Wetenschap in een democratische samenleving

Datum bericht: 31 augustus 2023

Door Emma Cohen de Lara

In brede lijnen spoort de Nederlandse opvatting over de wetenschappen met Tocquevilles begrip van hoe de wetenschappen zich in een democratie ontwikkelen. Het kabinet Rutte IV, dat in juli 2023 gevallen is, volgde trouw de Lissabondoelstelling waarbij de Europese landen samen het voornemen vaststelden om van de Europese Unie de meest concurrerende regio in de wereld te maken. De wetenschappen dienen de kenniseconomie. Emma Cohen de Lara ziet desondanks ook sporen van een andere wetenschapsbenadering.

Wetenschap en kenniseconomie

Tocqueville zag in de 19e eeuw dat in een democratisch land als Amerika de wetenschappen zich van nature op het vergroten van welvaart en praktisch nut richtten. Volgens Tocqueville was de democratische mens rusteloos gedreven om zijn individuele welvaart te vergroten in competitie met anderen. De wetenschappen zijn in een democratie daardoor geneigd, zo stelde Tocqueville, zich bezig te houden met praktische en materiële toepasbaarheid. Zij vermijden fundamentele theoretische reflectie. In een democratie zijn de wetenschappen namelijk 'bang zich in utopieën te verliezen. Zij wantrouwen systemen, zij houden zich graag zeer dicht bij de feiten en bestuderen die het liefst zelf … Wetenschappelijke tradities hebben weinig macht over hen; zij staan nooit lang stil bij de subtiliteiten van een school en veroorloven zich met moeite grote woorden; zij dringen zo ver mogelijk door in de belangrijkste delen van het onderwerp dat hen bezighoudt en zij zetten die graag in gewone taal uiteen. De wetenschappen krijgen dan een vrijer en zekerder, zij het een minder hoogstaand voorkomen.’1

microscope-385364_1280

Verplatting

In een democratie vindt dus een soort verplatting van de wetenschap plaats. Het zoeken naar kennis als doel op zich wordt opzijgeschoven voor het verlangen om nuttige kennis te produceren. Hier zaten volgens Tocqueville twee nadelen aan. Ten eerste was Tocqueville sceptisch dat in een democratische samenleving een wetenschappelijke genie kon voortbrengen. Hij noemde het voorbeeld van Blaise Pascal (1623-1662), een belangrijke wiskundige en uitvinder, die ‘zijn ziel losrukte uit de dagelijkse zorgen om het bestaan, om haar volledig te wijden aan dat onderzoek.’ In een democratie zou, volgens Tocqueville, zo’n mens niet voorkomen. Ten tweede stelde Tocqueville dat een verplatting van de wetenschap schadelijk is omdat de toepasbare wetenschap uiteindelijk kan niet zonder inzicht in fundamentele theoretische principes.

Nutteloze kennis

Toch is er nog iets anders aan de hand, ook in Nederland. De inmiddels demissionaire minister van onderwijs Robbert Dijkgraaf schreef in 2017 het voorwoord voor een heruitgave van een voordracht door Abraham Flexner - oprichter van het beroemde Institute for Advanced Studies waar Dijkgraaf zelf directeur was voordat hij minister werd - over het nut van nutteloze kennis (The Usefulness of Useless Knowledge). Dijkgraaf waarschuwde dat onderzoekcriteria gevaarlijk afbogen naar korte-termijn doelen, onmiddellijke problemen, en praktische afwegingen, waarbij het nut en het plezier van onbelemmerde nieuwsgierigheid en de menselijke verbeelding vergeten werd. In lijn hiermee benoemt de Nederlandse overheid het belang van vrij en ongebonden onderzoek.

Plezier

Tocqueville bevestigt de waarde van de onbelemmerde nieuwsgierigheid en menselijke verbeelding, die geroemd worden door Dijkgraaf. Ondanks het feit dat Tocqueville het ontstaan van een wetenschappelijk genie in een democratie niet voor mogelijk achtte, zag hij wel dat een groter aantal mensen zich in een democratie kon onttrekken aan de verplatting van de geest. Tocqueville schrijft dat in een democratie de begeerte voor welvaart sterk is maar nooit geheel de begeerte voor het streven naar kennis van het immateriële en het schone kan overschaduwen. Dit deel van de geest vindt bevrediging in de theoretische wetenschappen, literatuur, of kunsten. Zijn observatie werd onlangs bevestigt door Zena Hitz’ mooie collectie levensverhalen en intellectuele zoektochten van, met name, Amerikaanse bekenden in Lost in Thought. The Hidden Pleasures of the Intellectual Life (2020).

Wat mij opvalt, bij zowel Tocqueville als Dijkgraaf als Hitz, is dat het verlangen naar kennis als doel op zich als een natuurlijk verlangen wordt gezien. Tocqueville heeft het over ‘geestelijke genoegens’ en de ‘geneugten van het intellect’. Dijkgraaf en Hitz noemen de zoektocht naar kennis een plezier, ook al is Hitz stellig dat een dergelijke zoektocht inspanning en discipline vereist. De mens begeert kennis.

Welbevinden

Tocqueville raadde aan dat in een democratie de menselijke geest bij de theorie moet worden gehouden, omdat zij als vanzelf afdwaalde naar de toepassing. Dit komt, als wij het rijtje Tocqueville, Dijkgraaf, en Hitz mogen geloven, niet alleen de toepasbare wetenschap ten goede maar ook het welbevinden van de student en wetenschapper. Wat een nieuw kabinet gaat brengen weten we nog niet. Maar misschien maakt het niet veel uit; de begeerte voor fundamentele kennis blijkt volhardend.

Vond je dit een boeiende blog? Lees meer en blijf op de hoogte door je aan te melden voor onze maandelijkse nieuwsbrief.

Emma Cohen de Lara is senior docent aan het Amsterdam University College.

#Tocqueville #RobbertDijkgraaf #ZenaHitz #AbrahamFlexner #Lissabondoelstelling #onderwijs #wetenschap #vreugde #welbevinden

Noten:

1. Alexis de Tocqueville. 2011. Over de democratie in Amerika. Rotterdam: Lemniscaat, boek 2, deel 1, hoofdstuk 10.