Melsen, A.G.M. van
Archiefnummer: 667
Archiefnaam: MELS
Sector: Onderwijs en wetenschappen
Soort archief: Persoonsarchief
Datering: 1927-1996
Voor inzage toestemming aanvragen via de archivaris

Ten geleide
A.G.M. van Melsen (1912-1994)
Andreas Gerardus Maria van Melsen werd geboren op 10 november 1912 te Zeist. Na de lagere school volgde hij het gymnasium B aan het Bisschoppelijk College te Roermond. Na zijn eindexamen in 1930 ging hij scheikunde studeren aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Daarnaast studeerde hij filosofie. Ook was hij actief in de Utrechtse katholieke studentenvereniging Collegium Studiosorum Veritas. Zo was hij een van de oprichters van de filosofenkring van deze vereniging. Na zijn afstuderen in 1937 was hij tot 1945 werkzaam als assistent anorganische chemie aan dezelfde universiteit. Deze functie combineerde hij van 1939-1945 met een leraarschap scheikunde aan het lyceum Onze Lieve Vrouw ter Eem te Amersfoort. In 1941 promoveerde hij tot doctor in de Wis- en Natuurkunde aan de Rijksuniversiteit Utrecht. De titel van zijn dissertatie luidt: Het wijsgeerig verleden der atoomtheorie.
In 1945 werd Van Melsen benoemd tot lector in de wijsbegeerte aan de RK Universiteit te Nijmegen. In 1946 volgde zijn benoeming tot hoogleraar aan deze universiteit met als leeropdracht inleiding in de wijsbegeerte, logica en natuurfilosofie, welke functie hij heeft vervuld tot aan zijn emeritaat in 1977. Binnen de universiteit heeft hij ook menig bestuurlijke functie vervuld. Gedurende het studiejaar 1955/1956 was hij rector magnificus. Hij was betrokken bij de oprichting van de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen en van 1957-1967 voorzitter van het bestuur van deze faculteit. Van 1969-1972 was hij voorzitter van het College van Curatoren en na de bestuurshervorming in 1972 voorzitter van het College van Bestuur. In 1975 nam de Universiteitsraad een besluit over te gaan tot oprichting van een centrum dat zich zou gaan richten op vraagstukken, die voortkomen uit het bijzondere karakter van de universiteit. Van Melsen werd voorzitter van de commissie van Voorbereiding van een dergelijk centrum. Het werk van de commissie leidde tot de oprichting in 1977 van het Katholiek Studiecentrum (KSC). Van Melsen werd voorzitter van de Stuurgroep van dit centrum, welke functie hij bleef vervullen tot 1985. In dat jaar nam hij afscheid van de universiteit met een rede onder de titel: Waar gaat het heen? Beschouwingen over geloof wijsbegeerte en wetenschap.
Van 1951-1952 was hij, als eerste Europeaan, gasthoogleraar aan de Duquesne Universiteit te Pittsburgh, Pennsylvania (Verenigde Staten van Amerika). In 1953 werd hij benoemd tot buitengewoon hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen met als leeropdracht filosofie der exacte wetenschappen. Deze functie heeft hij vervuld tot 1966, in welk jaar hij deze aanstelling moest opgeven wegens zijn benoeming tot voorzitter van de Concilieraad van het Pastoraal Concilie van de Nederlandse Kerkprovincie (1966-1970).
Naast bovengenoemde functies was hij ook nog betrokken bij niet-universitaire instellingen, zowel nationaal als internationaal. Zo was hij onder meer lid van het Nederlands Gesprek Centrum te Rotterdam, dat als doel heeft maatschappelijke - vaak controversiële - thema's te analyseren.
Eveneens was hij actief betrokken bij de Kring van Katholieke en Protestantse Hoogleraren, een vereniging waarbinnen theologische verschillen tussen de katholieke en reformatorische kerken werden besproken. Van 1975-1985 was hij namens het Nederlands episcopaat lid van het algemeen bestuur van de Sint Radboudstichting, die zich toelegt op de vorming van studerenden vanuit de katholieke levensbeschouwing. Vanaf 1949 was hij lid van de Union Mondiale des Sociétés Catholiques de Philosophie, vanaf 1953 van het Institut International de Philosophie te Parijs en van 1953-1968 van de Féderation Internationale des Sociétés de Philosophie, dat zijn hoofdzetel heeft te Brussel. Van 1964-1966 was hij lid van de pauselijke commissie voor Bevolkingsvraagstukken, Gezin en Geboorteregeling. In 1948 werd hij voorzitter van de afdeling Wis- en Natuurkunde van de Vereniging tot het Bevorderen van de Beoefening der Wetenschap onder de Katholieken in Nederland, beter bekend als het Thijmgenootschap. Van 1959 tot 1965 was hij algemeen voorzitter van dit genootschap.
Van 1947-1982 was hij lid van de redactieraad van het Tijdschrift voor Filosofie en van 1951-1983 redactielid van het Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte. In 1963 raakte hij betrokken bij het tijdschrift Concilium, een internationaal theologisch tijdschrift, dat in 1965 voor het eerst verscheen.
Zijn wetenschappelijk werk heeft zijn neerslag gevonden in dertien boeken, waarvan diverse zijn vertaald en in meer dan driehonderd artikelen. Ook heeft hij veel voordrachten gehouden in binnen- en buitenland over diverse onderwerpen betreffende zijn vakgebied of daaraan gerelateerde onderwerpen voor zeer uiteenlopende auditoria, waarvan diverse zijn gepubliceerd.
Op 8 oktober 1994 is hij te Nijmegen overleden.
Literatuur van en over A.G.M. van Melsen kunt u vinden in RUQuest.
- Biografie via Biografisch portaal van Nederland (levensbericht KNAW, klik op View eulology)
- Bibliografie in Bibliografieën Katholiek Documentatie Centrum.
KDC - Knipselcollectie
De knipselcollectie bevat naast knipsels uit dag- en weekbladen diverse andere vormen van min of meer losbladige informatie, zoals persberichten van het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP), overlijdensberichten, fotokopieën uit bio- en bibliografische naslagwerken enz. De knipsels over A.G.M. van Melsen zijn beschikbaar in de studiezaal van het KDC.
KDC – Beeld en Geluid
De collectie Beeld en geluid kunt u doorzoeken via de Catalogus van het KDC. Door te zoeken op ‘Melsen, A.G.M. van’ vindt u het bedoelde materiaal.