'Schuivende panelen?!' De vrouwelijke SGP-wethouder

Datum bericht: 21 april 2021

Door Pieter van den Boogaard

Is er een rol weggelegd voor vrouwen in de politiek vanuit het oogpunt van de politieke partij de SGP? Sinds de aanwijzing van de eerste vrouwelijke wethouder binnen deze partij is er een discussie ontstaan over de rol van confessioneel gegronde beginselen enerzijds en de democratie anderzijds. Wat weegt zwaarder?

In de afgelopen honderd jaar is er veel veranderd in de positie van vrouwen in de politiek. Dat is ook zichtbaar in de oudste nog bestaande politieke partij in de Staten-Generaal: de SGP. Binnen die partij ervaart de één dat als een grote vooruitgang, de ander ervaart dat als ‘schuivende panelen’. Voor allebei geldt echter de vraag: hoe verhouden confessioneel gegronde beginselen zich tot democratisch genomen beslissingen?


Honderd jaar geleden

Op 2 september 1919 werden twee pas gekozen gemeenteraadsleden gekozen tot eerste vrouwelijke wethouders in Nederland. In de gemeente Oostzaan was dat Willy Hofman-Poot (1867-1952) en in de gemeente Valkenburg (LB) was dat Anna Maria Christina Erens (1857-1930). Beiden waren op dat moment dames van middelbare leeftijd en beiden hadden op dat moment zélf nog geen actief kiesrecht (stemrecht). Dat zouden zij pas een paar weken later krijgen, op 28 september 1919. Beide wethouders waren ook lid van een partij die inmiddels niet meer in die hoedanigheid bestaat.

De SGP

In diezelfde periode (1918) werd door een predikant in het Zeeuwse Middelburg een nieuwe partij opgericht: de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP). Deze partij kreeg in 1922 haar eerste Tweede Kamerzetel. De meeste mensen kennen vandaag de dag deze partij vanwege haar vrouwenstandpunt. In het eerste SGP-partijprogramma uit 1918 werd het vrouwenkiesrecht afgewezen. Zo zou dat jaren blijven, al werd het actieve vrouwenkiesrecht (het stemrecht) geaccepteerd en overgelaten aan het eigen geweten van de SGP-vrouwen.

Het vrouwenstandpunt en de rechter

Na een gerechtelijke procedure die in 2005 leidde tot een subsidiestop werd het lidmaatschap van de partij in 2006 opengesteld voor vrouwen. Een volgende ontwikkeling was het passief kiesrecht (het recht om gekozen te worden) toe te kennen aan vrouwen in 2013. Helemaal van harte was dat laatste niet. In het program van beginselen staat nog steeds verwoord:

“De opvatting van het vrouwenkiesrecht voortkomend uit een revolutionair emancipatiestreven, strijdt met de roeping van de vrouw. Dat laatste geldt ook voor het zitting nemen van de vrouw in politieke organen, zowel vertegenwoordigende als bestuurlijke.”

lady-justice-5126700_960_720

De jongste ontwikkelingen

Op 19 maart 2014 werd in Vlissingen de eerste vrouwelijke SGP-volksvertegenwoordiger gekozen. Inmiddels zijn we weer enkele jaren verder en is er een nieuwe stap in de geschiedenis van de SGP: een vrouwelijke wethouder. De jonge Paula Schot (1993-) is op 29 oktober 2020 de eerste vrouwelijke wethouder van deze partij. Zij is wethouder geworden van de Zeeuwse gemeente Schouwen-Duiveland. Zo blijkt juist de bakermat van de SGP voedingsbodem voor verandering.

De interne reacties op deze benoeming zijn, niet verrassend, zeer divers. Het raakt mensen, zoals blijkt in het interview van omroep Zeeland met de voormalige SGP-gedupeerde van de Staten van Zeeland, George van Heukelom. Tegen zijn overtuiging in, is Paula namens zijn partij wethouder geworden in zijn eigen burgerlijke gemeente. Hij zegt:

“Ja, het doet mij heel veel pijn als je mensen en jongeren spreekt die je aanhouden en zeggen: 'Wat moeten we nu? Waar moeten we nu naartoe en waarom wordt onze stem ontnomen?’”

Zij die het beginsel trouw menen te zijn, voelen zich door deze ontwikkelingen buiten hun partij gesloten.

Voortgaande ontwikkeling

De verhouding tussen man en vrouw blijft in de maatschappij in ontwikkeling. Ook in een van oorsprong door het protestantisme gedomineerde natie. Naar de observatie van Alexis de Tocqueville (1805-1859) waren immers juist “bij bijna alle protestantse naties jonge meisjes oneindig meer baas over hun handelen dan bij katholieke volken”. In die ontwikkeling zoekt ook deze confessionele beginselpartij zijn weg. De democratische verhoudingen binnen een partij zijn echter eveneens in ontwikkeling. Wat lange tijd de mening van de meerderheid is geweest, kan in korte tijd veranderen in een minderheidstandpunt. Tocqueville observeert in Amerika dat “de overtuiging [leeft, PvdB] dat de meerderheid altijd gelijk heeft” en ook dat een minderheid dat accepteert “omdat men de reële hoop koestert in de toekomst zelf tot de meerderheid te behoren”.

Beginselen en democratie

De mening van de meerderheid was in de SGP leidend en is dat nog steeds. Alleen de mening van de meerderheid is in de afgelopen jaren veranderd en die zal blijven veranderen. Het beginselprogramma is dat echter niet. Heeft de meerderheid daarmee altijd gelijk? In een partij die gestoeld is op confessionele beginselen klemt dat. Dat wat als vast en zeker werd ervaren, blijkt relatief te zijn. Er zal daarom binnen de SGP opnieuw een fundamentele discussie gevoerd moeten worden over de vraag hoe beginsel en democratie zich tot elkaar verhouden en wat de waarde van beide voor de SGP zijn.

Vond je dit een boeiende blog? Lees meer en blijf op de hoogte door je aan te melden voor onze maandelijkse Blog Alert.

Pieter van den Boogaard is predikant, als specialist kerkrecht verbonden aan het kerkelijk bureau van de Hersteld Hervormde Kerk, secretaris van het Centrum voor Religie en Recht aan de Vrije Universiteit (VU).

#Tocqueville #SGP #vrouwenkiesrecht #vrouwenstandpunt #democratie #wethouder #beginselen #waarden