Burgervriendschap en vrijheid horen bij elkaar
Door Emma Cohen de Lara
Vaak horen wij in de media over het afnemende vertrouwen van burgers in de overheid. Een thema dat minder aandacht krijgt is het vertrouwen tussen burgers onderling. Toch voelen wij allemaal wel aan dat een samenleving waar veel vertrouwen heerst een betere – prettiger, veiliger en meer efficiënte – samenleving is. Maar wat is burgervriendschap eigenlijk en hoe wordt burgervriendschap ontwikkeld in een moderne democratische samenleving?
Klassiek burgervriendschap
De Romeinse filosoof en staatsman Marcus Tullius Cicero had het idee dat onderling vertrouwen het gevolg is van verantwoordelijkheid nemen voor elkaar. Hij schreef over wederzijdse plichten en verplichtingen die zich in concentrische cirkels uitspreidden. De meeste verantwoordelijkheid heeft iemand tegenover mensen in de directe levenssfeer, dat wil zeggen, tegenover familie en hechte vrienden.
Verantwoordelijkheid spreidt zich vervolgens uit naar de naaste omgeving – de buren en buurtbewoners – en naar alle bewoners van een stad, en het hele land. Volgens Cicero breiden de cirkels zich zelfs uit naar omliggende landen, om zo uiteindelijk de gehele wereldbevolking te omspannen. Wel is het zo dat hoe groter de cirkel, hoe zwakker en minder omvattend de verantwoordelijkheid. Cicero’s inzicht is dat burgervriendschap altijd gebaseerd is op het navolgen van bepaalde plichten. Zo heeft iemand zelfs in tijden van oorlog de plicht om een gevangengenomen vijand menswaardig te behandelen.
Burgervriendschap in een democratie
Tocqueville zag in het negentiende-eeuwse Amerika een samenleving met een relatief hoog gehalte van gelijkwaardigheid. Hij merkte daarnaast de enorme rusteloosheid van de Amerikanen op. Die uitte zich in het vaak van (woon)plaats verwisselen. De concentrische cirkels van Cicero werden daardoor nogal door de war geschud. Wat de ene dag de buren waren, waren de volgende dag verre kennissen.
Onze moderne, democratische samenleving lijkt dan ook meer op de samenleving die Tocqueville bestudeerde dan op de Romeinse Republiek van Cicero. Vooral grote steden kennen een grote doorloop en veel sociale diversiteit. Het sociale vertrouwen in democratische en dynamische samenlevingen is daardoor mogelijk minder hecht; er is minder thick social trust. Maar daar staat veel vrijheid en minder verantwoordelijkheden tegenover.
De relatie tussen vrijheid en vertrouwen
Als Tocqueville vandaag in Nederland zou rondlopen, dan zou hij observeren dat het belangrijk is om een goede balans te vinden tussen vrijheid en vertrouwen, althans dat vermoed ik. Een té hechte gemeenschap kan omslaan in te veel sociale controle en kan verstikkend werken. Echter, een té vrije samenleving kan betekenen dat het onderling vertrouwen zo laag wordt dat wij ons niet veilig meer voelen, en daarmee eigenlijk ook niet meer vrij. Burgervriendschap en vrijheid horen voor Tocqueville bij elkaar.
De cultivering van burgervriendschap
In het rusteloze Amerika hadden burgers een natuurlijke geneigdheid om zich voortdurend te verenigen om een publieke zaak te dienen – denk aan een tennisclub, een bibliotheek, een krant, een soepkeuken, een school, enzovoort. Door deze verenigingen kwamen burgers nader tot elkaar. Zij stimuleerden de ontwikkeling van burgervriendschap. Tocqueville spreekt niet zozeer over plichten, maar een gedeelde inzet voor de publieke zaak als basis voor burgervriendschap die ook de harten van de mensen voor elkaar opende. En dat was volgens Tocqueville hard nodig in het individualistische en dynamische Amerika.
Het is best mogelijk dat er nu, zeker na de lange Corona-tijd waarin wij als burgers gedwongen werden ons te isoleren, een gebrek aan vertrouwen is ontstaan, en het zou goed zijn wanneer wij Tocquevilles inzicht weer in gedachten brengen, dat vertrouwen niet op magische wijze ontstaat, maar het gevolg is van gezamenlijk activiteiten ondernemen.
Burgervriendschap en vrijheid
Ook is het goed om na te denken over Tocquevilles inzicht dat burgervriendschap en vrijheid bij elkaar horen. In Nederland hebben wij nog steeds een cultuur waarin wij als burgers relatief makkelijk zelf initiatieven nemen en daardoor het onderlinge vertrouwen bevorderen. Dergelijk vertrouwen is afwezig in een totalitaire staat, waar de staat de bevolking via de geheime dienst onder controle en in isolement houdt. Voor een totalitaire staat, zo schreef Tocqueville, is het wantrouwen tussen burgers een groot goed, omdat burgers zo gemakkelijker onder controle te houden zijn.
De Poolse filosoof Leszek Kolakowski (1927–2009) schreef – in ballingschap in Londen – indringende teksten tijdens de Russische overheersing van zijn eigen land. Daarbij drong hij aan dat juist burgervriendschap de Polen overeind kon houden en de meest belangrijke bron was van verzet. Hij – en daarmee ook Tocqueville – kreeg uiteindelijk gelijk, en het waren met name de van onderop georganiseerde vakbonden die het eind van de jaren 1980 vrije verkiezingen afdwongen.
Burgervriendschap en vrijheid horen dus bij elkaar om meerdere redenen. Wij voelen ons vrijer als wij met mensen omringd zijn die we vertrouwen. En zelfs politieke vrijheid hangt deels af van het vermogen van burgers om elkaar te vertrouwen door zelf activiteiten te ondernemen.
Vond je dit een boeiende blog? Lees meer en blijf op de hoogte door je aan te melden voor onze maandelijkse Blog Alert.
Emma Cohen de Lara is universitair hoofddocent politieke theorieën aan het Amsterdam University College
#Tocqueville #Cicero #burgervriendschap #vrijheid #gelijkwaardigheid #samenleving #democratie