Aan de wieg van de boekdrukkunst: de collectie incunabelen
De oudste gedrukte boeken in de UB zijn de incunabelen, de eerste boeken die met losse loden letters zijn gedrukt. De incunabelperiode loopt tot en met 1500. Het drukken van boeken met losse loden letters, een techniek die bedacht is door Johann Gutenberg (†1468), betekende een ware revolutie. Anders dan bij het moeizaam overschrijven van een handschrift om een tweede exemplaar van de tekst te krijgen, konden met losse loden letters veel gemakkelijker en sneller een hoop exemplaren van hetzelfde boek geproduceerd worden. En ook nog eens veel goedkoper: een gedrukt boek kostte in 1467 slechts een vijfde van wat een handschrift kostte.
Afb.1: Inc 42, Hieronymus – Epistolae, Straatsburg 1469.
De oudste incunabel (afb.1) in de collectie van de UB bevat de brieven van de heilige Hieronymus (347-420), een van de belangrijkste theologen van zijn tijd. Zijn brieven zijn een mengsel van echte brieven (bijvoorbeeld aan Augustinus) en wetenschappelijke traktaten op theologisch gebied. Deze brievenuitgave is in 1469 gedrukt in Straatsburg bij Johannes Mentelin (†1478), de eerste drukker en boekverkoper van die stad. De boekband is een contemporaine, varkensleren boekband. De bijzondere riemsluitingen (type: Adler BV.2.1.1) zijn helaas niet contemporain maar ‘ontworpen’ door Zr. Lucie Gimbrère toen zij in maart 1969 de boekband restaureerde.
De eerste bezitter van het boek was de prior van het Kartuizerklooster St. Alban in Trier. De laatste eigenaar was het Franciscanessenklooster St. Elisabeth in Heythuysen. In 1968 werd deze incunabel officieel door het Heythuysense klooster aan de UB geschonken. Interessant is het ‘incipit’, waar de rode letters nog met de hand geschreven zijn. Pas in 1473 begon drukker Mentelin, uit concurrentieoverwegingen, ook de rode tekst te drukken:
Afb.2: Inc 42, de initiaal en de rode tekst zijn met de hand geschreven.
Hier vind je het gedigitaliseerde exemplaar van Zürich.
Cijfers en feiten
Tijd voor enige cijfers. De UB bezit op dit moment 146 incunabelen. Dat waren er in 1985 nog maar 108 (cf. A.H. Laeven, Incunabelen in de Universiteitsbibliotheek Nijmegen 1923-1984). De opbouw van de collectie ziet er als volgt uit en verklaart ook de groei van na 1985:
- 1923-ca.1960: Inc 1-46 (diverse schenkingen, o.a. van mgr dr. P.J.M. van Gils en W.J.A. Arntz, en enkele aankopen (o.a. van Kleinseminarie Beekvliet).
- ca.1960-1985: Inc 47-84 (verworven door aankoop uit de kloostercollecties van de Redemptoristen en het Kleinseminarie Apeldoorn).
- 1985-2015: Inc 85 e.v. (verworven door schenking van de bibliotheken der Nederlandse Dominicanen en door schenking van de collectie van het Titus Brandsma Instituut).
De herkomst van ten minste zes incunabelen is onbekend.
Landen van herkomst
Incunabelen werden in vrijwel alle landen van het toenmalige Europa gedrukt. De verdeling van de landen van uitgave van onze incunabelencollectie is als volgt: Italië 39, Duitsland 38, Frankrijk 29, Nederland 15, Zwitserland 15, België 7 en onbekend 2.
Verrassend dat buurland Duitsland, waar de boekdrukkunst is gestart en de incunabelproductie gigantisch is, op de tweede plaats staat: hoe komt het dat de UB Nijmegen meer Italiaanse incunabelen bezit dan Duitse? Verder onderzoek naar de herkomst kan dat wellicht aan het licht brengen.
Kijkt men naar de verdeling over de steden waar deze vroegste boeken zijn gedrukt, dan komen Venetië, Keulen, Parijs, Antwerpen en Deventer het vaakst voor. Voor hen die bekend zijn met de begintijd van de boekdrukkunst zal de verdeling over de talen van de gedrukte teksten geen verrassing zijn: Latijn gaat ruim aan kop met 134 incunabelen, gevolgd door Nederlands met 11 en tenslotte 1 incunabel in het Duits.
