Grondrechten: juridisch gelijkwaardig, maatschappelijk ook?

Datum bericht: 23 juni 2023

Door Sophie van Bijsterveld

Volgens de officiële juridische leer zijn de uiteenlopende vrijheidsrechten die de Grondwet aan de burger garandeert gelijkwaardig aan elkaar. Sophie van Bijsterveld vraagt zich af of dat ook het geval is in politiek-maatschappelijke zin: komen de ‘ik grondrechten’ er misschien beter af dan de ‘wij-grondrechten’? Zien wij hierin een weerspiegeling van trends in onze samenleving?

De Nederlandse Grondwet opent met de garantie van fundamentele rechten aan de burger. Pas daarna komen de inrichting van de staat aan de orde en de samenstelling en bevoegdheden van de staatsorganen. Die volgorde is bewust gekozen. De Grondwet wil daarmee het belang van die rechten uitdrukken. De rechten waarom het gaat zijn om te beginnen klassieke rechten, vrijheidsrechten die vooral de reikwijdte van de overheidsmacht beperken; denk aan de vrijheid van meningsuiting of de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging. Daarnaast zijn er sociale rechten. Zij formuleren zorgplichten voor de overheid op gebieden als volksgezondheid, welzijn en het leefmilieu.

Dilemma’s

De verhouding van die rechten onderling is een bron van voortdurende discussie. Het gaat dan om de verhouding tussen klassieke en sociale rechten en om de verhouding van rechten binnen elk van deze twee categorieën. Hoe verhoudt de bescherming van het leefmilieu zich tot sociale zekerheid (denk aan de toedeling van budgetten op de overheidsbegroting)? Gaat de bescherming van volksgezondheid boven de bescherming van de fysieke integriteit (denk aan de discussie over een vaccinatieplicht)? Gaat de vrijheid van meningsuiting boven bescherming van de persoonlijke levenssfeer (denk aan controversiële of privacygevoelige uitingen over een Bekende Nederlander)? Telkens doen zich nieuwe, concrete dilemma’s voor in de samenleving en de politiek waarop een antwoord gevonden moet worden. Ook de rechter krijgt soms met vragen te maken op deze gebieden.

Geen hiërarchie van klassieke rechten

Tijdens de laatste algehele grondwetsherziening, die van 1983, is een principiële beslissing gemaakt: de Grondwet kent geen hiërarchie van grondrechten. Dat bijvoorbeeld de Grondwet begint met een artikel over gelijke behandeling en non-discriminatie betekent niet dat dit recht belangrijker is dan bijvoorbeeld het recht op vergadering. Kort na de eeuwwisseling vroeg de Tweede Kamer in een motie aan de regering om een visie te geven op de onderlinge verhouding van grondrechten.De regering publiceerde daarop de Nota Grondrechten in een pluriforme samenleving.De Nota verwijst naar enkele van de discussies die toen de gemoederen sterk bezighielden: uitspraken van imams over man-vrouwverhoudingen en homoseksualiteit, en statements van politici over de islam. Deze Nota, die een heldere en genuanceerde visie presenteerde, is tot de dag van vandaag actueel. De Nota bevestigde ook dat er juridisch geen hiërarchie van grondrechten is. Grondrechten zijn ten principale gelijkwaardig aan elkaar. De Nota begint met de woorden: "De Nederlandse samenleving kenmerkt zich door pluriformiteit" en laat zien dat grondrechten pluriformiteit beschermen.

23 juni

En het politiek-maatschappelijk draagvlak?

Politiek-maatschappelijk is het draagvlak voor het ene grondrecht echter niet hetzelfde als voor het andere. Wat provocerend gezegd: het lijkt erop dat vooral de individualistisch georiënteerde grondrechten – ‘ik-grondrechten’ - sympathie genieten. Zo’n wat provocerende opmerking verdient toelichting.

