Bijzondere boeken: Passende pseudoniemen
Ze is misschien dertig, iets ouder en ze draagt een simpele jurk met een patroon van vervaagd groen mos. Ze komt binnen in stilte, in ernst; onze harten kloppen van opwinding. Dit is dan de schrijfster, de onbekende macht wier boeken het hele Londen aan het praten, lezen en speculeren hebben gebracht. Sommigen zeggen zelfs dat onze vader de boeken heeft geschreven – die geweldige boeken…
Fysiek blijkt Charlotte Brontë, de auteur van Jane Eyre, niet bijzonder indrukwekkend. Ze is licht van bouw en kleiner dan 1.50 meter lang. Toch heeft ze heel Londen in rep en roer gebracht met haar werk; naar aanleiding hiervan drong haar uitgever erop aan dat ze naar London zou komen en haar ware identiteit zou onthullen. Tot kort daarvoor kende bijna de hele wereld haar werk namelijk onder een andere, mannelijke naam: Currer Bell.
Waarom een pseudoniem
Een pseudoniem kan veel redenen hebben, ook vandaag de dag worden ze nog gebruikt. De succesvolle J.K. Rowling nam een andere naam aan toen ze misdaadromans schreef. Ook Stephen King had een speelse relatie met zijn alter-ego Richard Bachman, waarvoor King onder zijn bekende naam het voorwoord schreef en Bachman daardoor in de publiciteit bracht. (Zelfs toen de boeken van Bachman werden verfilmd, zorgde Stephen King ervoor dat zijn naam niet in de aftiteling werd genoemd.)
Ook Charlotte Brontë en haar zusjes Emily en Anne, publiceerden hun romans onder een pseudoniem. In de eerste helft van de negentiende eeuw, de tijd waarin de zusjes hun romans schreven, was er continue discussie over de vraag of vrouwen mochten schrijven, danwel of ze daartoe geschikt waren. In dit beperkende ideologische klimaat was het lastiger voor vrouwen om zich als schrijfster te definiëren. Auteurschap voor vrouwen werd als niet passend beschouwd. Het zou moeilijk verenigbaar zijn met hun taak en bestemming binnen de huiselijke kring, en ook met hun aard en geestelijke vermogens. Nicolaas Beets, auteur van Camera Obscura, verwoordde zijn mening onomwonden in een privébrief: ‘De vrouw, die als Schrijfster optreedt, is eene overloopster naar het vijandelijk leger, die door haar sexe gefussileerd moest worden.’ Schrijven werd in de negentiende eeuw nog beschouwd als een mannelijke bezigheid. Mocht een vrouw toch besluiten dat ze zich daarin wilde mengen, dan moest ze zich vooral bezighouden met thema’s die zich beperkten tot de vrouwelijke kring: romans over het huiselijk leven, deugden en gevoelens, huwelijksliefde en moedertrouw.
Publiceren als man
Met dit in het achterhoofd, staat de keuze voor het mannelijke pseudoniem Currer Bell in een ander licht. Charlotte wist dat haar manier van schrijven niet als ‘vrouwelijk’ beschouwd zou worden en wilde zich niet onderwerpen aan vooroordelen van critici. De zusjes hadden gemerkt hoe critici in hun kritieken vrouwen anders benaderden: ‘They sometimes use the weapon of personality for their chastisement, and for their reward, a flattery.’ De zusjes waren het erover eens dat dit geen echte lof was en ze besloten de literaire wereld als fictieve man te betreden. Na het immense succes van Jane Eyre, onthulde ze dat ze een vrouwelijke auteur was en zo kwam er een einde aan haar pseudoniem. Later zou ze ook met haar echte naam bekend staan als de auteur van een canonieke klassieker.
De UB heeft een bijzondere versie van Charlottes eerste werk. Niet alleen haar mannelijke pseudoniem staat vermeld, maar deze druk is een Nederlandse vertaling van de klassieker. Bij de aanschaf van het boek in november 2015 lag het werk uit elkaar, maar het is met zorg gerestaureerd en nu te bewonderen in de Bijzondere Collecties.
Naomi Buijs - Stagiaire Bijzondere Collecties
- Jane Eyre door Currer Bell, te vinden onder signatuur SC.02. CB1 c 71070
- Jane Eyre door Charlotte Brontë, te vinden onder signatuur NE 409 c 240
Voor dit blog is gebruikgemaakt van het artikel van Daun Jung: