Democratie zonder liberalisme?

Datum bericht: 29 juni 2022

Door Hans-Martien ten Napel

De Nederlandse vorm van staatsinrichting staat bekend als democratische rechtsstaat. In het Engels vertaald is dat ‘liberal democracy’. Het woordje ‘liberal’ staat daarbij voor de beperkingen die gesteld zijn aan de democratische besluitvorming. Deze beperkingen vloeien voort uit het principe van de gelijkwaardigheid van mensen. Aldus bezien, is het niet verwonderlijk dat velen menen dat ook democratie en liberalisme niet los van elkaar kunnen worden gezien. Klopt dat echter wel?

Kennisname van het boek Demopolis: Democracy before Liberalism in Theory and Practice(2017)1 van de Amerikaanse classicist en politiek theoreticus Josiah Ober doet twijfel rijzen over de gangbare opvatting dat democratie liberalisme vereist. Ober behandelt de historische, Atheense democratie. Ook neemt hij de lezer mee in een gedachten-experiment, waarin hij deze democratievorm als het ware perfectioneert, want de Atheense democratie kende stellig ook zo haar gebreken. Te denken valt aan de uitsluiting van slaven, vreemdelingen en vrouwen van deelname aan de besluitvorming.

Burgerlijke waardigheid

Het boek laat zien dat voor het stellen van beperkingen aan de democratische besluitvorming het veel later opgekomen liberalisme niet noodzakelijk is. Ook in de klassieke oudheid bleek het al mogelijk om een begrensde en collectieve vorm van zelfbestuur in te richten. De begrenzing vloeide onder meer voort uit de idee van ‘burgerlijke waardigheid’.2 Deze houdt in dat alle leden van de democratische gemeenschap aanspraak kunnen maken op erkenning door de andere leden en zeggenschap kunnen uitoefenen over zaken die hun aangaan. Het betreft een voorloper van de notie van universele menselijke waardigheid.

acropolis-g56a5c9757_1920

Een tegenwerping zou kunnen luiden dat het nog niet zo duidelijk is wat er precies onder burgerlijke waardigheid moet worden verstaan. Toch vond de groep masterstudenten met wie ik het boek afgelopen najaar las het betreffende hoofdstuk allesbehalve vaag. De idee van waardigheid stond in Athene centraal in de burgerschapsvorming. Bovendien heeft zij een uitwerking gekregen in het principe dat besluiten van de volksvergadering moesten voldoen aan bepaalde regels van hoger, constitutioneel recht. Overigens is de (juridische) betekenis van het begrip menselijke waardigheid momenteel evenmin volledig helder.

Het is een verdienste van het liberalisme dat het heeft bijgedragen aan een verdere verruiming van de mogelijkheid tot deelname aan de democratische besluitvorming. Een notie als burgerlijke waardigheid maakt evenwel ten overvloede duidelijk dat het niet het principe van de gelijkwaardigheid van mensen heeft uitgevonden. Wel heeft het een eigen accent gelegd door het mensbeeld van waaruit het vertrekt. Dat gaat in meerdere of mindere mate uit van de individuele autonomie. Een dergelijk accent is niet onmisbaar voor de rechtsstaat. Daarom kan ook een democratie het zonder liberalisme stellen.

Praktische consequenties

Is bovenstaande nu uitsluitend van theoretisch belang? Integendeel, het heeft grote praktische consequenties. Ik stip er daarvan drie aan. De eerste is dat de democratie eerder en meer aanvaardbaar kan worden voor niet-westerse samenlevingen, wanneer deze gescheiden blijft van liberale invloeden. Het type ‘basisdemocratie’ zoals geschetst door Ober kan fungeren als fundament voor een voluit liberale democratie, maar ook bijvoorbeeld voor samenlevingen die fundamentele reserves koesteren tegenover de idee van individuele autonomie of een religieus neutrale overheid naar westerse snit.

puzzle-gc4091c29b_1920

Voor westerse samenlevingen biedt bovenstaande ook perspectief, nu het liberalisme in toenemende mate onder druk staat. Ober is naar eigen zeggen een liberaal-democraat, maar toont zich in zijn boek bezorgd of het liberalisme nog wel in staat zal blijken de grote economische, morele en sociale problemen van de 21ste eeuw op te lossen. De vraag die vervolgens rijst, is of wij met het liberalisme automatisch ook de democratie overboord moeten zetten. Volgens Ober is het niet nodig het kind met het badwater weg te spoelen. Democratie blijft ook haalbaar in een mogelijk postliberaal tijdvak.

Daarmee laat bovenstaande, tenslotte, zien dat de onliberale democratie niet het enige alternatief vormt voor liberale democratie. Dit kan tot enige ontspanning leiden in bijvoorbeeld de discussie over het burgerschapsonderwijs. Zeker, de grenzen van de democratische rechtsstaat mogen daarin bewaakt worden. Voor het overige is de democratie echter ‘van ons allemaal’.3 Tocqueville ging uit van een natuurrechtelijk liberalisme en daarmee een door inzichten uit de klassieke filosofie en het christendom begrensde vorm van democratie.Als Ober gelijk heeft, behoort die eveneens nog volop tot de mogelijkheden.

Vond je dit een boeiende blog? Lees meer en blijf op de hoogte door je aan te melden voor onze maandelijkse Blog Alert

Hans-Martien ten Napel is universitair hoofddocent Staatsrecht aan de Universiteit Leiden en als Senior Fellow verbonden aan het Center for Religion, Culture & Democracy (USA).

#Tocqueville #democratie #liberalisme #rechtsstaat #Athene #waardigheid #gelijkwaardigheid #burgerschap #burgerschapsonderwijs #natuurrechtelijk liberalisme #Josiah Ober

Noten:

1.Ober, J. (2017). Demopolis: Democracy Before Liberalism in Theory and Practice. Cambridge University Press.

2.Ober, J. (2009). Three Kinds of Dignity. Voorlopige versie.

3.Biestra, G. (2022). De democratie is van ons allemaal. Verus. Verkregen via https://www.verus.nl/actueel/nieuws/de-democratie-is-van-ons-allemaal-0

4.Zie het eerder verschenen 'Mijn kennismaking met het posliberalisme' (2 maart 2022), te vinden op Mijn kennismaking met het posliberalisme - Tocqueville(ru.nl)