Deep democracy: partijdemocratie en de geest van samenwerking

Datum bericht: 10 september 2021

Door Leon van den Broeke

Wat houdt deep democracy in? Kan deze term als een cultuur dienen in het Nederlandse politieke landschap? Hoofddocent Leon van den Broeke introduceert dit relatief nieuwe begrip en gaat in op het belang van samenwerking: geen overstemming, maar overeenstemming.

Deep democracy

Met democratie zijn wij allemaal door en door vertrouwd, al is het niet altijd eenvoudig om grip te krijgen op de vele kanten van dit begrip. Dat blijkt ook in de samenleving waar de aanduiding democratie soms als een containerbegrip wordt gehanteerd. Bijzonder is het dan ook dat tegenwoordig de vrij nieuwe term deep democracy opgeld doet. Deep democracy ziet niet op formele structuren, maar op de werkelijke kwaliteit van besluitvorming. Bij deep democracy is er bij besluitvorming aandacht en waardering voor onderstromen in groepen, voor andere zienswijzen en standpunten. Mensen en meningen worden niet geïsoleerd, maar binnen de groep(smening) gehouden.

Een stabiele groep weet hoe om te gaan met diversiteit en inclusiviteit, tegenovergestelde meningen en gebrek aan betrokkenheid van individuen bij de gewenste groepscohesie. Deep democracy is zo gezien eerder een cultuur dan een verzameling formele regels. Deep democracy is ook van belang voor de manier van werken van democratisch gekozen volksvertegenwoordigers, van de Tweede Kamer tot en met lokale gemeenteraden. Ook voor politieke partijen in Nederland is deep democracy relevant – in elk geval heeft meer dan een politieke partij op dit punt nog wat te leren.

De geest van samenwerking

Tocqueville had al oog voor deep democracy, al ging het bij hem om deep democracy avant-la-lettre. Tocqueville was gefascineerd door de democratie die hij in Amerika aantrof. Hij vergeleek die democratie voortdurend met een aristocratisch systeem, dat hij kende uit het oude Frankrijk. In het hoofdstuk over ‘De geest van samenwerking’ schrijft Tocqueville:

“In een democratie (…) zijn de bewoners ieder voor zichzelf zonder invloed en zonder onderling verband. Op zichzelf kunnen zij bijna niets noch hebben zij de macht huns gelijken ertoe te dwingen hun medewerking te verlenen. Indien zij er dus niet toe zouden komen elkander op basis van vrijwilligheid te steunen, zou iedereen in volkomen onmacht wegzinken.”

Elkaar niet vrijwillig steunen, is een teken van onmacht, zegt Tocqueville. In een democratie is het recht en de opvatting van het individu van belang. De minderheid mag niet bekneld raken in de machine van de meerderheid: geen overstemming, maar overeenstemming. Evenmin mag de minderheid de meerderheid gijzelen. Tocqueville zag het belang van maatschappelijke democratie: een cultuur van samenwerken tussen burgers in de samenleving. De houding die uit deep democracy spreekt, vond hij ook van belang voor de werking van de formele democratie. Tocqueville zag beide net genoemde risico’s: “Partijdictatuur is (…) niet minder te duchten dan de tirannie van een enkeling.”

teamwork-3213924_1280

Politieke partijen

Nederlandse politieke partijen – althans een aantal daarvan - ontkomen er niet aan in de spiegel van de democratie te kijken en hiervan te leren. Mogelijk is een deel van het heersende ongenoegen met partijdemocratie, de democratie binnen politieke partijen, te verklaren door de interne-partijcultuur. Regelmatig komt over het ongenoegen het nodige naar buiten bij partijen in alle hoeken van het politieke spectrum, zowel bij nieuwe, jonge partijen als bij klassieke, gevestigde partijen. De goede raad kan ook voor politieke fracties gelden: het zou niet verbazen wanneer de veelheid van afsplitsingen van Tweede Kamerfracties in elk geval voor een deel op die manier te verklaren is.

Het proces van politieke versnippering is ook al een tijdje aan de gang. Het veronachtzamen van de eisen van deep democracy en de lessen van Tocqueville op dit punt heeft als de prijs dat de implosie voortschrijdt. Zonder Tocquevilles notie van ‘de geest van samenwerking’ en het balanceren dat daarbij hoort, verliest een democratische partij niet alleen van andere partijen, van politieke tegenstanders, maar vooral van zichzelf. Bij de evaluatie van de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 kwam een partij tot de conclusie dat juist dát was gebeurd: verliezen van zichzelf.

Vond je dit een boeiende blog? Lees meer en blijf op de hoogte door je aan te melden voor onze maandelijkse Blog Alert.

Leon van den Broeke is universitair hoofddocent Religie, Recht en Samenleving en voorzitter van het Centrum voor Religie en Recht aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Ook is hij universitair hoofddocent Kerkrecht en directeur van het Deddens Kerkrecht Centrum aan de Theologische Universiteit Kampen.

#Tocqueville #democratie #partijdemocratie #samenwerking #cultuur #partijcultuur #waarden #normen #instituties