Onderwijs: cruciaal voor een vitale en vrije burgermaatschappij

Datum bericht: 22 juli 2020

Door Jan Prij

“Gelijkheid is de heilige graal van revolutionaire politiek,” schrijft de rabbijn Jonathan Sacks in zijn rijke en diepzinnige lezing van het Bijbelboek Exodus. “Velen hebben ernaar gezocht maar het ideaal is nooit echt bereikt. De twee bekendste pogingen waren gericht op gelijkheid door bezit (door communisme of socialisme) en gelijkheid van macht (door participerende democratie in tegenstelling tot representatieve democratie). Het is onwaarschijnlijk dat zo’n stelsel blijft bestaan omdat bezit en macht per definitie zaken zijn waarom gestreden wordt. Hoe meer jij ervan hebt, hoe minder ik heb. Daarom is mijn winst jouw verlies. Maar met kennis ligt dat anders. Als ik jou alle kennis geef die ik bezit, weet ik daardoor niet minder, ik weet misschien wel meer. Gelijkwaardigheid die gebaseerd is op universele toegang tot kennis is de enige gelijkheid die op de lange duur standhoudt. Dat geldt des te meer als desbetreffende kennis, zoals in het jodendom kennis is van de wet - en van de bron van de wet, God zelf”.

Kennis als hoogste sociale goed

Het geniale van het Jodendom is volgens Sacks dat het inzag dat kennis het hoogste sociale goed is. De meest eenvoudige en effectieve wijze om een gelijkwaardige samenleving te creëren is om kennis voor iedereen even goed toegankelijk te maken. Het symbool van dat inzicht en van die wijsheid is de Thora waarin ieder kind onderwezen wordt, omdat iedereen zonder uitzondering moet kunnen lezen en schrijven met de Eeuwige om zo thuis te kunnen raken in de wereld.

De moderne geschiedenis is volgens Sacks ondenkbaar zonder deze ongehoorde gedachte en dit voorbeeld. De waarheden die Thomas Jefferson voor vanzelfsprekend hield (‘dat alle mensen gelijk geschapen zijn, dat zij door hun Schepper bepaalde onvervreemdbare rechten hebben gekregen, en dat daartoe behoren leven, vrijheid en het streven naar geluk’) waren allesbehalve vanzelfsprekend en zouden voor de Oude Grieken onbegrijpelijk zijn geweest.

Als iedereen kennis heeft van de wet, participeren alle mensen als volledige en gelijkwaardige burger van de samenleving. Wetskennis in het bijzonder, maar ook kennis in het algemeen mag daarom nooit het angstige en exclusieve privilege zijn van een bepaalde elite, zo luidt de nog immer actuele waarschuwing, want dan wordt kennis bron van macht en machtsmisbruik.

Samenwerking

Het benadrukken van het belang van ideeën voor de loop van de menselijke geschiedenis gaat in tegen de hedendaagse neiging om verhoudingen in de menselijke geschiedenis louter te zien als een strijd om bezitsverhoudingen (tussen kapitaal en arbeid bijvoorbeeld) of als een cynische resultante van een botte machtsstrijd. Zij laat in dit geval ten minste zien dat mensen niet leven van brood alleen maar ook van geestelijke vermogens om het naakte bestaan te overstijgen en te civiliseren. Zo is de rechtsstaat alleen te verstaan als een poging botte machtsstrijd in te dammen en laat het belang van onderwijs de prioriteit van een eindeloos rijke geest boven eindige materie zien. Het gegeven dat kennis geen zero-sum game is, doet ons bovendien vermoeden dat de burgersamenleving niet primair uit concurrentieverhoudingen bestaat, maar in eerste instantie een samenwerkingsproject is.

pencil-918449_1280

Vreugde voor de wet en liefde voor de wereld

Dat de lagere scholen weer open gaan in aansluiting op de week dat wij de naoorlogse bevrijding vieren, heeft een zekere symbolische waarde. Volgens de Joodse traditie is kennis die gedeeld wordt de garantie tegen een autoritaire samenleving waarin heersers de baas zijn en burgers niets meer dan anonieme onderdanen; tenminste, zolang kennis maar niet wordt ingezet om macht te vergaren. Zolang kennis wordt ingezet om liefde te leren, ontzag en eerbied voor wat ons geschonken is en wij niet te snel ‘na ons de zondvloed’ roepen. Zolang het maar gaat om de vreugde voor de wet, de liefde voor de wereld, waarbij wij niet onze eigen wensen centraal stellen, maar wat goed is om te doen met het oog op haar toekomst.

Alexis de Tocqueville zag in de lange lijnen van de Franse geschiedenis een onstuitbare opmars van het gelijkheidsidee. In die zin was de breuk tussen de Franse Revolutie en het ancien régime minder radicaal dan vaak vermoed. De ontwikkelingsgang richting vrijheid gelijkheid en broederschap is echter al eerder ingezet vanaf de joodse en christelijke geschriften, met de exodus uit het slavenhuis, bevrijding van autoritaire structuren en gelijkwaardigheid voor God als dominante thema's. Zonder dezen zouden de door Tocqueville beschreven en bewonderde democratie in Amerika en de ontwikkelingen van universele mensenrechten ondenkbaar zijn.

Al zijn de resultaten van die revolutionaire bewegingen zoals voorzien door Tocqueville en de Bijbelse traditie even ambivalent als altijd. Misschien wel omdat kennis door volwassenen niet alleen wordt gedeeld en ingezet om liefde voor de wereld te leren, maar ook om de eigen machtsposities veilig te stellen.

Jan Prij is filosoof, econoom, lekenpreker en publicist. Ook is hij redactiesecretaris van het politiek-wetenschappelijk kwartaalblad Christen Democratische Verkenningen.

Voetnoot:

1. Jonathan Sacks, Exodus, boek van bevrijding uit de serie Verbond en dialoog. Joodse lezing van de Tora,  Middelburg: Uitgeverij Skandalon, 2019, p.138.

Tags: Tocqueville, Jonathan Sacks, Thomas Jefferson, gelijkheid, onderwijs, kennis, macht, burgerschap

Lees ook de andere blog van Jan Prij

Meld je nu aan voor de Tocqueville-nieuwsbrief!