Ockham’s Razor: een voorbode van de moderniteit?

Datum bericht: 2 februari 2022

Door Lennart Slagter

Van de middeleeuwse Fransciscaanse monnik William van Ockham (ca. 1287-1347) stamt de vrij vertaalde stelregel: de meest eenvoudige verklaring voor een fenomeen is waarschijnlijk de meest adequate.1 Vandaar de analogie met het scheermes; snijd de overbodige zijnden weg om de meest adequate hypothese te vormen. Hoewel deze stelregel niet letterlijk voorkomt in het werk van Ockham en ook de formulering Ockham’s Razor hem ongetwijfeld vreemd was, is het bij uitstek dit onderdeel van zijn denken dat de tand des tijds heeft doorstaan. Op het eerste oog lijkt Ockam’s Razor een sterk staaltje Britse common-sense filosofie. Des te interessanter is het dan ook dat de totstandkoming ervan plaatsvond binnen de context van felle, theologische debatten.

Historische context

Het voornaamste spanningsveld in middeleeuwse theologische debatten betrof dat tussen de menselijke rede en goddelijke openbaring. Laatstgenoemde werd vertegenwoordigd door de Heilige Schrift, terwijl de eerste haar uiting vond in de herleving van antieke filosofie. De vroegmiddeleeuwse scholastiek, een filosofische school die zichzelf beschouwde als dienstmaagd van de theologie, zag zichzelf dan ook voor de uitdaging gesteld de precaire balans tussen rede en openbaring te handhaven.

De herleving van antieke bronnen kan worden herleid tot de late Oudheid (ca. 200 AD). In die tijd was in Alexandrië onder meer een Neoplatoonse school ontstaan. Hier kwam de filosofie van Plato samen met onder andere vroegchristelijke ideeën.In 380 AD werd het christendom de staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk. Een volgend belangrijk moment was de hernieuwde interesse in filosofie en onderwijs op basis van Latijnse bronnen in de Karolingische Renaissance van omstreeks 800 AD.3 In deze laatste tijd ligt het beginpunt van de scholastiek.

De scholastiek kreeg een enorme stimulans toen vertaalde werken van Aristoteles beschikbaar kwamen. Dit gebeurde onder meer via de Islamitische vertaaltraditie in het Abbasidische kalifaat in de Levant en soortgelijke vertaalbewegingen in Iberië.4-5 Het destijds christelijke Europa kreeg dan ook, zij het via vele omwegen, wederom toegang tot de antieke bronnen. Deze waren eerder, door de neergang van de kennis van het Grieks, ontoegankelijk geworden.

Realisme versus nominalisme

De vroege scholastiek deed een poging om de menselijke rede en goddelijke voorzienigheid in één systeem te verenigen. Dit was met name gebaseerd op de leer van universalia, algemene termen die gelijktijdig van toepassing zijn op meerdere particuliere (individuele) zijnden.Denk hierbij bijvoorbeeld aan zaken als kleur of vorm. Wanneer er bijvoorbeeld drie blauwe bekers zijn, delen zij in hun ‘blauwheid’, maar ook in hun ‘bekerheid’ op grond van hun vorm. De realisten binnen de scholastiek stelden dat deze universalia, ‘blauwheid’ en ‘bekerheid’ in dit geval, echt waren. Hun bestaan was onafhankelijk van ons eigen denken en ging vooraf aan de materiële werkelijkheid.7 Zo legden de realisten een verband tussen de aardse werkelijkheid en de hoogste redelijkheid van God omdat deze universalia een uiting vormden van Gods redelijke plan met Zijn schepping.

mussels-3553475_960_720

Hiertegenover stelde Ockham dat deze universalia slechts namen zijn die wij zelf aan de zijnden toekennen. Alleen de individuele zijnden, die samen de materiële werkelijkheid vormen, zijn voor Ockham ‘echt’. Wij kennen zelf namen aan deze zijnden toe om ze te classificeren, om orde te creëren. Maar deze door ons zelf gecreëerde orde is geen uitdrukking van een hogere werkelijkheid. Hiermee staat Ockham’s ‘nominalisme’ lijnrecht tegenover het zojuist beschreven ‘realisme’.

