Waarheid en kritiek: is religieus geloof te funderen buiten dat geloof om?

Datum bericht: 9 maart 2022

Door Tjeerd van Hoorn

In zijn blog over postliberale theologie beschrijft Bas Hengstmengel deze beweging als een stroming die veelkleurig is, maar desondanks twee principes deelt. Deze principes zijn de volgende: (a) er is een verband tussen hedendaagse behoeften en het christelijk geloof; (b) er bestaat geen rationeel verhaal buiten het geloof om op basis waarvan het geloof te rechtvaardigen is. Is dit laatste wel een houdbaar uitgangspunt? Tjeerd de Hoon trekt dit in twijfel.

Het uitgangspunt dat er geen rationele grond buiten het christelijk geloof is op basis waarvan het geloof te rechtvaardigen is en dat het christendom dus alleen haar eigen criteria kent, heeft belangrijke implicaties. Het brengt mee dat een religie zoals het christendom zelf kan vaststellen wat redelijk is, zonder dat een buiten deze religie staande instantie daartoe in staat is.

Inconsistentie?

Postliberalen als Milbank hebben kritiek op de liberale orde; sterker zij zien deze niet als wenselijk. In plaats daarvan bepleiten zij een theologische orde. Dit kan natuurlijk niet samengaan: indien er geen gedeelde rationele grond is, valt er over en weer geen kritiek te uiten. Er blijft alleen een gesprek tussen dovemansoren over.

Een beroep op Wittgenstein

Postliberalen hoeven de conclusie echter niet te trekken dat een echt gesprek met liberalen onmogelijk is. De reden daarvoor is dat er wél een rationele grond is voor het onderlinge gesprek.Het uitgangspunt dat religieus geloof niet op een neutrale, rationele grond te baseren is, ontlenen postliberalen aan de filosofie van Wittgenstein, zoals Hengstmengel vermeldt. Wittgenstein noemt dit de autonomie van de grammatica.

Dit idee houdt in dat de verschillende taalpraktijken die wij hebben, hun eigen normen (grammatica) hebben die bepalen wat betekenisvol is binnen een dergelijke context. Deze normen kunnen niet gerechtvaardigd worden door te verwijzen naar een werkelijkheid buiten de taal, omdat elke verwijzing weer zelf binnen de taal plaats zal vinden. Dit geldt zelfs voor bijvoorbeeld een kleurstaal (kleur-staal) die gebruikt wordt om de grammatica van het woord ‘blauw’ uit te leggen. De leraar zegt in deze taalcontext bijvoorbeeld ‘blauw’ en wijst naar de kleurstaal. De kleurstaal is hier, in de functie van kleurstaal, een deel van de grammatica.

colorful-2137080_960_720

Wat Wittgenstein over het hoofd zag

Wat Wittgenstein echter vergeet, is dat deze kleurstaal echter ook nog altijd een object moet zijn om ook maar als kleurstaal te kunnen functioneren. Bovendien moet de kleurstaal ook nog iets delen met de objecten die onder de regel voor het gebruik van het woord ‘blauw’ vallen. Met andere woorden, grammatica is helemaal niet zo autonoom als Wittgenstein beweert.
Het voorgaande argument maakt de weg vrij voor de vraag of er niet toch een rationele grond is die als terrein kan dienen om te kijken of het christendom waar is of niet. Volgens de theologische en filosofische traditie is die er zeker; deze is namelijk te vinden in de godsbewijzen.

Rede én openbaring

Hoewel de godsbewijzen pas hun volle betekenis krijgen in het licht van de openbaring, kunnen zij wel degelijk dienen als basis om vast te stellen dat God bestaat. Wij hebben dus de mogelijkheid om op basis van de rede te zeggen dat minstens een belangrijke kern van het christendom waar is. Vervolgens hebben wij natuurlijk wel de openbaring nodig om het volle geloof te kunnen vatten. De godsbewijzen kunnen echter een ingang zijn die zovele mensen die denken dat het geloof a-rationeel of irrationeel is binnen te leiden.
Zo gezien, maken postliberalen die zich op het standpunt stellen dat het christendom een autonome taalpraktijk is het onnodig moeilijk voor zichzelf. Verdedigers van het moderne liberalisme en postliberalen kunnen wel degelijk met elkaar een zinvolle discussie voeren. Dat maakt de weg vrij voor de discussie naar de waarheid van het christendom.

Vond je dit een boeiende blog? Lees meer en blijf op de hoogte door je aan te melden voor onze maandelijkse Blog Alert.

Tjeerd van Hoorn is filosoof en buitenpromovendus bij de FTR van de Radboud Universiteit op het terrein van de kritiek op de autonomie van de grammatica.

Tocqueville #liberalisme #postliberalisme #Wittgenstein #Milbank #godsbewijzen #rede #openbaring