De mobiliserende rol van de krant

Datum bericht: 29 april 2020

Door Jurn de Vries

In zijn boek ‘Over de democratie in Amerika’ schenkt Alexis de Tocqueville uitgebreid aandacht aan de persvrijheid en de rol van de kranten in de toenmalige Amerikaanse samenleving. Voor een oud-hoofdredacteur van een dagblad is dat boeiende lectuur. Het nodigt ook uit tot een vergelijking met de Nederlandse situatie.

Veraf en toch verenigd

Tocqueville beschrijft hoe Amerikaanse kranten het mogelijk maken dat mensen die heel verspreid wonen, toch gelijk denken en zich aaneensluiten voor een bepaald doel. ‘‘Zij moeten een middel zoeken om elke dag met elkaar te spreken zonder elkaar te zien, en samen op te marcheren zonder samen te komen. Er is derhalve geen enkele democratische associatie die buiten een krant kan.’’

Mobilisering door kranten in Nederland

Wat Tocqueville in 1830 in Amerika waarnam, werd later die eeuw ook in Nederland bewaarheid. In 1872 richtte Abraham Kuyper De Standaard op om het gereformeerde volksdeel te mobiliseren en het een stem te geven in het publieke debat. Zo wierf hij medestanders voor het volkspetitionnement voor de vrijheid van onderwijs en de oprichting van de Anti-Revolutionaire Partij (beide in 1879) en de stichting van de Vrije Universiteit (1880). Voor het rooms-katholieke volksdeel gebeurde hetzelfde met het dagblad De Tijd. En de socialisten kregen hun voorlichting uit Het Volk. Wat wij later de verzuiling zijn gaan noemen, is ondenkbaar zonder de activerende rol van de dagbladpers. Die activerende rol heeft Tocqueville scherp in het oog gehad.

dewaardevanhetwoord_tjkerpel_christelijkejournalistiek_destandaard_tocqueville_blog_jurndevries

Bron: T.J. Kerpel (red.), De Waarde van het woord, een historische lijn in  150 jaar christelijke journalistiek, Groningen 1974, p. 57

Na de Tweede Wereldoorlog heeft dit verschijnsel zich op kleine schaal herhaald. Het ontstaan van de (vrijgemaakt-)gereformeerde zuil (o.a. GPV, gereformeerde scholen) was onmogelijk geweest zonder de voorlichting van het Nederlands Dagblad als ‘‘middel om elke dag met elkaar te spreken zonder elkaar te zien en samen op te marcheren zonder samen te komen’’. Hetzelfde heeft het in 1971 opgerichte Reformatorisch Dagblad betekend voor de positionering van de bevindelijk-gereformeerde zuil (o.a. SGP, reformatorische scholen). De SGP is weliswaar veel ouder, maar deze had tot 1940 ook al een eigen krant, De Banier.

Digitale mobilisering nu

Toen het Reformatorisch Dagblad werd opgericht, was de algemene verzuiling in Nederland al op haar retour. De band tussen dagbladen en politieke richtingen werd losser, de combinatie van hoofdredacteur en partijleider (Romme, Bruins Slot, Jongeling) verdween. Kranten hebben nog wel hun eigen kleur, maar niet meer die mobiliserende functie.
Als Tocqueville vandaag in Amerika of Europa zou rondkijken, zou hij nog steeds waarnemen dat mensen met elkaar spreken zonder elkaar te zien, en samen opmarcheren zonder samen te komen. Maar dat voltrekt zich nu via de sociale media. Dat heeft het voordeel dat nu iedereen in staat is zijn medeburgers voor een bepaalde activiteit te mobiliseren; dat is niet meer voorbehouden aan de elite die toegang heeft tot de kolommen van de dagbladpers.

fakenews_tocqueville_blog_jurndevries

Maar de schaduwzijde is dat tegenwoordig rijp en groen, wijs en dwaas, waarheid en leugen dezelfde kansen krijgen om het publiek te bereiken. En helaas is niet iedereen in staat hier verstandig te onderscheiden. Deze popularisering van de communicatie zou juist wel eens een bedreiging voor de democratie kunnen worden. Wat zou Tocqueville gevonden hebben van een president die vooral communiceert via Twitter en de kranten minacht?


Dr. J.P. de Vries was van 1974 tot 2001 hoofdredacteur van het Nederlands Dagblad.

Lees meer over Tocqueville en instituties

Meld je nu aan voor de nieuwe Tocqueville-nieuwsbrief!

Trefwoorden: dagbladpers, democratie, verzuiling, sociale media