Voor de realisten vormden de universalia immers de uitdrukking van een hogere werkelijkheid, van Gods plan welteverstaan. Volgens Ockham interfereerde realisme om deze reden met de vrije wil en almacht van God. Als God ook gebonden is aan deze universalia, opdat er een redelijke orde bestaat in de wereld, is Hij niet langer almachtig. Bovendien zou dit de schepping uit het niets onmogelijk maken. Deze beide conclusies stemden volgens Ockham niet overeen met de inhoud van de Heilige Schrift. De rationeel geordende wereld van de realisten werd door Ockham dan ook vervangen door een chaos van radicaal individuele zijnden, met een almachtige en onvoorspelbare God.

Moderne consequenties van een theologisch debat?

In deze context kwam Ockham’s Razor tot stand. Zijn denken veranderde de gebruikelijke manier van logisch redeneren. Daarvoor in de plaats kwam een eenvoudig geformuleerde en toetsbare stelling. Dit was een consequentie van het inzicht dat woorden niets meer zijn dan constructies van ons eigen denken om zijnden te classificeren. Dit gegeven, in combinatie met de ontkenning van een voor ons te bevatten redelijke orde in de werkelijkheid, vormde een aanzet voor de moderniteit. Immers, er was nu grote voorzichtigheid geboden bij het doen van uitspraken over de werkelijkheid, die altijd behept was met onzekerheid vanwege de almacht van God. Om deze uitspraken te toetsen, zijn wij vervolgens enkel op onze eigen waarneming aangewezen. Dit toont ons dat er wel degelijk een continuïteit bestaat tussen de middeleeuwse, theologische debatten en de moderniteit, hoezeer wij ook aan laatstgenoemde een seculier karakter plegen toe te kennen.

Daarnaast waren er theologische consequenties. Zo werd het nu slechts een kleine stap om de relatie tussen de individuele mens en God centraal te stellen. Bovendien lag, zoals reeds benoemd, grote nadruk op de almacht van God. Dit vormde een aanzet richting de latere Reformatie. Het mes snijdt aan twee kanten zullen we maar zeggen…

Vond je dit een boeiende blog? Lees meer en blijf op de hoogte door je aan te melden voor onze maandelijkse Blog Alert.

Lennart Slagter is masterstudent Filosofie van de Natuur- en Levenswetenschappen en premasterstudent Politicologie aan de Radboud Universiteit. Daarbij was hij in 2020 als stagiair betrokken bij het project Tocqueville, Religie en Democratie.

#Tocqueville #Ockham #nominalisme #realisme #christendom #Reformatie #moderniteit

Noten:

1. In het Latijn: ‘Entia non sunt multiplicanda praeter necessitatem’. Met enige vrijheid: zijnden dienen niet zonder noodzaak vermenigvuldigd te worden.

2. Gillespie, M.A. (2009) The Theological Origins of Modernity. University of Chicago Press, Chicago. p.19.

3. Colish, M.L. (1999) Medieval foundations of the western intellectual tradition. Yale University Press, New Haven. p.66–67.

4. Gutas, D. (1998) Greek Thought, Arabic Culture The Graeco-Arabic Translation Movement in Baghdad and Early Abbasaid Society (2nd-4th/5th-10th c.). Routledge, Londen.

5. Schippers, A. (1997) Wetenschap vertaald, de vertaalschool van Toledo. Tijdschrift over Vertalen, 4(3). p. 53-59. Toegankelijk via: https://www.tijdschrift-filter.nl/jaargangen/1997/43/wetenschap-vertaald-de-vertaalschool-van-toledo-53-59/

6. Gillespie, M.A. (2009) The Theological Origins of Modernity. a.w., p.20-35.

7. Oftewel, de blauwe bekers kunnen als zodanig worden herkend omdat zij participeren in ‘blauwheid’ en ‘bekerheid’, en deze universalia al bestonden voordat de bekers bestonden. Met deze universalia poogden de realisten vervolgens de connectie tussen de door hen gepercipieerde orde.