Van kruiden tot scalpel: de collectie oude geneeskundige werken
Het kan niet vaak genoeg gezegd worden dat in de beginjaren van de Nijmeegse Universiteitsbibliotheek de schenkers van boeken van onschatbaar belang zijn geweest voor de collectie oude drukken. Zo legde de Boxmeerse arts dr. F.J. Nuyens met zijn schenkingen de basis van de collectie oude geneeskundige werken in de UB.
Artsen als schenkers
Franciscus Johannes Nuyens werd in 1835 te Schermerhorn geboren. Hij promoveerde in 1869 te Leuven tot doctor in de geneeskunde. Al in 1891 pleitte Nuyens voor de oprichting van een katholieke universiteit. Toen 32 jaar later de Nijmeegse universiteit werd gesticht, moet Nuyens, die toen in Boxmeer woonde, zijn collectie geneeskundige werken meteen aan de UB hebben geschonken. Zijn boeken staan immers in de eerst geplaatste kasten. Ze worden herkend aan zijn ex libris stempel (afb.1).
Aardig is, dat minstens een van Nuyens' schenkingen eerder in het bezit is geweest van de Nijmeegse arts Johannes Petrus Stephanus Berends (1818-1913), naar wie de dr. Jan Berendsstraat in de wijk Bottendaal is vernoemd (afb.2). Vermoedelijk verwierf Nuyens het boek in 1913.
Verloskunde
Een voorbeeld van één van Nuyens' schenkingen is Manuale operatien, zynde een nieuw ligt voor vroed-meesters en vroed-vrouwen uit 1765, van Hendrik van Deventer (1651-1724), gynaecoloog en pionier op het gebied van de verloskunde. Dit boek, waarvan de UB drie edities bezit, bevat veel kopergravures op het gebied van de verloskunde (afb.3).
Dr. F.J. Nuyens, van wie helaas geen portret bekend is, overleed in Boxmeer op 7 mei 1930. Zijn graf op de RK Begraafplaats aldaar, is onvindbaar; waarschijnlijk is het inmiddels geruimd of is de grafsteen door weer en wind onleesbaar geworden.
Ontsluiting
De collectie oude geneeskundige werken is volledig beschreven, maar nog onvolledig ontsloten. Dat betekent dat de gebruiker louter op auteur of titelwoorden een geneeskundig werk in de catalogus kan vinden. Voor een volledige ontsluiting is het nodig de hele oude-drukkencollectie boek voor boek in de hand te nemen en de beschrijving van een systematisch kenmerk te voorzien als het om een geneeskundig werk gaat.
Oudste exemplaren
Het oudste geneeskundige boek in de UB is de bijna 10 kilo wegende medische encyclopedie van Ibn Sina, in het Latijn Avicenna (ca.980-1037), Canon Medicinae, gedrukt in Straatsburg ca. 1473. Een schenking in 1951 van mgr. dr. P.J.M. van Gils (1869-1956) uit Roermond.
Nog een geneeskundige incunabel is de zeldzame, in 1484 te Leuven gedrukte Herbarius. Kruidboeck in dietsche, afkomstig uit de voormalige bibliotheek van de Redemptoristen in Wittem (door de UB verworven in 1975). De Gesamtkatalog der Wiegendrucke maakt melding van slechts zeven complete exemplaren, waaronder ons exemplaar (GW 12279), dat gedigitaliseerd beschikbaar is.
Afb.4 toont folio 121 uit dit oude Nederlandstalige kruidboek, met een eenvoudige houtsnede als illustratie: het betreft hier Portulaca oleracea oftewel postelein, volgens het kruidboek een probaat middel tegen verstoppingen en kolieken.
Anatomie
Naast deze topstukken bezit de UB nog vele andere prachtige medische werken, zoals de anatomische atlas uit 1747 van B.S. Albinus (1697-1770). Een foliant met prachtige kopergravures. Tot dezelfde categorie, anatomische atlassen, behoort een van de Plantijndrukken in de UB, namelijk de Anatomie, oft levende beelden vande deelen des menschelicken lichaems van Juan Valverda de Hamusco. Gedrukt te Antwerpen in 1568. Valverda baseerde zich op Andreas Vesalius (1514-1564). De 42 grote kopergravures zijn van de Zuid-Nederlandse graveurs Pieter en Frans Huys (afb.5).
Beenbreuken
In de collectie oude geneeskundige werken bevinden zich publicaties over de meest uiteenlopende medische kwesties. Over de "persloop" (dysenterie) die Nijmegen en Arnhem teisterde in 1783 en duizenden slachtoffers tot gevolg had, over gynaecologische, chirurgische of oogheelkundige onderwerpen, over beenbreuken, de bloedvaten, geslachtsziekten, "zelfbesmetting", het skelet, epilepsie; kortom: het hele medische spectrum komt aan de orde, vaak fraai geïllustreerd met kopergravures. Beroemde auteurs als Herman Boerhaave (1668-1738), Frederik Ruysch (1638-1731), Samuel Tissot (1728-1797) ontbreken niet in de collectie. Van Boerhaave bezit de UB zelfs 31 werken gedrukt vóór 1800.
Innovatief
Van de belangrijke medische wetenschappers kan bijvoorbeeld Benjamin Bell (1749-1806) in de schijnwerpers worden gezet. Bell is de stichter van de Edinburgh school of Surgery en de eerste wetenschappelijke chirurg en was bovendien in alle opzichten vooruitstrevend, waardoor bijvoorbeeld operatiewonden beter en sneller genazen. Van hem bezit de UB drie belangrijke publicaties: A treatise on gonorrhœa virulenta, and lues venerea (Edinburgh 1793), Abhandlung von den Geschwüren und deren Behandlung (Leipzig 1792) en A system of surgery (Edinburgh 1791). De 31e gravure uit dl.3 van A system of surgery, toont de instrumenten voor oogoperaties (afb.6).
Steensnijden
Bij chirurgische onderwerpen is het overigens niet onbelangrijk om te bedenken dat een goede vorm van narcose pas in 1846 werd gevonden en dat voordien de pijnen gedurende de ingreep ongetwijfeld het helse ruimschoots overschreden. Berucht en gevreesd in het pre-narcosetijdperk was de verwijdering van blaasstenen, het zogeheten steensnijden. Dit laatste wordt beschreven in Nieuwe oeffenings verhandelingen der vier hoofdhandgrepen, over het stryken van verscheide catharacten, het snyden der blaase-steenen ... (Amsterdam 1733) van Johan Herman Francken (geb. 1732), "operateur tot Amersfoort". Fig.9 uit zijn boek toont de zogeheten "einden-bek", die, zonder verdoving, in de mediane of laterale incisie in het perineum werd gestoken in de hoop, al heen en weer wrikkend, de steen uit de urineblaas te kunnen vissen. Voor de kleine groep patiënten die de ingreep overleefde, waren de gevolgen vaak verschrikkelijk en blijvend.
Boeiend
Wat, tot slot, vooral niet vergeten mag worden, is het tijdschrift De vaderlandsche letter-oefeningen (gestart in 1761). De afdeling "Mengelwerken" daarvan, staat boordevol boeiende medische observaties en verslagen. De vaderlandsche letter-oefeningen verscheen voor het laatst in 1876 en is vrijwel volledig aanwezig in de UB.
Kortom, de collectie oude geneeskundige werken in de UB is, hoewel nog lang niet volledig ontsloten, voor onderzoek en onderwijs een schitterende bron van historische medische informatie en vaak ook een bron voor de lokale geschiedschrijving, en daarmee de zoveelste parel aan het halssieraad van de UB collecties.
Robert Arpots, conservator