In het centrum is het drummen, maar vind je daar ook gematigden?

Datum bericht: 6 december 2022

Door Frank Judo

Liberalen, sociaaldemocraten en ook christendemocraten denken wel eens een gemeenschappelijke inspiratiebron te vinden in hun gedeelde centrisme. Dat hoeft niet verkeerd te zijn, maar leidt af van andere perspectieven, die minstens even belangrijk zijn. Frank Judo vraagt aandacht voor de oude deugd van de gematigdheid.

Pragmatische tijden

Onze tijd omschrijven als pragmatisch, is niet bepaald een schokkende uitspraak. De dagen dat levensbeschouwingen en met name politieke ideologieën grote groepen mensen konden bezielen, liggen al even achter ons. Dat is overigens minstens ten dele het gevolg van de ongelukkige ervaringen die werden opgedaan met dergelijke vormen van massale bezieling.

Vrijheid, gelijkheid, broederschap

Vraag de gemiddelde politicus om een korte omschrijving van haar of zijn levensbeschouwing en de kans is groot dat je ergens in de dagen van de Franse Revolutie verzeilt. Liberaal denkenden zullen zich beroepen op de vrijheid, sociaaldemocraten en socialisten op de gelijkheid. Wie neemt dan de broederlijkheid voor zijn rekening? Is dat het terrein van de christelijke of christendemocratische politiek?

Dat laatste is in theorie misschien wel het geval. In de praktijk gebeurt er vaak iets heel anders: christendemocraten beginnen vaak ook over vrijheid en gelijkheid, om dan te vertellen dat ze graag van elk een stukje willen. Niet helemaal liberaal, niet helemaal sociaaldemocraat, maar ergens tussenin. Het beste van twee werelden dus.

Keuzes maken moet echt

Ongetwijfeld heeft een dergelijke eclectische aanpak zijn charmes, maar tegelijkertijd klinkt hij wat teleurstellend. Het klinkt als het eten van twee walletjes die allebei van iemand anders zijn. Een zelfbepaling die niet teruggaat op eigen kracht, maar op de verhouding tot andere spelers in het politieke spel getuigt misschien van een bovengemiddeld altruïsme, een stevige basis is het niet echt.

Gratis foto's van Pier

Centrum

Op die onbepaaldheid loopt het ook vaak mis met zelfidentificaties die verwijzen naar het centrum. Veel mensen zien zichzelf (individueel en collectief) als (het) centrum. Dat betekent nog niet dat het dringen is om daar een plekje te vinden. Integendeel, soms lijkt het of centrumpolitiek meer gelijkenis vertoont met de zwarte gaten in de astronomie, die op onverklaarbare wijze kiezers en politieke formaties in het niet doen verdwijnen. Aan de randen van het politieke spectrum duiken dan weer nieuwe spelers op, die nieuwe thema’s op de agenda brengen en dus ook het vroegere centrum op een andere manier gaan bepalen. Zo bekeken, is het centrum allesbehalve een comfortabele plek, omdat wie daarvoor kiest moet aanvaarden dat de eigen positionering voortdurend wordt gewijzigd door keuzes van anderen. ‘Het centrum’ is een relatief begrip, dat lijken nogal wat zelfverklaarde en overtuigde centristen uit het oog te verliezen.

Toch aantrekkelijk

Dat het centrisme toch aantrekkelijk is, is niet zonder betekenis. Het in rekening nemen van uiteenlopende gezichtspunten, waarden en belangen, is als zodanig waardevol, omdat het een meer omvattende visie op de werkelijkheid als uitgangspunt neemt. Wordt deze erkenning van veelheid echter op de spits gedreven, verzandt het gauw in relativisme, misschien wel de meest cynische vorm van pragmatisme.

Is er dan een alternatieve definitie mogelijk?

Gematigdheid

Veeleer dan zichzelf met het centrum te identificeren, lijkt het zinvol om inspiratie te zoeken in de gematigdheid. Het verschil tussen beide lijkt een nuance, maar gaat bij nader inzien veel verder. Het centrum definieert zichzelf vanuit de vergelijking met extremen; de gematigdheid gaat uit van eigen opvattingen – en van de erkenning van de diep-menselijke verleiding om die uit te vergroten en op de spits te drijven. Wij zouden kunnen zeggen dat centrisme van buiten naar binnen denkt en gematigdheidsdenken van binnen naar buiten.

Maakbaarheid

In die zin vertoont de keuze voor gematigdheid wel gelijkenis met de conservatieve denkschool, met name in haar antropologie. Die antropologie is niet zo heel enthousiast over aard van de mens. Naargelang ieders voorkeur, kan die antropologie sceptisch, realistisch of pessimistisch worden genoemd. Eén ding is echter zeker: geloofwaardig is die antropologie slechts wanneer de persoon die zich erop beroept, deze ook op zichzelf toepast en dus het intrinsieke tekortschieten van zichzelf erkent. Een beleid dat uitgaat van de maakbaarheid van mens en samenleving, valt dus moeilijk te verzoenen met deze uitgangspunten. Een beleid dat voorzorg, voorzichtigheid en gematigdheid als vertrekpunt neemt des te meer.

Compromis

Dat is niet zonder gevolg voor de politieke praxis. Waar een centristische benadering vaak grote waarde toekent aan het sluiten van compromissen tussen de deelnemers aan het besluitvormingsproces (met andere woorden een extrinsieke kwalificatie), leidt een benadering vanuit de gematigdheid ertoe dat een beleidskeuze vooral intrinsiek evenwichtig moet zijn. De nadruk verschuift dus naar de inhoudelijke kwaliteit van de beslissing, zonder de veelheid aan mogelijke perspectieven uit het oog te verliezen. Evenwicht impliceert ook een keuze voor stabiliteit en duurzaamheid, niet toevallig kwaliteiten die in een conservatieve wereldvisie hoog gewaardeerd worden.

Gratis foto's van Zee

(Kardinale) deugd

Allicht voelt het voor sommigen onwennig dat een politieke richting zich zou beroepen op een deugd, en dan nog niet de minste. Samen met de rechtvaardigheid, de moed en de wijsheid is de gematigdheid immers een van de vier kardinale deugden, die sinds Plato en Aristoteles de kern vormen van het westerse denken over deugdzaamheid. Leidt een dergelijke keuze niet tot een verwarring tussen ethiek en politiek, met alle gevaren die daaruit kunnen voortvloeien?

Niet noodzakelijk, misschien wel integendeel. Een discours dat politieke ideologieën uitdrukkelijk met deugden verbindt, doet immers recht aan het voorwerp van de politiek, namelijk de zoektocht naar het goede leven in gemeenschap en de beheersing van de conflicten die onvermijdelijk voortvloeien uit de verschillende opvattingen daaromtrent. Politiek en ethiek vallen niet samen, maar zijn ook geen parallelle lijnen, die elkaar nooit kunnen raken. Beide spreken ze over het goede leven, zij het in andere registers. Die alteriteit kan enkel juist worden begrepen als ook de gelijkenis tussen beide sferen erkend wordt.

Frank Judo is jurist, historicus en filosoof. Hij is auteur van Het bewaren waard: wandelen door een conservatisme langs 21 misverstanden, Uitgeverij Ertsberg, 2022.

#Tocqueville #liberalisme #socialisme #christendemocratie #politiek #FranseRevolutie #vrijheid #gelijkheid #broederschap #maakbaarheid #mensbeeld #deugden #gematigdheid