Tocqueville: hoeder van de traditie?

Datum bericht: 3 februari 2021

Door Lennart Slagter

Alexis de Tocqueville (1805-1859) stond welwillend tegenover de komst van de democratie. Hij beschouwde deze zelfs als onvermijdelijk. Dit was destijds een zeer ongebruikelijk standpunt voor een Franse aristocraat.1 Zo zag ook Tocqueville dat de democratie risico’s in zich droeg die haar eigen verval teweeg konden brengen. In het hedendaagse publieke debat speelt de spanning tussen traditie en vernieuwing nog steeds een grote rol. Wellicht behoort het tot de aard van een democratische samenleving dat ‘traditie’ onder druk komt te staan. Dit suggereert het werk van Tocqueville althans.

Het gevaar van het individualisme

Vooral het groeiende individualisme, dat hij beschouwde als een gevolg van de standsgelijkheid, baarde Tocqueville zorgen. De standsgelijkheid is volgens Tocqueville het ‘oerfeit’2 van de democratie. Allereerst zorgt zij ervoor dat mensen elkaar als gelijken beschouwen; daarnaast brengt zij voor eenieder een zekere mate van individuele vrijheid mee. Deze maakt het mogelijk voor individuen om hun ambities na te streven. Tegelijkertijd ontstaat hiermee de concurrentie van allen tegen allen waardoor bijna niemand werkelijk succesvol wordt. Permanente rusteloosheid en het voortdurend nastreven van ambities en individualistische vrijheid zijn het gevolg. De mens raakt op zichzelf teruggeworpen en voelt geen verband meer met zijn voorouders en met zijn gemeenschap. Sterker nog, deze worden voortaan als obstakels voor zijn eigen ambities beschouwd:

“Elk van hen afzonderlijk staat als een vreemdeling tegenover het lot van alle anderen; zijn kinderen en zijn vrienden vormen voor hem het hele mensdom; wat de rest van zijn medeburgers betreft: hij staat naast hen, maar ziet hen niet; hij raakt ze aan, maar voelt ze niet; hij bestaat slechts in en voor zichzelf en, zo hij al familie heeft, kan men in ieder geval zeggen dat hij geen vaderland meer heeft.”3

Dit individualisme bedreigde in zijn ogen de fundamenten van de democratie, de puriteins-christelijke traditie welteverstaan: “…individualisme doet aanvankelijk alleen de bron van de publieke deugden opdrogen, maar zal op den duur alle andere aanvallen en vernietigen en ten slotte overgaan in egoïsme.”4 Daarmee zou de Amerikaanse democratie in haar eigen grondslagen worden aangetast. Zo ver was het echter nog niet:

“De Amerikanen hebben het individualisme dat door de gelijkheid ontstond, bestreden met de vrijheid en zij hebben de slag gewonnen.”5

Een tegenwicht in het puritanisme?

Waarom beschouwde Tocqueville juist de puriteins-christelijke traditie als fundament van de democratie? De reden hiervoor is dat het puritanisme een grote nadruk legde op zelfbestuur, zowel op het niveau van de individuele mens alsmede op het niveau van de lokale gemeenschap. Echte vrijheid komt volgens Tocqueville van onderaf, vanuit kleinschalige politieke gemeenschappen gericht op zelfbestuur.

De mens dient hiertoe in te zien dat zijn vrijheid het best gediend is wanneer hij rekening houdt met de belangen van de gemeenschap, de doctrine van het ‘welbegrepen eigenbelang’. Tocqueville beschouwt laatstgenoemde als een logische consequentie van de aanwezigheid van puriteins-christelijke waarden, gecombineerd met een onmiddellijke liefde voor het vaderland. Het is volgens deze waarden immers zeer wenselijk aandacht te besteden aan je naasten en ondertussen jezelf enigszins in toom te houden wat driften en verlangens betreft:

“Ik zie dus niet goed in waarom de doctrine van het welbegrepen eigenbelang de mensen verre zou houden van godsdienstige overtuigingen, en het komt mij daarentegen voor dat ik aan het licht breng hoe zij hen er juist nader toe brengt.”6

light-bulb-5244001_640

Traditiegetrouwe verandering

De puriteins-christelijke traditie vormt een waarborg tegen de tendens tot individualisme, die voortkomt uit de immense vernieuwende kracht die de democratie met zich meebrengt. Deze vernieuwende kracht kan op termijn mogelijk een bedreiging vormen voor haar eigen wortels, die puriteins-christelijke traditie. Desalniettemin is Tocqueville geenszins gekant tegen verandering: hij wenst deze slechts te kanaliseren via maatschappelijke zeden opdat de grondslagen van de democratie beschermd blijven. Tocqueville draagt daarmee traditie een warm hart toe, maar louter omdat het een vrijheidslievende traditie is die het in zijn ogen mogelijk maakt om maatschappelijke veranderingen de ruimte te geven.

Vond je dit interessant? Leer meer in het Radboud Reflects event Tocqueville en de moderne democratie op 16 februari en lees de maandelijkse Blog Alert.

Lennart Slagter is masterstudent Filosofie van de Natuur- en Levenswetenschappen aan de Radboud Universiteit en is als stagiair betrokken bij het project ‘Tocqueville, Religie en Democratie’.

#Tocqueville #individualisme #vrijheid #puritanisme #traditie #ambitie #vernieuwing #democratie

Voetnoten:

1. De aristocratie behoorde grotendeels tot het kamp dat de monarchie in ere wenste te herstellen na de Franse Revolutie. De houding van Tocqueville tegenover democratie is des te meer opvallend gezien een aantal van zijn familieleden onder de guillotine was beland, tezamen met Lodewijk XVI, aan wie zij politieke steun hadden verleend.
2. Alexis de Tocqueville (1835 en 1840), Over de democratie in Amerika (integrale editie, vijfde druk), Lemniscaat: Rotterdam 2019, p.19.
3. De Tocqueville, a.w. p.748.
4. Idem, a.w. p.537.
5. Idem, a.w., p.542.
6. Idem, a.w., p.563.