Geen zooitje, maar weinig bezieling

Datum bericht: 15 februari 2020

De seculiere samenleving in een notendop

Door Hans Boutellier

Wat gebeurt er als samenlevingen hun religieuze moraal verliezen? Komt daar nog een andere moraal voor in de plaats, en zo ja, welke? En kunnen we in deze tijden van secularisatie en pragmatische politiek spreken van een gebrek aan bezieling? Hans Boutellier, bijzonder hoogleraar Polarisatie & Veerkracht aan de VU, beantwoordt deze grote maatschappelijke vragen.

Zooitje?

‘Als niemand meer in God gelooft wordt het een zooitje, jongen’ - ik weet nog goed hoe mijn vader dat rond 1970 tegen mij zei. Ik had me als puber net losgemaakt van de katholieke kerk, en stamelde maar dat dat echt niet zo zou gaan. En ik stond niet alleen in die opvatting. God verdween niet alleen uit Jorwerd, maar ook uit de rest van Nederland, en een groot deel van Europa (en een klein deel van de rest van de wereld). En we waren er maar wat blij mee.

Ook mijn vader was trouwens niet de enige die dacht dat het mis zou gaan. Vanaf de Verlichting is gewaarschuwd voor een cultuur zonder (christelijke) God, bijvoorbeeld door Dostojevski. En Tocqueville wijst in zijn analyses van de (Amerikaanse) democratie op een min of meer noodzakelijk verband met de religieuze organisatie van de cultuur (zie de oratie van Sophie van Bijsterveld).

Seculier experiment: de balans

Ongeveer vijftig jaar later (in 2019) heb ik de balans opgemaakt: heeft mijn vader gelijk gekregen? Wat is er gebeurd na die grote kladderadatsch, die ook wel de culturele revolutie van de jaren zestig wordt genoemd. In Het seculiere experiment kom ik tot een aantal bevindingen, waarvan ik er enkele via deze website over Tocqueville wil delen.

tocqueville_democratie_religie_radboud_fftr_boutellier_bezieling1

Seculier ≠ atheïstisch

  1. Een seculiere samenleving is niet hetzelfde als een atheïstische samenleving. Daarvan zijn diverse voorbeelden te noemen, zoals de Verenigde Staten, of de meeste landen in Afrika of Azië. Maar ook cijfers van het SCP laten zien dat slechts 29% van de Nederlanders zich ‘als absoluut niet religieus’ ziet. 19% ziet zichtzelf als ‘absoluut wel religieus’. De rest zit zo’n beetje tussenin – ze weten het waarschijnlijk niet zo goed, of hebben een eigen bricolage gemaakt van spirituele inzichten.

Pragmacratie

  1. Maar de samenleving ontzuilde wel: zij nam de vorm aan van een ‘pragmacratie’. Gespeend c.q. verlost van grote levensbeschouwelijke verhalen organiseerde het openbaar bestuur zich ‘naar bevind van zaken’. Geleid door de bureaucratische criteria van efficiëntie en effectiviteit probeert het te doen wat (waarschijnlijk) het beste is voor de continuïteit van het land. Premier Rutte is de vleesgeworden pragmacratie.

Sociale wetenschappen

  1. Deze door en door pragmatische bestuursvorm had zich niet kunnen ontwikkelen zonder de rol van de sociale wetenschappen. Het openbaar bestuur leunt zwaar op de uitkomsten van onderzoek en op sociaalwetenschappelijke inzichten. Niet dat onderzoek één-op-één wordt vertaald in beleid (wetenschappers klagen daar altijd over). Maar wel in de beleidsfilosofie die gericht is evidence based werken, efficiënte beleids- en besluitvorming en denken in mogelijkheden. Tussen das Sein van de natuurwetenschappen en das Sollen van de geestwetenschappen, zijn de sociale wetenschappen van das Können – zij laten zien wat de mogelijkheden zijn.

Protest en gebrek aan bezieling

  1. De pragmacratie is redelijk succesvol (‘het is niet echt een zooitje geworden, pa’), maar heeft twee grote problemen: 1. We kunnen er moeilijk in geloven - er gaat weinig bezieling vanuit. Die moeten we er zelf bij verzinnen vanuit de eigen achtergrond of de kwaliteit van onze praktijken. 2. Ze is moeilijk bekritiseerbaar. Het absorptievermogen van de pragmacratie als maatschappelijk systeem is enorm. Het genereert vooral extreme posities: tegen de politiek, tegen de elite, tegen buitenstaanders, tegen andere religies, tegen alles wat me niet zint – de Tegenpartij.

Disciplinering door de staat

  1. Het is de pragmacratie wel gelukt om andere vormen van morele disciplinering te genereren. De criminaliteit die in de jaren zeventig en tachtig vertienvoudigde is teruggedrongen door een groot politiek-moreel offensief van repressie en preventie. Het wegvallen van de innerlijke disciplinering via het geloof werd vervangen door de externe disciplinering vanuit de staat.

tocqueville_democratie_religie_radboud_fftr_boutellier_bezieling2

Innerlijke disciplinering

  1. Het omgekeerde is ook het geval. Op het terrein van de seksualiteit werd de externe normering van de christelijke puriteinse moraal vervangen door een innerlijke normering van ‘instemming’. De seksuele moraal in het geseculariseerde westen is gebaseerd op ‘mutual consent’. Het is wel permanent zoeken naar het precieze evenwicht in die wederzijdse instemming. Met de #Metoo-beweging is een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de nieuwe morele verhoudingen.

Er is nog meer

Het zijn mijn bevindingen in een notendop. Ik heb het nog niet gehad over de rol van de Islam, de veranderde positie van de democratische rechtsstaat, het verdwijnen van ‘het idee waarheid’, de identiteitspolitiek van het laatste decennium – grote onderwerpen waar ik ook over geschreven heb. Het lijkt alsof we nog steeds aan het bijkomen zijn van dat bijzondere experiment dat een halve eeuw geleden werd ingezet.

Hans Boutellier is Bijzonder hoogleraar Polarisatie en veerkracht (VU Amsterdam) en wetenschappelijk adviseur van het Verwey-Jonker Instituut. Van zijn hand verscheen onder andere 'Het seculiere experiment; over westerse waarden in radicale tijden' (herziene versie), Den Haag: Boom 2019.

Meld je nu aan voor de Tocqueville-nieuwsbrief!

Lees meer over hoop en geloof in de democratie.

Tags: Tocqueville, secularisering, Seculier experiment, bezieling, pragmacratie, criminaliteit, seksuele revolutie