk, zoals vertegenwoordigd in het parlement. Hoe moeten wij met dit gegeven zorgen over ontwikkelingen in de westerse democratische rechtsstaten adresseren? In dit blog gaan Sophie van Bijsterveld en Hans-Martien ten Napel in op deze vraag aan de hand van het denken van Alexis de Tocqueville over de moderne democratie.

Alexis de Tocqueville (1805-1859) is in deze tijd opnieuw relevant. Hij stond op de drempel van de tijd die de moderne democratie inluidde. Anders dan velen in zijn omgeving aanvaardde hij die democratie. Hij bepleitte in zijn boek Over de Democratie in Amerika (1835-1840) dan ook geen terugkeer naar de maatschappelijke orde van vóór de Franse Revolutie. Sterker nog, hij beschouwde de democratisering en de ontwikkeling in de richting naar meer maatschappelijke gelijkheid tussen mensen – die een voorwaarde was voor een democratisch bestel - als een onvermijdelijk proces dat al lang aan de gang was en derhalve welhaast door God zelf gewild moest zijn.

Tegelijkertijd vervulde de democratie Tocqueville met de nodige zorg. Hij begreep dat democratie geen statische situatie was. Een democratie kon zich gunstig ontwikkelen, maar kon ook ontsporen. Wat was ervoor nodig om een democratie vitaal te laten blijven? Het is de zoektocht naar het antwoord op deze vraag die Tocqueville fascineerde.

Tegenkrachten: een burgerperspectief

Tocqueville had zeker oog voor staatkundige methoden om de democratie in goede banen te leiden. Zo besteedde hij aandacht aan de elementen van de rechtsstaat. In het bijzonder nam hij in het voetspoor van Montesquieu (1689 – 1755) de machtenscheiding (het systeem van ‘horizontale’ checks and balances) in Amerika onder de loep. Ook zag hij het grote belang van een ‘verticale’ machtenscheiding: een evenwichtige machtsverdeling tussen de staatsmachten op het nationale niveau en de andere territoriale niveaus. Het Amerikaanse federalisme was in zijn tijd ook iets heel nieuws. Maar staatkundige mechanismen alleen waren onvoldoende om de democratie duurzaam te houden. Bovendien zijn ook deze mechanismen geen rustig bezit.

Geïnspireerd door zijn reis naar Amerika, ontwikkelde Tocqueville een burgerperspectief op democratie. Hij zag het belang van een actieve burgerparticipatie: daadwerkelijke participatie in de publieke zaak van burgers die goed geïnformeerd waren. Tocqueville vreesde wel dat burgers het in een democratie druk zouden hebben met het managen van het dagelijks leven, waardoor het deelnemen aan het openbare leven onder druk zou komen te staan. Dat was een profetische voorspelling. Het verschijnsel ‘nepnieuws’ zoals wij dat kennen, was voor hem onbekend.

blog23nov

Tegenkrachten: geloof

Tocqueville betrok dus niet alleen de staatsinstellingen, maar ook het burgerperspectief in zijn beschouwingen over democratie. Maar hij ging nog verder. In zijn benadering van de democratie betrok hij de mens zelf: de mens met zijn idealen, verwachtingen, en strevingen. Daarmee kwam Tocqueville direct op levensbeschouwelijk terrein, concreet: op het terrein van de religie en het christelijk geloof. Tocqueville schroomde dus niet om de democratie vanuit een cultureel perspectief te doorgronden. Ook voor onze geseculariseerde samenleving is juist deze invalshoek bij uitstek interessant, vooral om de relatie tussen vrijheid en gelijkheid in democratische samenlevingen te bestuderen. Het is bovendien een invalshoek die bij alle ontluikende belangstelling voor Tocqueville nog wel eens over het hoofd wordt gezien.

In de bundel Een nieuwe politieke formule. Ideeën voor staat en samenleving geïnspireerd door Alexis de Tocqueville nemen de auteurs het inzicht van Tocqueville over de betekenis van religie voor de moderne democratie serieus. Zij kijken vanuit een brede, culturele benadering naar kernvragen die in onze democratie spelen. Centraal staan daarbij de kwesties van de legitimiteit van besluitvorming, de gedaanteverandering van de staat, de aard van de politieke wil, de identiteit van de democratische mens, de aard van burgerschap, en de maatschappelijke rol van kerk en theologie.

Dat de auteurs Tocquevilles inzichten over de betekenis van religie voor democratie serieus nemen, betekent niet dat de auteurs van deze bundel een terugkeer bepleiten naar de middeleeuwse symbiose tussen kerk en staat. Overigens deed Tocqueville dat evenmin. Zij pleiten aan de andere kant ook niet voor een secularisme dat religie tot privéaangelegenheid reduceert.

Wel is het zo dat een ontwikkeling van een Tocquevilliaans perspectief op onze tijd de vraag opwerpt of, en, zo ja, hoe aan religie ontleende inzichten kunnen blijven bijdragen aan de vitaliteit van de democratische rechtsstaat. Dat levert interessante beschouwingen op, juist voor een seculiere samenleving.

Vond je dit een boeiende blog? Lees meer en blijf op de hoogte door je aan te melden voor onze maandelijkse nieuwsbrief.

Noten:

1. Sophie van Bijsterveld en Hans-Martien ten Napel schreven eerder het blog: ‘Waarom democratie en rechtsstaat geen rustig bezit zijn’.

Sophie van Bijsterveld is hoogleraar Religie, recht en samenleving aan de Radboud
Universiteit te Nijmegen.

Hans-Martien ten Napel is universitair hoofddocent Staats- en bestuursrecht aan de
Universiteit Leiden.

Trefwoorden: #Tocqueville #democratie #rechtsstaat #machtenscheiding #wetmatigheidvanbestuur #legaliteitsbeginsel #grondrechten #mensenrechten #moderniteit #vrijheid #gelijkheid #Montesquieu #federalisme #religie #christelijk #geloof #kerk #theologie #politiek #identiteit #burgerschap