Democratie, waar is haar fundament?

Datum bericht: 9 september 2020

Door Lennart Slagter

Behoeft onze democratie een gedeeld zedelijk fundament? Voor Alexis de Tocqueville (1805-1859) was het antwoord volmondig ‘ja’, en wel in de vorm van de christelijke religie. De hedendaagse filosoof Claude Lefort (1924-2010) beschouwde iedere poging om een eenheid te garanderen juist als een gevaar. Democratie impliceert volgens Lefort de viering van de maatschappelijke verdeeldheid.

Gescheiden sferen

Tocqueville zag dat de christelijke religie in de ontwikkeling van de Amerikaanse democratie een belangrijke rol had gespeeld. Religie beschermde er de zeden, bracht de liefde voor standengelijkheid met zich en stond náást de politiek in plaats van prominent aanwezig te zijn als politieke macht. Tocqueville spreekt dan ook van een splitsing in een religieuze en een politieke orde. Die splitsing beschermt tegelijk de geloofwaardigheid van religie.

“…in Amerika heeft de religie zich als het ware zelf grenzen gesteld, de religieuze orde is er volledig gescheiden gebleven van de politieke orde, zodat men oude wetten gemakkelijk heeft kunnen veranderen zonder oude overtuigingen aan het wankelen te brengen.”1

Op politiek niveau zag Tocqueville dat standengelijkheid leidde tot een zeker wantrouwen van burgers jegens de autoriteiten. De burgers worden zélf ‘de belangrijkste scheidsrechter van hun overtuigingen’ en deze zullen zij ‘binnen en niet buiten de grenzen van de mensheid’ vinden. De blik omhoog werd vervangen door de blik inwaarts en zijwaarts.

Het vraagstuk van het theologisch-politieke

In de middeleeuwen werd het gezag van de wereldlijke vorst gezien als goddelijk gelegitimeerd. Zijn macht had daarmee ook een transcendente lading, een lading die het gewone wereldlijke oversteeg. De vorst oefende zijn macht uit ‘bij de gratie Gods’. Zo werkte religie symbolisch gezien ook ‘verticaal’ in op de wereldse politieke orde en gaf daaraan richting.

sun king

Met de komst van de moderne democratie verviel deze traditionele ‘goddelijke’ legitimatie van de macht. Kan de mensheid werkelijk zichzelf besturen, zoals zij dat wordt geacht te doen in een democratie, zonder ‘hulp van bovenaf’? Kan een democratische politieke gemeenschap zich wel richten op ‘hogere’ zaken als het Goede of de Rechtvaardigheid wanneer er geen hogere werkelijkheid is die hieraan richting geeft? Is religie als zedelijk fundament, zoals Tocqueville dat zag, voldoende? Voilà, het vraagstuk van het theologisch-politieke.

Sommige denkers, zoals Jules Michelet (1798-1874), verplaatsten de religieuze dimensie eenvoudigweg naar de begrippen die centraal staan in de democratie, zoals ‘volk’ en ‘natie’. Volk en natie werden in zijn denken nadrukkelijk beladen met religiositeit.2

Volgens Lefort maken deze denkers een fout. Zij miskennen de symbolische transformatie die plaatsvond bij de komst van de democratie. Zij blijven steken in de oude theologisch-politieke denkkaders en vervangen de vorst als baken van identificatie van de macht door ‘het volk’.

De lege plaats van de macht

Lefort herkende in de opkomst van de democratie in de eerste plaats een symbolische transformatie van ‘de plaats van de macht’.3 In een democratie kan ‘het volk’ niet de plaats van de macht bezetten; niemand kan dat. De plaats van de macht is leeg. Juist op het democratische moment bij uitstek, het stemproces, presenteert het volk zich als verdeeld. Hiermee wordt duidelijk dat degene die wordt verkozen tijdelijk ‘de plaats van de macht’ te bezetten, dit niet langer kan doen met absolute legitimiteit.

parliament

Lefort zag dat de democratie, zonder ‘lijntje met God’, symbolisch een breuk had geslagen tussen de principes van macht, legitimiteit en kennis. Het volk, dat wordt geacht zichzelf te besturen, is constant in zichzelf op zoek naar wat legitimiteit en kennis kan behelzen. Hiertoe wordt het aangemoedigd door haar innerlijke verdeeldheid en de representatie van deze verdeeldheid op een politiek toneel.

Eenheid of verdeeldheid

Is dit erg? De conclusie die Lefort trekt, is dat de verdwijning van transcendentie, het ‘hogere’ in relatie tot de politieke gemeenschap als geheel, juist tot een radicalisering van de bevraging van macht, legitimiteit en kennis heeft geleid. Niemand kan deze immers met absolute legitimiteit bezitten. De relevantie van deze begrippen is in de visie van Lefort daarmee niet verdwenen. Zij is juist vergroot. In de ogen van Lefort is dat winst.

In een democratie wordt de blik inderdaad naar binnen en zijwaarts gericht, zoals Tocqueville al stelde. In de ogen van Lefort miskende Tocqueville echter impliciet het belang van de maatschappelijke verdeeldheid door van een zedelijke eenheid uit te gaan, gevoed door religie. Volgens Lefort floreert de democratie bij uitstek dankzij de ‘onbepaaldheid’, een onmisbare voorwaarde voor een open maatschappelijk debat waar ook minderheidsstandpunten een gelijkwaardige plaats krijgen. De erkenning en het zichtbaar maken van verdeeldheid in het publiek debat legitimeert juist het bestaan van de democratie, aldus Lefort.

En wij?

De christelijke religie wordt vandaag de dag niet breed als een zedelijk fundament van onze democratie gezien. In onze samenleving woeden wel debatten over ‘waarden en normen’ en over de inhoud van het begrip ‘burgerschap’. Discussies over deze en vergelijkbare zaken laten zien dat de zoektocht naar een fundament, in welke vorm dan ook, in onze democratie vooralsnog niet afgeblazen lijkt te zijn.

Lennart Slagter is masterstudent Filosofie van de Natuur- en Levenswetenschappen aan de Radboud Universiteit en is als stagiair betrokken bij het project ‘Tocqueville, Religie en Democratie’.

1. Alexis de Tocqueville (1840) Over de democratie in Amerika (vierde druk), Lemniscaat: Rotterdam 2011, p.448.
2. Claude Lefort (1981), ‘Bestaat het theologisch-politieke nog?’, in Wat is politiek? (een bloemlezing van het werk van Claude Lefort, samengesteld door P. van de Wiel, B. Verheijen en P. Frissen, Boom klassiek: Amsterdam, 2016, p.121-191.
3. Claude Lefort (1986), ‘Het vraagstuk van de democratie’, in Wat is politiek? (a.w.), p.81-100.

Tags: Tocqueville, religie, democratie, Lefort, politieke theologie, macht, legitimiteit, waarden en normen

Lees meer over Tocqueville en waarden en normen

Meld je nu aan voor de nieuwe Tocqueville-nieuwsbrief!