Sommige grondrechten lijken het tij mee te hebben; andere niet. Het recht op privacybescherming bijvoorbeeld is sterk in zwang. Tot in het grootste detail wordt dat beschermd door onwrikbare Europese regelgeving. Bijna iedereen kent in dit geval wel de term AVG. Ook de vrijheid van meningsuiting verheugt zich in grote positieve aandacht. Uiteraard gelden er beperkingen, maar de teneur van de discussie is toch dat vrijheid van meningsuiting ‘onaantastbaar’ is, - ‘ononderhandelbaar’. Dit zijn ook precies de soort van termen die bestuurders, politici en opinieleiders in de mond nemen wanneer zich heftige en soms gewelddadige incidenten voordoen als reactie op controversiële meningsuiting. Gelijke behandeling, dan, lijkt welhaast centraal in de beleving van grondrechten. De recente wijziging van artikel 1 van de Grondwet dat expliciete discriminatiegronden uitbreidt en een aanhangig voorstel tot wijziging van artikel 23 van de Grondwet om ‘gelijke kansen’ in het onderwijs grondwettelijk te verankeren zijn daar voorbeelden van. Die centrale positie van gelijke behandeling blijkt dagelijks ook uit nieuwsberichten over bijvoorbeeld dreigende achterstanden of tweedelingen op een of ander maatschappelijk terrein en al of niet terecht ervaren ‘ongelijke kansen’.

‘Ik-grondrechten’ en ‘wij-grondrechten’

Wat hebben deze rechten met elkaar gemeen? Misschien vooral dat het ik-rechten zijn: kom niet in mijn leefsfeer; ik mag zeggen wat ik denk; ik doe wat ik wil en ik ben wie ik wil zijn en ik ben niet minder dan een ander. Rechten die een collectief vereisen of veronderstellen, een wij, lijken daarentegen – terecht of ten onrechte – minder positieve aandacht te krijgen. Denk aan de vrijheid van godsdienst of levensovertuiging, de vrijheid van demonstratie, de vrijheid van vereniging of de vrijheid van onderwijs. Zij zijn in elk geval controversiëler geworden, ook in relatie tot andere rechten. Sommige vrijheidsrechten worden zelfs wel eens als privilege betiteld (bijvoorbeeld: ‘het recht op godsdienstvrijheid is een privilege voor gelovigen’); er wordt zelfs, heel hypothetisch, gespeculeerd over afschaffing. Dat weerspiegelt misschien onze individualistischer geworden samenleving.

Een fundamentele vraag

Een fundamentele vraag is: is een herwaardering van wij-rechten mogelijk?

Discussies over grondrechten volgen de maatschappelijke dynamiek. Zij leggen de gevoeligheden in de samenleving ook juridisch haarscherp bloot. Grondrechten zijn echter niet alleen volgend, maar ook normerend. Een goede weg vinden – tussen vrijheid en gelijkheid; tussen vrijheid en beperkingen; tussen beschermen met de stroom mee en daartegen in - dat is de kunst. Dat is niet alleen een juridische kwestie, maar ook een maatschappelijke en culturele kwestie. Wat is er voor nodig om een balans tussen deze tegenstellingen te bewaren? De discussie hierover is de moeite waard.

Vond je dit een boeiende blog? Lees meer en blijf op de hoogte door je aan te melden voor onze maandelijkse nieuwsbrief.

Sophie van Bijsterveld is hoogleraar Religie, Recht en Samenleving aan de Radboud Universiteit te Nijmegen.

#Tocqueville #grondrechten #klassiekegrondrechten #socialegrondrechten #onderlingeverhoudingvangrondrechten #godsdienstvrijheid #vrijheid van meningsuiting #vrijheidvanvergadering #beschermingvandefysiekeintegriteit #beschermingvandepersoonlijkelevenssfeer #gelijkebehandeling #non-discriminatie #ik-grondrechten’ #wij-grondrechten #individualisme

Noten:

1. De motie verwees specifiek naar ‘het spanningsveld tussen het discriminatieverbod de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst’ (Nota Grondrechten in een pluriforme samenleving, p.2); zie Kamerstukken II, 2001 – 2002, 28 000 VI, nr. 34 (Motie-Dittrich c.s.).
2. Kamerstukken II, 2003 - 2004, 29 614, nr. 2 (Grondrechten in een pluriforme samenleving).

Dit blog is een bewerking van een onderdeel van de voordracht ‘Grondrechten in een pluriforme samenleving: enkele observaties en vragen’, gehouden op 11 mei 2023 te Den Haag, ter gelegenheid van het symposium ’20 jaar na de Nota ‘Grondrechten in een pluriforme samenleving’: waar staan we nu?, georganiseerd door de Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.