Incunabelbeschrijfkunst
De incunabelen zijn begin jaren tachtig allemaal opnieuw beschreven. Dat gebeurde niet geheel volgens de bijzondere regels van de incunabelbeschrijfkunst. Dat kon ook haast niet anders: de cataloguskaartjes boden een zeer beperkt oppervlak (12 x 7,5 cm). Vergelijk dat eens met de beschrijving van bijv. Inc 42 in de befaamde Gesamtkatalog der Wiegendrucken (Staatsbibliotheek Berlijn). Dan blijkt overigens ook dat er nog altijd 77 complete exemplaren van dit 536 jaar oude boek bewaard zijn gebleven.
Afb.3: Houtsnede uit Inc 28 (aangekocht in 1963): God schept de wereld.
Documentatie
In 2010 ontstond, na een intensieve cursus incunabelbeschrijving op de afdeling van de Gesamtkatalog der Wiegendrucken (GW), een informeel samenwerkingsverband tussen de Staatsbibliotheek Berlijn en de Nijmeegse Universiteitsbibliotheek. In datzelfde jaar werd gestart met de autoptische beschrijving van onze incunabelen in het GGC (Pica/OCLC). Daaruit bleek soms dat sommige incunabelen niet compleet waren (vaak ontbrak het eerste blad van het eerste katern). Maar soms bleek ook dat er niet één incunabel in de boekband zat, maar twee. Ook op die wijze groeide de collectie onverwacht. En soms kwam er een enkel blad van een incunabel tevoorschijn (als opgeplakt dekblad bijvoorbeeld, of als omslag), dat door de incunabelspecialisten van de GW werd geïdentificeerd.
De nieuwe titelgegevens werden doorgegeven aan de GW. Vrijwel tegelijkertijd werden de incunabelen die zonder schade gedigitaliseerd konden worden, meteen gescand en bladerbaar via de Online Publiekscatalogus (OPC) beschikbaar gesteld voor onderwijs en onderzoek. Ook dit belangrijke gegeven is terug te vinden in de online GW, waar doorgeklikt kan worden naar ons gedigitaliseerde exemplaar van Inc 40, Het leven van Christus (Vita Christi), gedrukt in Delft in mei 1488, bij Christiaan Snellaert, met prachtige handgekleurde houtsneden.
Afb.4: Het drukkersmerk van Gheraert Leeu uit Gouda, Inc 54.
Belangrijk voor onderzoek
Incunabelen zijn voor onderzoek en onderwijs bijzonder belangrijk, aangezien zij de overgang vormen van handschrift naar gedrukt boek. Incunabelen vertonen daardoor ook een grote gelijkenis in vormgeving met middeleeuwse handschriften: geen titelpagina, een schrijfletter, nog met de hand aangebrachte initialen, rubricering, de tekst nog vaak meestal in kolommen. En het gaat bij incunabelen om een volkomen nieuwe en revolutionaire reproductietechniek. De UB Nijmegen bezit gelukkig een aardig aantal van deze zeldzame en kostbare wiegendrukken. Maar bescheidenheid blijft nodig: de UB Keulen bezit er 2000, de SB Berlijn 9000 en de BSB München bezit er 15.000.
De bekendste incunabel is de Gutenberg Bijbel. Die is voor de UB onbetaalbaar met geschatte waarde van $ 30.000.000. Maar de UB bezit er gelukkig wel een facsimile uit 1961 van. En gezien het grote bezoekersaantal van de facsimile-expositie een aantal jaren geleden, voorziet dit type reproductie kennelijk in een grote behoefte. De Gutenberg facsimile is in te zien in de Leeszaal Bijzondere Collecties.
Van onze incunabelen zijn er al 52 gedigitaliseerd (en 85 elders), die niet alleen bladerbaar in te zien zijn via de GW, maar natuurlijk ook via onze eigen OPC (zoek op signatuur met het commando 'z sig', bijvoorbeeld: z sig inc 40) of via de Voortgangslijst van gedigitaliseerd erfgoed.
Robert Arpots, conservator