Een dialogerende kerk

Datum bericht: 17 december 2021

Door Adrianus van Luyn sdb

In een vorig blog ging emeritus bisschop Adrianus van Luyn sdb in op de vraag wat een dialoog authentiek maakt. In deze tekst werpt hij licht op de betekenis die het Tweede Vaticaanse Concilie (1962 – 1965) hechtte aan dialoog. Het Concilie sprak niet alleen over dialoog tussen mensen. Het Concilie zag de Kerk zelf als dialogerende Kerk. De inzichten van het Concilie hebben niets aan betekenis ingeboet.

Bruggen tussen Kerk en Wereld

Het Tweede Vaticaanse Concilie (1962 – 1965) werd door Paus Johannes XXIII bijeengeroepen om de Kerk ‘bij de tijd’ te brengen - aggiornamento - want naar zijn overtuiging was de Kerk vervreemd van de wereld. De paus wilde bruggen slaan tussen het geloof van de Kerk en de context van de moderne en postmoderne wereld. Het ging hem niet alleen om een herbronning van de wezenlijke boodschap van het Evangelie van Christus, maar ook om deze boodschap verstaanbaar door te geven en geloofwaardig voor te leven. Bruggen slaan naar de wereld is niet mogelijk zonder een intensieve dialoog met die wereld. Het Concilie streefde er daarom naar om de verhouding tussen Kerk en Wereld steeds meer te zien en te beleven als een relatie van dialoog.

Dialoog als voorwaarde

Na de dood van Johannes XXIII bekrachtigde Paus Paulus VI deze visie. In zijn eerste Encycliek, Ecclesiam suam, over de zending van de Kerk in deze tijd (6 augustus 1964) noemde de paus drie voorwaarden voor het volvoeren van deze zending. De eerste was verdieping van de zelfkennis van de Kerk; de tweede was zelfkritiek en zelfvernieuwing; de derde was de dialoog van de Kerk met de wereld. Deze dialoog is een rechtstreekse consequentie van de heilsdialoog tussen God en de mens, van generatie naar generatie. De kerk mag zich niet in zichzelf opsluiten (nr. 80). Zij mag niemand van de dialoog uitsluiten (nr. 98). Dialoog is een uiting van respect voor de waardigheid en de vrijheid van iedere menselijke persoon (nr. 81).

cologne-cathedral-gf296d524b_1280

Paus Paulus VI ging ook in op het karakter van de dialoog. Voor een echte dialooghouding zijn vier eigenschappen nodig: duidelijke verstaanbaarheid, zachtmoedige bescheidenheid, wederzijds vertrouwen en pedagogische prudentie (nr. 83 - 85).

Alle leden een taak

In de Dogmatische Constitutie over de Kerk, Lumen Gentium (17 november 1964), legde het Concilie de nadruk op de Kerk als ‘volk van God’, waarin alle leden geroepen zijn om te delen in de zending van de Kerk. Iedere leerling van Christus heeft voor zijn/haar deel de taak om van het Evangelie te getuigen (LG 10).

Een jaar later erkende het Concilie in de Verklaring over de Godsdienstvrijheid, Dignitatis Humanae (7 december 1965), de vrijheid van godsdienst als een recht ‘dat voor alle mensen en voor alle gemeenschappen erkend moet worden en wettelijk vastgelegd’ (DH 13). Het Concilie drong daarom aan op een oprechte dialoog, waardoor mensen elkaar wederzijds helpen bij het zoeken naar de waarheid, op gestage samenwerking bij het nastreven van alles wat waardevol en rechtvaardig is, en op daadwerkelijke inzet voor vredelievende betrekkingen en eendracht in de wereld van vandaag.

Het Decreet Ad Gentes (7 december 1965) over de missieactiviteit van de Kerk benadrukte speciaal voor missionarissen de noodzaak van dialoog (AG 11, 34 en 16).

De Kerk in de wereld van deze tijd

Het laatste document van het Concilie, de Pastorale Constitutie Gaudium et Spes (7 december 1965), richt zich op de Kerk in de wereld van deze tijd. Het benadrukt het interne gemeenschapskarakter van de Kerk en onderstreept tegelijkertijd de innige verbondenheid en solidariteit met de wereld (GS 1).
De Kerk dient voortdurend in gesprek te gaan met de wereld, waarin zij leeft, om ‘zijn verwachtingen, ambities en vaak dramatische ontwikkelingen te onderkennen en te verstaan, de tekenen van de tijd te onderzoeken en te interpreteren in het licht van het Evangelie en aldus op een aan elke generatie aangepaste wijze een antwoord te geven op de voortdurende vragen van de mens naar de zin van het huidige en toekomstige leven en over de wederkerige relatie tussen beide’ (GS 4).

church-pews-ge5714c5cd_1280

In het teken van dialoog

De Pastorale Constitutie Gaudium et Spes staat geheel in het teken van de dialoog. Al in de inleiding wordt gezegd dat de Kerk ‘geen welsprekender bewijs kan geven van haar innige verbondenheid met en van haar liefdevolle zorg voor heel de mensheid dan in de dialoog’ (GS 3). De Kerk wil niemand van de samenspraak uitsluiten. De verplichting van de dialoog is gebaseerd ‘in een en dezelfde menselijke en goddelijke roeping’ (GS 92, 91 en 93). Niet alleen theologen en herders van de kerk hebben een taak; die heeft elke gelovige (GS 44 en GS 11).

Wezenlijke noodzaak

Het Tweede Vaticaanse Concilie heeft begrepen dat deze openheid naar de wereld geen tactische zwenking van de Kerk is, waardoor zij opnieuw vat zou krijgen op de menselijke samenleving, maar dat het hier een wezenlijke noodzaak betreft. Vandaar heeft de dialoog hoogste prioriteit in de Kerk. Alleen via dialoog kan de Kerk haar sacramentele zending vervullen. Alleen dan is zij werkelijk ‘teken van broederlijkheid, welke een open dialoog toestaat en versterkt’ (GS 92). Voor de Kerk van het Concilie is de weg van de dialoog nooit afgesloten en blijft deze steeds opnieuw begaanbaar.

De inzichten en de oproep van het Tweede Vaticaanse Concilie zijn blijvend van belang, voor de Kerk en voor ieder persoon. Laten wij ons ook de dialooghouding eigen maken.

Vond je dit een boeiende blog? Lees meer en blijf op de hoogte door je aan te melden voor onze maandelijkse Blog Alert.

Adrianus van Luyn sdb is emeritus bisschop van Rotterdam. Dit blog verscheen in licht gewijzigde vorm als deel van de bijdrage ‘De weg van de dialoog’, in Het eerste decennium. Liber Amicorum van Tilburg University Society, 2018.

De meer uitgebreide versie van dit blog is als longread te vinden op deze site.

#Tocqueville #kerk #Vaticaan #dialoog #waarden #normen #maatschappij #Paus #instituties #Roomskatholiek